BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2013-2014
________
9 januari 2014
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-10744

de Nele Lijnen (Open Vld)

aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, en staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________
Directie-generaal Personen met een handicap - Aanvragen van invaliditeitsattesten - Afhandelingsduur - Evolutie
________
invaliditeitsverzekering
administratieve formaliteit
gehandicapte
administratieve procedure
leeftijdsverdeling
officiële statistiek
________
9/1/2014Verzending vraag
14/3/2014Rappel
25/3/2014Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-10744 d.d. 9 januari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik kom terug op het onderwerp dat ik reeds aanhaalde in vraag 5-3114. Om een zicht te krijgen op de evolutie inzake deze materie, herhaal ik dus de meeste vragen.

1) Hoeveel bedroeg de gemiddelde wachttijd voor de gehandicapte wat betreft de behandeling van zijn/haar dossier in respectievelijk 2011, 2012 en 2013?

2) Door efficiënter te werken vermijdt de overheid verwijlintresten. Hoeveel besparing voor de overheid leverde de inkrimping van de wachttijd op voor 2011, 2012 en 2013?

3) Hoeveel mensen hebben heden recht op een federale tegemoetkoming voor gehandicapten?

4) Hoeveel bedroeg de gemiddelde leeftijd van de aanvrager in respectievelijk 2011, 2012 en 2013?

5) Hoeveel aanvragen voor erkenning van hun handicap werden respectievelijk in 2011, 2012 en 2013 ingediend en kan de betrokken staatssecretaris tevens aangeven hoeveel handicaps werden erkend in respectievelijk 2011, 2012 en 2013? Kunnen deze cijfers uitvoerig worden toegelicht?

6) Klopt de berichtgeving als zouden veel hoogbejaarden een tegemoetkoming aanvragen? Zo ja, wat is hiervan de oorzaak?

7) Heeft de staatssecretaris de laatste jaren een evolutie kunnen vaststellen wat betreft de gemiddelde termijn voor het afhandelen en het verlenen van de invaliditeitsattesten en kan dit worden geïllustreerd met concrete cijfers ? Wat zijn hiervan de budgettaire gevolgen?

8) Heeft de staatssecretaris, wat betreft deze cijfers en dit onderwerp, andere evoluties kunnen vaststellen? Zo ja, welke? Kan hij dit toelichten?

Antwoord ontvangen op 25 maart 2014 :

In antwoord op uw vraag, heb ik de eer u mee te delen dat

1. De gemiddelde behandelingstermijn van de aanvragen om een tegemoetkoming aan personen met een handicap:

2011: 5,0 maanden

2012: 5,1 maanden

2013: 4,3 maanden

2. Bedrag verwijlintresten:

2011: 1.054.720,38 euro

2012: 1.138.251,20 euro

2013: 1.544.422,21 euro

Opmerking: de stijging van het bedrag aan uitbetaalde verwijlintresten ondanks de daling van de gemiddelde behandelingstermijn is het gevolg van een aanpassing van de berekeningswijze van deze intresten ingevolge een aanbeveling van de federale ombudsman (aanbeveling OA 11/08 – 27 maart 2012).

3. Eind 2013 hebben 321 330 personen recht op een federale tegemoetkoming aan personen met een handicap.

4. Gemiddelde leeftijd aanvrager tegemoetkoming (eerste aanvragen):

2011: 65,2 jaar

2012: 64,8 jaar

2013: 64,4 jaar

5. Erkenningen:

Hieronder vindt u het aantal medische onderzoeken dat werd uitgevoerd in het kader van een eerste aanvraag tot medische erkenning als persoon met een handicap (al dan niet in het kader van een aanvraag voor een tegemoetkoming aan personen met een handicap) ingedeeld per jaar en met vermelding van het percentage positieve beslissingen (erkenningen), dit wil zeggen ofwel een positieve beslissing op het criterium vermindering van het verdienvermogen tot een derde of minder (kader van de IVT) ofwel minstens zeven punten op het criterium vermindering van de zelfredzaamheid (kader van de IT of THAB).

2011: 63 691 (82,6 %)

2012: 62 477 (81,1 %)

2013: 65 918 (80,8 %)

6. Hoogbejaarden

Hieronder vindt u het aantal hoogbejaarden (personen van 80 jaar en ouder) die de voorbije drie jaar een eerste aanvraag voor een tegemoetkoming aan personen met een handicap ingediend hebben en het percentage ten opzichte van het totaal aantal eerste aanvragen.

2011: 22 338 (27,8 %)

2012: 21 488 (27,4 %)

2013: 22 140 (27,3 %)

7. Gemiddelde behandelingstermijn

Sedert 2009 (9,8 maanden gemiddeld) is de gemiddelde behandelingstermijn meer dan gehalveerd (2013: 4,3 maanden gemiddeld) . Op budgettair vlak betekent dit een snellere start van de maandelijkse betalingen in geval van een positieve beslissing maar daartegenover staat een vermindering van de verschuldigde achterstallen. Op budgettair vlak heeft deze gemiddelde afhandelingstermijn dus geen significante impact.

8. We hebben geen andere evoluties vastgesteld.