BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2009-2010
________
12 februari 2010
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-6983

de Christine Defraigne (MR)

aan de minister van Justitie
________
Autonome werkstraffen - Aantal begunstigden - Plaats van prestatie - Kostprijs - Dienst Omkadering Alternatieve Gerechtelijke Maatregelen - Toegang tot de gerechtelijke antecedenten - Budget - Laattijdige uitvoering van de straffen - Maatregelen
________
vervangende straf
voltrekking van de straf
________
12/2/2010Verzending vraag
6/5/2010Einde zittingsperiode
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-6983 d.d. 12 februari 2010 : (Vraag gesteld in het Frans)

De gevangenissen in ons land zijn overbevolkt. Bijgevolg zijn er verschillende alternatieven voor de gevangenisstraf ingevoerd, bijvoorbeeld de autonome werkstraffen. Dat betekent dat gedurende een aantal uren niet-bezoldigde prestaties worden verricht ten gunste van de samenleving. Uit een brief van de Federatie van alternatieve straffen, heb ik afgeleid dat de situatie voor de Dienst Omkadering Alternatieve Gerechtelijke Maatregelen (OAGM) helaas niet helemaal duidelijk is. De autonome werkstraffen dreigen aan zin en efficiëntie in te boeten.

Kunt u mij zeggen hoeveel mensen een autonome werkstraf in plaats van een gevangenisstraf hebben gekregen in 2009, 2008 en 2007?

Een aantal van de betrokkenen hebben te kampen met zware maatschappelijke problemen, die moeilijkheden in de dagelijkse begeleiding veroorzaken. Als de omkaderingsdiensten toegang krijgen tot de gerechtelijke antecedenten van de verstrekkers, kunnen de risico's op het terrein worden beperkt en kan de goede uitvoering van de prestaties worden gewaarborgd.

De werkgevers hebben bovendien verplichtingen op het gebied van veiligheid en welzijn op het werk. Volgens de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie zou arbeidsplaats van de verstrekker als werkgever worden beschouwd. Op basis van de arbeidsplaats zou de FOD Justitie de werkgever zijn. Kunt u die situatie uitklaren en mij zeggen wie de werkgever is en wie bijgevolg de financiële lasten van de alternatieve straf moet dragen? Ik herinner eraan dat de prestatieplaatsen op vrijwillige basis aan de werkstraffen deelnemen. Denkt u bijgevolg niet dat weinigen bereid zullen zijn om die mensen op te vangen als zij voor de financiële lasten moeten opdraaien? Hoe zult u dat oplossen?

Ik had ook graag geweten welk budget toegekend wordt aan de begeleidingsdiensten van de alternatieve gerechtelijke maatregelen? Hoeveel mensen werken er?

Er moet uiteraard worden nagedacht over de zin en de efficiëntie van de prestaties die worden uitgevoerd in het kader van de alternatieve autonome werkstraffen. In theorie moeten de autonome werkstraffen worden uitgevoerd binnen de twaalf maanden die volgen op de datum waarop het vonnis definitief is geworden. In de praktijk is het aantal prestaties dat niet binnen de wettelijke termijn is uitgevoerd, aanzienlijk gestegen. Soms gebeurt dat pas drie tot vijf jaar na de feiten. Welke maatregelen zult u dus nemen om de gerechtelijke achterstand en de achterstand in de uitvoering van de autonome werkstraffen weg te werken?