BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2011-2012
________
4 september 2012
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-6975

de Bart Tommelein (Open Vld)

aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee
________
Schuldhulpverlening - Financieel adviseur - Budgetcoach - Kosten - Malafide praktijken - Controle - Klachten
________
Nederland
schuldenlast
misbruik van vertrouwen
bescherming van de consument
fraude
bemiddelaar
________
4/9/2012Verzending vraag
9/10/2012Antwoord
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6974
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-6975 d.d. 4 september 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

"Foute" budgetcoaches en bewindvoerders storten zich op de snelgroeiende markt van mensen met financiële problemen, die daardoor juist nog verder in de schulden raken. In Nederland regent het klachten van mensen met schulden die met "foute" bureaus in zee zijn gegaan en daardoor nóg dieper in problemen zijn gekomen.

Deze malafide budgetcoaches doen zich hulpvaardig voor, maar rekenen torenhoge kosten voor simpele handelingen en maken de problemen van schuldenaren alleen maar groter.

Slachtoffers krijgen aldus soms rekeningen van duizenden euro's, zonder dat hun geldproblemen zijn opgelost. Het beroep van financieel adviseur of budgetcoach is noch in Nederland, noch in ons land gereguleerd. Door dat massale aanbod ziet de consument door de bomen het bos niet meer.

De Nederlandse vereniging voor schuldhulpverlening is terecht bezorgd over het lot van schuldenaren. Het gaat hier immers om een groeiend aantal kwetsbare burgers die in een benarde financiële situatie verkeren. Deze mensen verdienen adequate hulp. Die wordt niet geboden door deze bureaus.

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd aan de geachte minister:

1) Hoe reageert u op de Nederlandse berichtgeving als zouden malafide budgetvoorlichters, budgetcoaches en financiële adviseurs de hulpzoekende mensen met schulden misleiden en onterecht verder op kosten jagen?

2) Hebben uw diensten reeds gelijkaardige klachten ontvangen wat ons land betreft of is de situatie niet vergelijkbaar? Kunt u gedetailleerd toelichten?

3) Waar kunnen mensen terecht die het slachtoffer zijn van deze malafide praktijken en wat zijn hun rechten? Volstaat dit naar uw aanvoelen of moet er meer gebeuren? Zo ja, wat gaat u concreet doen?

4) Bent u voorstander van een strenger toezicht op deze sector en/of andere maatregelen in samenspraak met de betrokken beroepsverenigingen om wanpraktijken te voorkomen? Kunt u concreet en gedetailleerd toelichten?

Antwoord ontvangen op 9 oktober 2012 :

Ziehier mijn antwoord op de vraag van het geachte lid:

  1. Reeds in de oorspronkelijke tekst van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet werd voorzien in artikel 67 dat schuldbemiddelingsactiviteiten verboden zijn. Het is m.n. de activiteit die er op gericht is opnieuw te onderhandelen over de modaliteiten van een kredietovereenkomst en, meer in het algemeen, een afbetalingsplan af te spreken met een geheel van schuldeisers. Uit de parlementaire werkzaamheden blijkt dat - zodra de schulden één enkel consumentenkrediet omvatten het geheel van de activiteit die erin bestaat de betaaltermijnen te spreiden, wordt beschouwd als verboden schuldbemiddeling in de zin van de wet.

    Er werd enkel een uitzondering voorzien voor twee categorieën van schuldbemiddelaars, namelijk enerzijds de advocaten, ministeriële ambtenaren (in casu deurwaarders en notarissen) of gerechtelijk mandatarissen en anderzijds de bemiddeling door overheidsinstellingen (bijvoorbeeld OCMW) of particuliere instellingen die daarvoor zijn erkend door de bevoegde overheid, zijnde de verschillende gemeenschappen en het Waalse gewest (ingevolge een bevoegdheidsoverdracht).

    Ik verwijs in dat verband ook naar de verstrenging van de voorwaarden om als schuldbemiddelaar te mogen optreden in het raam van een collectieve schuldenregeling (artikel 1675/17 van het Gerechtelijk Wetboek).

    Dit artikel 67 werd ingevoerd, net omdat bleek dat de activiteit van schuldbemiddeling vaak tot misbruiken leidde, de schuldenlast van de consument verzwaarde en geen enkel economisch nut had.

    In België is dus geen enkel andere persoon of instelling gemachtigd om aan schuldbemiddeling te doen dan die erkende schuldbemiddelaars.

    Het is natuurlijk nooit uit te sluiten dat er niet-erkende personen zijn die op een onrechtmatige wijze aan schuldbemiddeling doen en uit dien hoofde vergoedingen vragen. In die gevallen kunnen behalve de sanctiebepalingen van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet ook de strafbepalingen inzake woeker, oplichting, misbruik van vertrouwen, enz., van toepassing zijn.

  2. Er werden tot op heden door de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie geen klachten ontvangen van consumenten die door een malafide budgetcoach werden opgelicht. Door het wettelijke kader dat in België werd gecreëerd, is de situatie niet vergelijkbaar met Nederland. Bovendien voorziet de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet zowel een burgerlijke sanctie als een strafrechtelijke sanctie. De consument kan de terugbetaling eisen van de door hem gestorte bedragen, verhoogd met de som van de wettelijke intresten, wanneer een betaling heeft plaatsgevonden in het kader van een verboden schuldbemiddeling.

  3. en 4. Indien een consument het slachtoffer wordt van een niet erkende schuldbemiddelaar en er bij zijn schulden een consumentenkrediet zit, kan hij een klacht indienen bij de Algemene Directie Controle en Bemiddeling bij de FOD Economie.

    Mijn administratie heeft geen informatie over de andere gevallen waarbij er geen enkel consumentenkrediet in de schulden zit en ik dien het geachte lid te verwijzen naar de bevoegdheid ter zake van mijn collega, de minister van Justitie.