5-97COM | 5-97COM |
De heer Peter Van Rompuy (CD&V). - Een werknemer kan in de loop van zijn carrière beslissen om tijdskrediet op te nemen en zijn arbeidsprestaties volledig te schorsen. Om zijn recht op tijdskrediet uit te oefenen, moet hij aan de toekenningsvoorwaarde voldoen en moet er een schriftelijke kennisgeving plaatsvinden. Afhankelijk van het aantal werknemers in het bedrijf kan hij zijn recht dan na drie maanden of zes maanden uitoefenen.
De werkgever kan evenwel de uitoefening van het recht op tijdskrediet uitstellen om ernstige interne of externe redenen. Het uitstel kan ten hoogste zes maanden bedragen en de werkgever moet het uitstel binnen de kalendermaand volgend op de schriftelijke kennisgeving meedelen.
De uitoefening van het recht op tijdskrediet kan ook uitgesteld worden wanneer te veel werknemers tegelijkertijd minder arbeidsprestaties leveren of van plan zijn dit te doen. In een dergelijk geval wordt een voorkeur- en planningsmechanisme toegepast.
Deze beide mogelijkheden tot uitstel brengen met zich mee dat een werknemer soms meerdere jaren moet wachten op de uitoefening van zijn recht.
Om de arbeidsprestaties volledig te kunnen schorsen in het kader van het tijdskrediet, wordt vereist dat de werknemer minstens 12 maanden door een arbeidsovereenkomst met de werkgever verbonden is geweest in de loop van de 15 maanden die voorafgaan aan de schriftelijke kennisgeving van de werknemer over zijn wens om tijdskrediet op te nemen. Er wordt echter geen vereiste gesteld met betrekking tot het arbeidsregime.
Indien de werknemer zijn arbeidsprestaties wil verminderen tot een halftijdse betrekking in het kader van het tijdskrediet, wordt wel vereist dat de werknemer ten belope van drie vierde van een voltijdse betrekking in de onderneming tewerkgesteld is geweest gedurende de 12 maanden die voorafgaan aan de schriftelijke kennisgeving van de intentie het recht uit te oefenen. Ook in het kader van een 1/5-loopbaanvermindering wordt als vereiste gesteld dat de werknemer voltijds tewerkgesteld is geweest gedurende de laatste 12 maanden die voorafgaan aan de schriftelijke kennisgeving.
Graag kreeg ik van de minister antwoord op volgende vragen.
Acht ze het nodig om een voorwaarde met betrekking tot het arbeidsregime in te voeren voor werknemers die hun arbeidsprestaties volledig willen schorsen, net zoals er een voorwaarde met betrekking tot het arbeidsregime bestaat voor het halftijds tijdskrediet en de 1/5-loopbaanvermindering?
Indien ze de invoering van een voorwaarde met betrekking tot het arbeidsregime nodig acht, zou het dan niet beter zijn dat aan deze voorwaarde voldaan is in een periode die voorafgaat aan de uitoefening van het recht op tijdskrediet in plaats van aan de schriftelijke kennisgeving?
Kan ze mij zeggen wat de budgettaire kostprijs is van het volledig tijdskrediet?
Wat is het profiel van de werknemers die gebruik maken van het volledig tijdskrediet?
Mevrouw Joëlle Milquet, vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid. - De kwesties van de loopbaan van de werknemers en de toegang tot het tijdskrediet zijn opgenomen in de formateursnota en vormen momenteel het onderwerp van discussie binnen de regeringsonderhandelingen. Het lijkt mij opportuun het resultaat van deze onderhandelingen af te wachten. Toch sluit ik niet uit dat we ter zake nog nieuwe maatregelen nemen.
De informatie over de totale kostprijs van het tijdskrediet is beschikbaar op de website van de RVA. De kostprijs van de volledige onderbreking van de loopbaan via tijdskrediet bedroeg in 2010 46 miljoen euro. De kostprijs van de vermindering van prestaties via tijdskrediet bedroeg in 2010 369 miljoen euro. Daarvan gaat ongeveer 70% naar Vlaanderen en 27% naar Wallonië.
Ik geef u hierbij een kopie van de betrokken bladzijde uit het jaarverslag van de RVA.