BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2012-2013
________
24 december 2012
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-7651

de Nele Lijnen (Open Vld)

aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee
________
Wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen - Aanvragen - Doeltreffendheid - Stand van zaken
________
onderneming in moeilijkheden
officiële statistiek
financiële solvabiliteit
opheffing van de zaak
steun aan ondernemingen
________
24/12/2012Verzending vraag
24/1/2013Antwoord
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7652
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-7651 d.d. 24 december 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen (hier verder afgekort als WCO) heeft als doel het beschermen van bedrijven die in financiële problemen komen. Deze "bescherming" is ook van toepassing op economische activiteiten binnen een groter economisch geheel. De huidige financiële crisis zorgt logischerwijze voor een sterke toename van deze problemen. WCO is dan ook een nobel streven om de problemen in de mate van het mogelijke af te remmen, te verzachten of om te keren. Toch klagen actoren uit het middenveld (die weliswaar toegeven dat er wel degelijk positieve gevolgen van WCO zijn) over het nefaste en vaak zelfs omgekeerde effect van deze nochtans "goedbedoelde" wet. De problemen zouden onder andere veroorzaakt worden door de interpretatie en toepassing van de wet, waaruit grijze zones en willekeur voortvloeien.

Daarnaast zijn er nog verschillende argumenten om de wet aan te passen. Zo zouden te veel bedrijven een aanvraag doen, mede omdat de rolrechten te laag zijn. Daarbij komt dat veel basisinformatie pas in een latere fase moet worden overgemaakt aan de rechtbank. Dit heeft als gevolg dat (te) veel bedrijven een aanvraag indienen, wat de hoeveelheid dossiers bij justitie alleen maar erger maakt. Een ander argument is dat veel bedrijven te laat op de hoogte zijn van het bestaan van deze mogelijkheid. Hierdoor schiet WCO vaak als oplossing tekort: het merendeel van de aanvragen zou komen van ondernemingen die reeds aan de rand van de afgrond staan. Waar WCO een goede ondersteunende maatregel zou kunnen zijn, is het nu vaak een laatste reddingsboei die hopeloos te laat komt.

Graag had ik u dan ook enkele vragen gesteld omtrent deze kwestie:

1) Kunt u een cijfermatig overzicht geven van het aantal ondernemingen dat op basis van WCO een aanvraag tot bescherming heeft ingediend? Hoeveel aanvragen werden geweigerd, hoeveel werden er goedgekeurd? En dit voor de jaren 2009-2010-2011?

2) Kunt u voor de jaren 2009-2010-2011 meedelen welk bedrag gebruikt is om goedgekeurde dossiers te financieren?

3) Welke criteria worden gebruikt om te beoordelen of een onderneming in moeilijkheden dergelijke ondersteuning verdient?

4) Zijn volgens u voldoende ondernemingen op de hoogte van het bestaan van WCO, zodat ze tijdig een aanvraag indienen? Zijn er initiatieven ondernomen om, zeker in deze tijden van crisis, ondernemers in te lichten over het bestaan van WCO?

5) In welke mate worden ondernemingen, die bescherming via WCO hebben verkregen, verplicht om te rapporteren over de financiële en economische evolutie van de onderneming? Bent u van mening dat er voldoende controle en transparantie is, en dat de rechtbank genoeg instrumenten heeft om die transparantie af te dwingen?

Antwoord ontvangen op 24 januari 2013 :

De wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen behoort tot de bevoegdheid van mijn collega, de minister van Justitie.