BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2011-2012
________
10 februari 2012
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-5599

de Cécile Thibaut (Ecolo)

aan de minister van Justitie
________
De agressie tegenover vier bewakers van het gesloten federaal centrum van Saint-Hubert
________
lichamelijk geweld
gesloten opleidingsinstituut
samenwerkingsakkoord (Belgisch institutioneel kader)
gevangenispersoneel
veiligheid van gebouwen
Regie der Gebouwen
________
10/2/2012Verzending vraag
28/3/2012Antwoord
________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-1862
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-5599 d.d. 10 februari 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

Het gesloten centrum voor jongens van Saint-Hubert werd in 2010 geopend.

De samenwerkingsakkoorden tussen de federale Staat en de Fédération Wallonie-Bruxelles bepalen dat de federale Staat instaat voor het beheer van het bewakingspersoneel verantwoordelijk voor de interne en externe veiligheid van het centrum. Hij staat eveneens in voor het beheer van de infrastructuur en de terbeschikkingstelling van onder meer kantoormateriaal.

Op 19 december 2010 werden vier bewakers in het gesloten federaal centrum van Saint-Hubert gehospitaliseerd na de agressie gepleegd door drie uit handen gegeven jongeren. Eén van de bewakers werd op verschillende plaatsen in het gelaat verwond met een vork. Ook de collega's van de agent, die ter hulp waren gesneld, hebben daarbij meerdere verwondingen opgelopen.

Ten gevolge van dat incident heeft het personeel beslist het werk te onderbreken. Het is de eerste keer dat een dergelijke heftige woordenwisseling, die tot verwondingen heeft geleid, in het gesloten federaal centrum van Sint-Hubert plaatsvond.

Die incidenten wijzen op een ernstige malaise. Het centrum is momenteel niet aangepast om uit handen gegeven jongeren op te vangen. Er is nog altijd een gebrek aan federaal personeel en de aanpassingen die voor een dergelijke infractructuur nodig zijn, blijven uit.

Ik heb volgende vragen :

1) In het antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 4-7114 van 20 maart 2010, antwoordde de minister van Justitie dat de personeelsformatie bestaat uit tweeënzestig voltijds equivalenten voor het toezichthoudend personeel en negen voltijds equivalenten voor de andere personeelsleden. Is die personeelsformatie momenteel volledig?

2) Zo ja, welke maatregelen zal de minister nemen om de personeelsbezetting te vervolledigen?

3) Het op elkaar aansluiten van de taken van de verschillende actoren in het centrum is moeilijk en vooral in de afdeling van de dertien uit handen gegeven minderjarigen. Plant de minister een ontmoeting met de in de Fédération Wallonie-Bruxelles bevoegde minister teneinde mogelijke verbeteringen voor de huidige situatie uit te werken, gelet op de bepalingen van de twee protocollen die de samenwerking tussen de actoren van de Fédération Wallonie-Bruxelles en die van de federale Staat regelen? Zo ja, welke mogelijkheden genieten de voorkeur?

4) Is de minister tot slot in contact geweest met staatssecretaris Verherstraeten, die verantwoordelijk is voor de Regie der Gebouwen, om de verbeteringen die nodig zijn voor de goede werking van het centrum te laten uitvoeren?

Antwoord ontvangen op 28 maart 2012 :

In de eerste plaats wil ik eraan herinneren dat het gesloten federaal centrum te Saint-Hubert bestemd is voor twee categorieën van jongeren die geen contact met elkaar hebben en die onderworpen worden aan twee volledig verschillende rechtstelsels. De jongeren die de jeugdrechter in Saint-Hubert plaatst, blijven daar tijdelijk en hebben vergelijkbare leefregels met die in de openbare instellingen voor jeugdbescherming. De uit handen gegeven jongeren worden in het centrum geplaatst op grond van artikel 609 van het Wetboek van Strafvordering en worden onderworpen aan een gevangenisregime dat gebaseerd is op de basiswet.

Dat betekent ook dat het optreden van de Franse Gemeenschap verschilt: enerzijds de diensten voor jeugdbijstand voor de minderjarigen die door de jeugdrechter worden geplaatst en anderzijds de diensten voor hulpverlening aan gedetineerden voor de uit handen gegeven jongeren.

Naar aanleiding van het incident van 19 december 2011 en de daaropvolgende staking, hebben het DG EPI en de vakbondsorganisaties een akkoord gesloten, inzonderheid over de onderwerpen die u aanhaalt.

Er is onder andere bepaald dat een volledig inventaris van de stand van de infrastructuur- en veiligheidswerken en de vooruitzichten inzake de voltooiing ervan wordt opgesteld en meegedeeld aan het personeel. Half januari werd dat afgerond. Op basis van die inventaris zullen op regelmatige tijdstippen werkvergaderingen worden georganiseerd. De Regie der Gebouwen zal worden uitgenodigd.

Wat het personeel betreft, is er in het akkoord sprake van de komst van nieuwe personeelsleden en voorziet het in een vervroegde komst van vier agenten door mutatie op 15 januari. Er is tevens voorzien in nadere bepalingen inzake de overplaatsing en de benoeming van stagiairs die nu in opleiding zijn.

Alles verloopt volgens het akkoord tussen het DG EPI en de vakbondsorganisaties.