BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2013-2014
________
18 oktober 2013
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-10136

de Freya Piryns (Groen)

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________
de erkenning van het fibromyalgiesyndroom
________
chronische ziekte
________
18/10/2013Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode
________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3825
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-10136 d.d. 18 oktober 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Eind april 2011 werd in de Kamer een resolutie betreffende de erkenning van het fibromyalgiesyndroom goedgekeurd. Ongeveer 2,5 % van de Belgische bevolking is getroffen door dit syndroom en steeds meer jongeren ontwikkelen de ziekte, terwijl het gaat om een ziekte die vooralsnog miskend wordt, soms onbekend is, en zelfs terzijde geschoven wordt, zowel door bepaalde leden van het medisch korps als door het publiek.

De patiënt kan door die ziekte worden geconfronteerd met ernstige materiële, fysieke en psychische problemen die zwaar om dragen zijn, die vaak leiden tot het verlies van de beroepsactiviteit en tot sociaal isolement, omdat de ziekte niet als dusdanig wordt herkend en de zieke niet de geschikte zorg krijgt.

Daarom werd in de aangenomen resolutie aan de regering gevraagd:

1) De laatste hand te leggen aan de tenuitvoerlegging van alle aspecten van het programma "Voorrang aan de chronisch zieken", opdat het dagelijkse leven van fibromyalgiepatiënten, wier gezondheidstoestand chronische zorg vereist, aanzienlijk verbetert, en dat die patiënten, naargelang van de ernst van hun symptomen, tevens in aanmerking komen voor de onderdelen gezondheid, handicap, dagelijks en beroepsleven van dat programma;

2) Haar steun te verlenen aan de biopsychosociale aanpak van de revalidatie via de multidisciplinaire teams van huisartsen, geneesheren-specialisten in de fysische geneeskunde en de revalidatie, alsook in de reumatologie, kinesisten, psychologen, ergotherapeuten en verpleegkundigen die gespecialiseerd zijn in pijnbehandeling, op grond van een levensproject dat samen met de bromyalgiepatiënt wordt uitgewerkt;

3) Op basis van de in uitzicht gestelde aanbevelingen van de studie over de behandeling van chronische pijn, de overeenkomsten van de referentiecentra voor chronische pijn in de mate van het mogelijke aan te passen en die centra structureel en adequaat te financieren, om in te spelen op de behoeften van de patiënten, de wachttijden in te perken en de alomvattende patiëntbenadering voort te zetten;

4) Te voorzien in de opwaardering van de intellectuele prestatie bij de raadpleging van de geneesheren-specialisten in de reumatologie, de fysische geneeskunde en de revalidatie, die een opleiding in de algologie hebben gevolgd;

5) Een informatiecampagne over fibromyalgie op te starten ten behoeve van de geneesheren-specialisten, de raadgevend artsen, de ziekenfondsartsen en de specialisten en alle actoren in de gezondheidszorg, om een vroegtijdige diagnose te stellen en de kwaliteit van de behandeling te verbeteren.

Kan de minister me meedelen of er reeds begonnen is met het implementeren van de gevraagde maatregelen en zo ja, hoe ver het daarmee staat?