BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2010-2011
________
24 november 2010
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-390

de Christine Defraigne (MR)

aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid
________
Gelijkheid tussen mannen en vrouwen - Overheidsbedrijven - Beursgenoteerde bedrijven - Bestuursraad - Aanwezigheid van vrouwen - Doelstelling van 30% - Maatregelen - Standpunt van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO)
________
gendermainstreaming
gelijke behandeling van man en vrouw
onderneming
raad van bestuur
Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen
werkgeversorganisatie
________
24/11/2010Verzending vraag
4/7/2011Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-390 d.d. 24 november 2010 : (Vraag gesteld in het Frans)

In november 2009 kwam de geringe vertegenwoordiging van vrouwen in de economische wereld opnieuw onder de aandacht. Het Instituut voor Gelijke kansen voor Vrouwen en Mannen publiceerde op hetzelfde ogenblik zijn verslag : het resultaat is verpletterend. In de bestuursraden van de ondernemingen van de Bel20 zetelen amper 8% vrouwelijke managers.

U wil de overheidsbedrijven en genoteerde bedrijven ertoe verplichten om in hun bestuursraden tussen dit en zeven jaar ten minste 30% vrouwen te benoemen.

Waarom die beperking tot 30%?

Als de bevoegdheden van de regering Leterme-II zouden worden uitgebreid, hoe wilt u dit dan realiseren? Welke maatregelen zult u nemen?

Zijn er in het verleden al sensibiliseringscampagnes gevoerd? Zo neen, zult u ze lanceren? Zouden die campagnes een bevredigend resultaat kunnen hebben?

De Belgische ondernemingswereld is die gelijkheid gunstig genegen, maar is gekant tegen “de verplichte wettelijke aanpak”. Het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) rekent liever op een vrijwillige aanpassing op basis van de “Corporate Governance code”.

Wat denkt u daarvan?

Antwoord ontvangen op 4 juli 2011 :

1. Volgens meerdere studies is een vertegenwoordiging van minstens 30 % de sociologische drempel om een onomkeerbare gelijkheidsdynamiek op gang te brengen.

Het is mijn bedoeling om een beweging naar pariteit toe te lanceren, een “vrouwelijke reflex”. Ik denk dat als er meer vrouwen zogenaamde “beslissingsposten” bezetten dit een versterkend effect zal hebben, enerzijds omdat vrouwen vrouwen zullen aanbrengen, anderzijds, op lange termijn, dat zij als rolmodellen voor jongeren zullen fungeren.

2. Welke nieuwe maatregelen gaat u nemen ?

De regering is sinds 26 april 2010 in lopende zaken. Het is dus onmogelijk om, op niveau van de regering, vooruitgang te boeken in dit dossier. Ik ben dus uitermate tevreden met de stemming die op 16 juni laatstleden in de Kamer van volksvertegenwoordigers plaatsvond. Ik ben er erg blij om dat de aangenomen tekst de voorstellen overneemt die ik in november 2009 neergelegd heb in de schoot van de Regering, voor de val ervan. Deze tekst stelt minimumquota van één derde in voor elk geslacht in de autonome overheidsbedrijven en de op de beurs genoteerde bedrijven.

3. De begeleidings- en sensibiliseringsmaatregelen

Het is van essentieel belang dat deze quota gepaard gaan met ondersteuninsmaatregelen zoals:

  • De eind 2009 opgerichte vereniging Women On Board is een nieuw initiatief dat door mijzelf gesteund wordt als vice-eerste minister en minister van Gelijke Kansen. Het gaat om de samenstelling van een kweekvijver van zestig kandidates die deel kunnen uitmaken van een raad van bestuur (zie website www.womenonboard.be).

  • Het is ook zeer belangrijk statistieken op te stellen en deze te verspreiden. Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen actualiseert regelmatig zijn publicatie “Vrouwen en Mannen in België”, waarin onder andere statistieken terug te vinden zijn over het aantal vrouwelijke bedrijfsleiders en hoogste leidinggevenden.

  • Via het instituut steun ik eveneens een mentoringproject voor vrouwen die kandidaat zijn voor een mandaat van bestuurder door Guberna

  • Tot slot probeer ik ondernemingen te sensibiliseren inzake gelijkheid tussen mannen en vrouwen in het algemeen (Jump, Axa, Women Award,…)

4. Wat is uw mening over het standpunt van de Belgische ondernemingswereld die gekant is tegen een verplichte wettelijke aanpak?

De versterking van de aanwezigheid van vrouwen in beslissingsfuncties vereist een multidimensionele aanpak.

Maatregelen op vrijwillige basis zijn tot nu toe weinig doeltreffend gebleken. Het aannemen van verplichtende maatregelen met het oog op het verhogen van de participatie van vrouwen in de bestuursraden van de overheidsinstellingen en mandaten in de overheidsadministraties en in de raden van bestuur van de privé-ondernemingen en overheidsbedrijven is dus aanbevolen: eis van het Actieplatform van Peking dat oproept tot het voeren van positieve acties, advies van de raad van de gelijke kansen in 2006, studie “Vrouwen aan de Top” van het Instituut in 2009, rapport van het Adviescomité van de Senaat van 4 mei 2010, …

Noorwegen heeft de quota al sinds 2004 ingevoerd en Frankrijk heeft op 13 januari laatstleden een wet aangenomen die een quotum van 40% personen van elk geslacht oplegt in de beslissingsorganen van beursgenoteerde ondernemingen.