5-242COM

5-242COM

Commissie voor de Sociale Aangelegenheden

Handelingen

DINSDAG 9 JULI 2013 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Nele Lijnen aan de minister van Werk over «de zelfstandigen in bijberoep en het ouderschapsverlof» (nr. 5-3615)

Mevrouw Nele Lijnen (Open Vld). - In 2010 stelde ik al vragen over het ouderschapsverlof voor zelfstandigen in bijberoep. De cijfers tonen aan dat steeds meer mensen ervoor kiezen hun vrije tijd op te offeren om zelfstandige in bijberoep te worden. Voltijdse werknemers kunnen hun ouderschapsverlof voltijds, halftijds of volgens een eenvijfderegeling opnemen. Deeltijdse werknemers kunnen hun ouderschapsverlof alleen voltijds en in schijven van minimaal één maand opnemen. Naar aanleiding van mijn eerdere vragen kreeg ik veel reacties van zelfstandigen in bijberoep die deze regeling discriminerend vinden.

In 2010 antwoordde staatssecretaris Clerfayt, in de plaats van de minister van Werk, dat de kwestie door de RVA zou worden onderzocht. Daarom heb ik voor de minister volgende vragen.

Zijn de onderzoeken bij de RVA over dit onderwerp al afgerond? Wat zijn de conclusies?

Zijn er de afgelopen twee jaar zaken veranderd aan het statuut van zelfstandigen in bijberoep? Kan de minister een overzicht geven?

Staat de minister nog steeds achter de regeling dat zelfstandigen in bijberoep hun ouderschapsverlof enkel voltijds kunnen opnemen? Of deelt ze mijn mening dat het een vorm van discriminatie is en dat bepaalde rechten van deze mensen niet worden erkend? Kan het systeem worden hervormd zodat zelfstandigen in bijberoep ook deeltijds ouderschapsverlof kunnen opnemen?

Mevrouw Monica De Coninck, minister van Werk. - De Rijksdienst voor arbeidsvoorziening heeft geen onderzoek uitgevoerd betreffende zelfstandigen in bijberoep en ouderschapsverlof.

In het koninklijk besluit betreffende het tijdskrediet van 12 december 2001 en in het koninklijk besluit voor de autonome overheidsbedrijven van 10 juni 2002 werd de bepaling ingevoerd dat een onderbrekingsuitkering in het kader van een volledige onderbreking gedurende maximaal twaalf maanden kan worden gecumuleerd met een bijkomende zelfstandige activiteit, voor zover deze bijkomende zelfstandige activiteit gedurende ten minste twaalf maanden vóór de onderbreking werd uitgeoefend.

In het kader van deze wijziging heeft de RVA voorgesteld om hetzelfde ook mogelijk te maken voor een ½- en een -vermindering. Dat betekent dat een onderbrekingsuitkering zowel bij een volledige als bij een gedeeltelijke onderbreking gedurende maximaal twaalf maanden kan worden gecumuleerd met een bijkomende zelfstandige activiteit, voor zover deze bijkomende zelfstandige activiteit werd uitgeoefend gedurende ten minste twaalf maanden vóór de onderbreking.

Behalve voor tijdskrediet en autonome overheidsbedrijven, is de algemene regel dat onderbrekingsuitkeringen in het kader van een volledige onderbreking gedurende twaalf maanden kunnen worden gecumuleerd met een bijkomende zelfstandige activiteit. Dat betekende dat de werknemer tijdens een volledige onderbreking een zelfstandige activiteit kan opstarten met behoud van onderbrekingsuitkeringen gedurende maximaal twaalf maanden. Dat werd de laatste twee jaar niet gewijzigd.

Rekening houdend met het voorstel van de RVA heb ik aan mijn diensten gevraagd een ontwerpbesluit voor te bereiden dat werknemers die een bijkomende zelfstandige activiteit uitoefenen, de mogelijkheid geeft deze te cumuleren met een gedeeltelijke onderbreking in het kader van ouderschapsverlof, voor maximaal twaalf maanden, indien de bijkomende activiteit als zelfstandige werd uitgeoefend gedurende ten minste twaalf maanden vóór de onderbreking.

Door deze laatste voorwaarde in te voegen voor alle sectoren, wordt de kans op misbruiken verminderd wanneer we de cumulatie uitbreiden naar een gedeeltelijke onderbreking. Het ouderschapsverlof is immers een vorm van loopbaanonderbreking die tot doel heeft de kwaliteit van de relatie tussen arbeidstijd en vrije tijd te verbeteren. Het is in dat opzicht belangrijk dat het ouderschapsverlof wordt gebruikt voor de opvang van het kind en niet voor de uitoefening of uitbereiding van een bijkomende zelfstandige activiteit.

Bovendien kan deze wijziging worden gezien in het kader van de harmonisatie van de reglementering van het tijdskrediet in de privésector en de loopbaanonderbreking in de openbare sector, die volgens het regeerakkoord tegen 2020 rond moet zijn.

Mevrouw Nele Lijnen (Open Vld). - Kan ik daaruit concluderen dat wie de afgelopen twaalf maanden zelfstandige in bijberoep was, het ouderschapsverlof ook in een eenvijfderegeling kan opnemen? Heeft de minister er zicht op wanneer dat systeem van start kan gaan?

Mevrouw Monica De Coninck, minister van Werk. - We moeten aan allerlei instanties advies vragen. Het voorstel zit in de pijplijn en zal vermoedelijk in het najaar van start gaan.

Mevrouw Nele Lijnen (Open Vld). - Ik wil de minister daarvoor bedanken. Het is een zeer belangrijke stap voorwaarts waar wij met onze fractie naar uitkijken. We zeggen de minister hierbij onze steun toe.