BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2011-2012
________
30 juli 2012
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-6834

de Danny Pieters (N-VA)

aan de minister van Justitie
________
Gedetineerden - Sociaal statuut - Sociale zekerheid - Hervorming - Werkgroep
________
gedetineerde
maatschappelijke positie
voltrekking van de straf
________
30/7/2012Verzending vraag
17/7/2013Dossier gesloten
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-6834 d.d. 30 juli 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Wanneer gedetineerden opgesloten worden, vallen ze in principe volledig ten laste van de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie. Het is dan de FOD Justitie die instaat voor huisvesting, voeding, medische verzorging en eventuele arbeidsmogelijkheden. Toch blijken er in de praktijk verschillende problemen te zijn. Zo is het, omwille van de verscheidenheid aan strafuitvoeringsmodaliteiten, voor de sociale diensten en diensten van sociale zekerheid buiten de gevangenis niet altijd duidelijk of een persoon gedetineerd is of niet, en dus onder verantwoordelijkheid van de FOD Justitie valt of niet. Bovendien ontbreekt ook een accurate gegevensuitwisseling tussen de FOD Justitie en de sociale diensten, waardoor controle en opvolging na vrijlating vaak moeizaam verloopt. Tot slot blijkt de verdeling van de verantwoordelijkheden tussen deze diensten niet duidelijk afgebakend en is het behelpen met een kluwen van diverse sociale zekerheidsregelingen in wetten en koninklijke besluiten. Deze wetgeving blijkt bovendien niet aangepast aan recente wetgevende ontwikkelingen in het gevangeniswezen zoals de wet op de interne rechtspositie, de zogenaamde Basiswet, en de wet op de externe rechtspositie.

Ondertussen zou een werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de FOD Justitie en de verschillende socialezekerheidsinstellingen, zijn opgericht voor het hervormen van het sociaal statuut van gedetineerden.

In het licht van deze informatie had ik van u graag een antwoord bekomen op volgende vragen:

1) Wie zetelt in deze werkgroep en welk planning heeft zij voor ogen?

2) Wat is de stand van zaken van de werkzaamheden van deze werkgroep?

3) Wanneer kunnen wij wetgevende initiatieven op dit vlak verwachten?