Uit opiniepeilingen bleek dat amper één op vijf achter de algemene staking van 30 januari 2012 stond. Zelfs binnen de vakbonden waren de meningen daarover verdeeld. Helaas werden heel wat werknemers door het recht op staken gehinderd om hun recht op werken uit te oefenen. Hierdoor ontstaat een vertekend beeld over de werkelijke impact van de staking. Daarom kreeg ik van de geachte ministers en staatssecretarissen graag een antwoord op de volgende vragen voor de administratieve diensten en eventuele overheidsbedrijven die onder zijn of haar bevoegdheden vallen: 1) (a) Hoeveel personen hebben uit vrije wil deelgenomen aan de algemene staking? (b) Hoeveel van deze personen waren aangesloten bij een vakbond? 2) Hoeveel personen hebben een dag verlof genomen? 3) Hoeveel personen werkten sowieso niet op maandag omwille van tijdskrediet, ouderschapsverlof of een ander themaverlof? 4) Hoeveel personen hebben zich ziek gemeld of waren reeds in ziekteverlof? 5) (a) Hoeveel personen hebben thuis gewerkt? (b) Hoeveel van deze personen werken sowieso thuis op maandag? 6) (a) Hoeveel personen hebben een bewijs van NMBS binnengeleverd om aan te tonen dat ze niet ter plaatse geraakten? (b) Mochten deze personen dat zonder gevolg en betalend thuis blijven of moesten zijn een dag onbetaald of betaald verlof nemen? 7) (a) In welke diensten of bij welke overheidsbedrijven werden werkwilligen gehinderd om aan de slag te gaan? (b) Welke actie werd ondernomen om deze mensen hun recht op arbeid te verzekeren? 8) Hoeveel productiviteitsverlies heeft deze staking opgeleverd voor de diensten? 9) Waren er ook kabinetsmedewerkers die hebben deelgenomen aan de staking? |
Wat het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen
(FAVV) betreft:
a) Het FAVV beschikt niet over deze informatie. Tweeëntwintig
personeelsleden van het FAVV hebben gestaakt op de aangekondigde
nationale stakingsdag van 30 januari 2012.
b) Het feit of een personeelslid bij een of andere vakbond
aangesloten is, is vertrouwelijk en behoort tot de privé-sfeer
en moet niet aan de overheid worden meegedeeld. Er bestaat dus geen
enkele "databank" met het syndicaal lidmaatschap van de
personeelsleden.
233 personeelsleden van het Agentschap hebben voor 30 januari
2012 een verlofdag of een inhaaldag aangevraagd.
Volgens de werkdagindeling hebben drieëndertig agenten
op maandag 30 januari 2012 niet gewerkt. In dit totaal zijn de
agenten niet inbegrepen die hun vrije dag voorzien in het kader van
verminderde prestaties (vrijwillige vierdagenweek, gedeeltelijke
loopbaanonderbreking,…) hebben verplaatst.
Op 30 januari 2012 heeft één personeelslid zich
met ziekteverlof gemeld. vierenvijftig andere personeelsleden waren
die dag reeds wegens ziekte afwezig (ziekteperiode was reeds vroeger
begonnen).
a) 178 personen hebben thuis gewerkt op 30 januari 2012.
b) Het FAVV heeft geopteerd voor een occasioneel systeem van
thuiswerk, deze dag van telewerk is niet op regelmatige basis
vastgesteld. Geen enkele agent werkt systematisch op maandag thuis.
a) In geval van een aangekondigde staking, stelt het FAVV een
systeem van carpooling op. Voor de agenten wiens functie het
mogelijk maakt, laat het Agentschap het toe ofwel (occasioneel)
telewerk uit te voeren, ofwel hun taken uit te voeren in een van de
gedecentraliseerde sites. Pas in laatste instantie dient het
personeelslid een verklaring op erewoord in of een attest van de
NMBS waarin verklaard wordt dat hij/zij onmogelijk kon komen werken.
Acht personen hebben voor de stakingsdag van 30 januari 2012 een
verklaring op erewoord en/of een attest van de Nationale
Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) ingediend.
b) Voor het personeelslid dat een dergelijke verklaring indient
wordt deze dag geneutraliseerd en wordt zijn loon gegarandeerd.
a en b) Er werd geen enkele site van het FAVV door
stakingspiketten geblokkeerd. De staking vond plaats met respect van
de rechten van iedereen, van diegenen die staakten en van diegenen
die werkten.
Het verlies aan productiviteit kan enkel in "verloren"
werkdagen worden geraamd. Indien men enkel rekening houdt met de
(niet betaalde) stakingsdagen, de verklaringen op erewoord en de
attesten van de NMBS, heeft de stakingsdag van 30 januari een
verlies van dertig werkdagen-man tot gevolg gehad aan het FAVV.
Zonder voorwerp voor het FAVV.
Wat het Belgisch interventie en restitutie bureau (BIRB) betreft:
a) Zes op 172 personeelsleden.
b) Het BIRB beschikt niet over de ledenlijsten van de
personeelsleden die aangesloten zijn bij een vakbond.
