BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2013-2014
________
12 maart 2014
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-11236

de Martine Taelman (Open Vld)

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen
________
Samenwerking met buitenlandse inlichtingendiensten - Nederland - Minimumnormen wat betreft de oorsprong van informatie van buitenlandse veiligheidsdiensten - Metadata - Evaluatie van de samenwerking
________
geheime dienst
Nederland
staatsveiligheid
________
12/3/2014Verzending vraag
16/4/2014Antwoord
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-11237
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-11236 d.d. 12 maart 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik verwijs naar het bijzonder interessante rapport van de Nederlandse Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) naar de rechtmatigheid van de Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten (AIVD en MIVD) dat er teveel mis gaat binnen deze diensten (http://www.ctivd.nl/?download=38Toezichtsrapport gegevensverwerking telecommunicatie.pdf).

In een reactie van het kabinet werd aangegeven dat Nederland de samenwerking met buitenlandse inlichtingendiensten zoals de National Security Agency (NSA) moet herbekijken omdat het de vraag is of die de mensenrechten en de privacy voldoende respecteren. Het betreft meer in het bijzonder de gangbare praktijk waarbij ook onze inlichtingendiensten via buitenlandse veiligheidsdiensten informatie en metadata bekomen die zij zelf wettelijk niet in ons land mogen en kunnen bekomen.

Zo verzamelen Buitenlandse diensten verzamelen in ons land kabelgebonden data omdat onze diensten dit -terecht- niet mogen. Met een omweg verkrijgen de diensten die toch door een ruilhandel met belangrijke partners. Dit alles onder het mom van "don't ask, don't tell" of de zogenaamde regel van de "derde dienst".

Ik had hieromtrent dan ook volgende vragen:

1) Volgen al onze veiligheidsdiensten ten allen tijde het principe dat de informatie die zij van buitenlandse diensten bekomen op een manier is verzameld die spoort met de wetgeving en de principes van onze rechtstaat? Ik verwijs naar bijvoorbeeld data die werden bekomen via marteling in een derde land en zo ja, kan u zeer gedetailleerd aangeven hoe en wie dit systematische nagaat en op basis van welke principes? Zo neen, behoeft dit geen dringende bijsturing?

2) Moet in het licht van het rapport van de Nederlandse CTIVD er ook bij ons geen herevaluatie plaatsvinden van de samenwerking mat buitenlandse inlichtingendiensten zoals de NSA? Zo neen, waarom niet? Zo ja, kan u toelichten?

3) Welke minimale eisen stellen we heden reeds aan de buitenlandse diensten waarvan we data ontvangen en de door hen bekomen informatie wat betreft de "acceptabele" oorsprong van de informatie? Kan u dit zeer gedetailleerd toelichten naar minimumnormen toe?

4) Bent u het eens met de aanbeveling die in Nederland naar voor wordt gebracht dat elk doorsturen vanuit buitenlandse veiligheidsdiensten van metadata bestanden een voorafgaande handtekening van de minister vergt zoals men heden binnen de Nederlandse regering gaat invoeren? Zo ja, kan u toelichten naar inhoud en modaliteiten toe? Zo neen, waarom niet?

Antwoord ontvangen op 16 april 2014 :

Deze vragen behoren niet tot mijn bevoegdheid, maar tot die van mijn collega, de minister van Justitie, mevrouw Turtelboom. Ik zou u dan ook naar haar willen verwijzen teneinde een antwoord te verkrijgen op uw vragen.