BELGISCHE SENAAT | ||||
________ | ||||
Zitting 2010-2011 | ||||
________ | ||||
9 november 2010 | ||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-331 | ||||
de Louis Siquet (PS) |
||||
aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie |
||||
________ | ||||
Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding - Duitstalige Gemeenschap - Samenwerking - Financiering | ||||
________ | ||||
Unia Duitstalige Gemeenschap samenwerkingsakkoord (Belgisch institutioneel kader) Myria |
||||
________ | ||||
|
||||
________ | ||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-331 d.d. 9 november 2010 : | ||||
Het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding heeft recentelijk zijn Verslag 2009 gepubliceerd. Het verslag bevat heel wat opmerkingen en aanbevelingen betreffende de discriminatiethema's (huisvesting, internet, onderwijs, ...) op het niveau van de federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten. Ik heb bij het lezen van dat verslag vastgesteld dat het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding overeenkomsten heeft gesloten met alle Gewesten en Gemeenschappen, behalve met de Duitstalige Gemeenschap. Er is geen overeenkomst tussen het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding en de Duitstalige Gemeenschap en de onderhandelingen zijn mislukt omdat, voor wat betreft de financiering van een samenwerking, geen voor beide partijen gunstig antwoord kon worden gevonden. Die situatie zou zelfs kunnen worden beschouwd als “discriminatie ten opzichte van de Duitstaligen”. Bent u op de hoogte van die situatie? Aan welke oplossing denkt u voor het probleem van de financiering van een mogelijke samenwerking tussen het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding en de Duitstalige Gemeenschap, zodat aan de Duitstaligen dezelfde dienstverlening kan worden gewaarborgd als aan de andere Belgische burgers? |
||||
Antwoord ontvangen op 16 december 2010 : | ||||
In antwoord op uw vraag, heb ik de eer u mee te delen dat de inhoud ervan niet onder mijn bevoegdheid valt, maar eerder onder die van mijn collega de eerste minister en mijn collega de minister van Werk. |