Vijftien
Dertien
Vier
a) Vijftien
b) Daar het telewerken nog in een testfase was, waren er nog geen
vaste dagen per week afgesproken. Vanaf 1 februari 2012 werd het
telewerken bij het BIRB definitief ingevoerd, waarbij er twee vaste
dagen per week per personeelslid werden afgesproken in de
overeenkomst die tussen de partijen wordt ondertekend.
a) Dertien. Indien het personeelslid geen bewijs heeft kunnen
bemachtigen, dan dient er een verklaring op erewoord te worden
ondertekend.
b) De personeelsleden die niet komen werken omdat er geen
openbaar vervoer is, moeten verplicht een halve dag betaald verlof
of compensatie van overuren nemen. Indien hun jaarlijks contingent
aan betaald vakantieverlof of compensatie van overuren is uitgeput,
moeten ze een halve dag onbetaald verlof nemen. Indien er wel
openbaar vervoer is, moeten ze aanwezig zijn op het werk, tenzij ze
die dag een verlofdag nemen of meedoen met de staking waardoor ze
dan een dag bezoldiging verliezen.
a) Bij het BIRB werden de werkwilligen niet gehinderd om aan
de slag te gaan.
b) Zonder voorwerp.
Alle kerntaken konden bij het BIRB verzekerd worden door de
personeelsleden die wel aanwezig waren of van thuis uit werkten.
Deze vraag heeft geen betrekking op het BIRB.
Wat het Centrum voor onderzoek in diergeneeskunde en agrochemie
(CODA) betreft:
a.) Niemand heeft gezegd vrijwillig te hebben deelgenomen aan
de staking.
b.) Het CODA beschikt niet over de ledenlijsten van de
personeelsleden die aangesloten zijn bij een vakbond.
Dertien personen hebben op 30 januari verlof genomen.
Tien personen werken niet op maandag in het kader van een van
de verlofsoorten die in de vraag vermeld zijn.
Tien personen waren op 30 januari afwezig omwille van ziekte.
a & b. Vierendertig personen hebben thuis gewerkt. Een
tiental van deze medewerkers werken op maandag normaal thuis.
a & b. Zevendertig personen hebben een bewijsstuk van de
NMBS bezorgd. Deze personen konden, zonder verdere gevolgen, thuis
blijven en betaald worden.
a & b. Behalve de medewerkers die, als gevolg van de
problemen met het openbaar vervoer, naar het CODA niet konden
aankomen, werd niemand weerhouden om in het CODA binnen te gaan.
Geen specifieke maatregelen werden dus genomen.
We kunnen op deze vraag niet antwoorden, want onze missie is
vooral om diensten aan het grote publiek te verlenen.
Deze vraag heeft geen betrekking op het CODA.
Wat de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie betreft:
Het onderwerp is onder de verantwoordelijkheid van de vice-eerste
minister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee, de heer
Johan Vande Lanotte.
Ik stel u dus voor u te wenden tot het antwoord dat zal worden
gegeven door mijn collega, aan wie de vraag over dit onderwerp
eveneens werd gesteld.
Wat het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der
zelfstandige RSVZ) betreft:
a) Drieënveertig personeelsleden van het RSVZ hebben uit
vrije wil deelgenomen aan de algemene staking van 30 januari 2012.
b) Het RSVZ beschikt over geen gegevens betreffende de
aansluiting van personeelsleden bij een vakbond.
Op 30 januari 2012 hebben drieëndertig personeelsleden
van het RSVZ een dag verlof genomen.
Zesenveertig personeelsleden werken sowieso niet op maandag
omwille van deeltijdse prestaties in het kader van een van de
stelsels van loopbaanonderbreking of themaverlof die in het federaal
administratief openbaar ambt van toepassing zijn.
Vierenveertig personeelsleden hebben zich ziek gemeld of
waren reeds in ziekteverlof.
a) Achttien personeelsleden hebben thuis gewerkt.
b) Een enkel personeelslid werkt thuis op maandag in het kader
van een pilootproject van telewerk.
a) In geval van algemene staking wordt een attest van de NMBS
door de personeelsdienst van het RSVZ niet geëist.
b) Overeenkomstig de bepalingen van de mededeling nr. 1244 van 11
december 1992 worden de personeelsleden die hun administratieve
standplaats niet kunnen bereiken, verzocht om het dichtstbijzijnde
gewestelijk kantoor of het centraal bestuur te bereiken. In geval
van afwezigheid wordt per dag waarop het personeelslid de werkplaats
niet kan bereiken omwille van een staking van het openbaar vervoer,
een halve dag vakantie aangerekend.
a) Geen werkwillige werd verhinderd om aan de slag te gaan.
b) Zonder voorwerp.
In toepassing van de in punt 6 vermelde regel werd een halve
dag verlof (hetzij 228 minuten) aan 256 personeelsleden aangerekend.
Het productiviteitsverlies wordt dus geschat tot 58 368
minuten, wat overeenkomt met 128 werkdagen voor één
voltijdse equivalent.
.Zonder voorwerp.
Wat het Directoriaat generaal (DG) Zelfstandigen - FOD Sociale
Zekerheid betreft:
Het onderwerp is onder de verantwoordelijkheid van de minister van
Volksgezondheid, mevrouw Laurette ONKELINX.
Ik stel u dus voor u te wenden tot het antwoord dat zal worden
gegeven door mijn collega, aan wie de vraag over dit onderwerp
eveneens werd gesteld.
|