5-86COM | 5-86COM |
M. le président. - Je vous propose de joindre ces questions orales. (Assentiment)
De heer Peter Van Rompuy (CD&V). - Al mijn vragen, en dus ook deze twee, zijn variaties op eenzelfde thema. Het verschil tussen deze twee vragen en de vorige is de context. Toen was de nota-Di Rupo er nog niet. Nu is die er wel.
Wat is het verschil - of de gelijkenis - tussen de nota-Di Rupo die op tafel ligt, en de aanbevelingen van de Europese Commissie inzake werkgelegenheid. Dat is mijn eerste vraag.
De aanbevelingen van de Europese Commissie zijn goedgekeurd, ook door de Belgische regering. Dat beaamden de eerste minister en de minister van Financiën, zij het met een licht verschil in toon, op een vraag van mij. In die aanbevelingen staat dat de wettelijke pensioenleeftijd zal worden afgestemd op de levensverwachting. Bij mijn weten is de tekst niet veranderd. Wat gaat de regering, bijvoorbeeld in het kader van de evaluatie van het generatiepact, met deze aanbeveling doen?
Mevrouw Joëlle Milquet, vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid. - Het generatiepact moet tegen oktober 2011 worden geëvalueerd. Dat was van meet af aan zo afgesproken tussen de sociale partners bij de onderhandeling over het IPA. Ik heb dus aan de Hoge Raad voor de werkgelegenheid en aan de NAR gevraagd om die evaluatie aan te vatten. Ze zijn daar intussen mee begonnen.
Er is een licht verschil tussen de aanbevelingen van de Europese Commissie en die van de Europese Raad. Er zijn verschillende amendementen ingediend en de laatste zinsnede over een verhoging van de pensioenleeftijd, luidt in het Engels `... could be considered'. De huidige pensioenleeftijd kan ter discussie worden gesteld, maar het optrekken ervan is geen algemene aanbeveling.
Ik heb ook gisteren de nota van de heer Di Rupo onder ogen gekregen. Het is een interessante en concrete nota waarin veel maatregelen staan, ook over de wijziging van ons pensioenstelsel, meer bepaald over de vervroegde pensionering. Die maatregelen zouden moeten vermijden dat werknemers vroegtijdig de arbeidsmarkt verlaten. Er zijn een aantal tamelijk moedige en noodzakelijke nieuwe maatregelen. Ze hebben eerst en vooral de bedoeling de werkgelegenheidsgraad van personen tussen 55 en 65 jaar op te krikken.
In België bedraagt de werkgelegenheidsgraad 36%, wat tien procentpunt hoger is dan tien jaar geleden. De trend is de jongste tien jaar dezelfde als in de andere Europese landen. Dat neemt niet weg dat de werkgelegenheidsgraad nog steeds lager is dan in de ons omliggende landen, waar hij 40 à 45% bedraagt. In ons nationaal hervormingsprogramma hebben wij als doelstelling een werkgelegenheidsgraad van 50% tegen 2020 ingeschreven. Daartoe zijn veel maatregelen nodig, ook inzake vervroegde oppensioenstelling en brugpensioen. Ook moeten de werknemers worden aangemoedigd om langer te werken, ten minste tot 65 jaar.
De Europese aanbevelingen verplichten België niet de wettelijke pensioenleeftijd te verhogen. We moeten eerst en vooral de werkgelegenheidsgraad voor oudere werknemers verhogen. Daarna moet een evaluatie volgen.
De nota-Di Rupo bevat een aantal interessante maatregelen die een antwoord bieden op de Europese maatregelen. We onderzoeken die nota nu en kunnen altijd amendementen met aanvullende maatregelen indienen.
De heer Peter Van Rompuy (CD&V). - De tekst van de Europese aanbeveling is dus niet gewijzigd. Er staat dat de verhoging van de pensioenleeftijd `could be considered'. Heb ik dat goed begrepen?
Mevrouw Joëlle Milquet, vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid. - Inderdaad. Die formulering wijst erop dat het niet gaat om een aanbeveling die de verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd vraagt. De eerste zin heeft het bovendien over de verhoging van de effectieve pensioenleeftijd.
De heer Peter Van Rompuy (CD&V). - Mevrouw de minister, u zegt dat we `in de eerste plaats' de werkgelegenheidsgraad van oudere werknemers moeten verhogen. Bent u het mij eens dat we, indien we daarin slagen, daarna de wettelijke pensioenleeftijd effectief zullen moeten linken aan de levensverwachting?
Mevrouw Joëlle Milquet, vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid. - Step by step. Ik heb het over de eerste fase. Voor de volgende fasen zal de toekomstige regering moeten zorgen. Gezien de werkgelegenheidssituatie in België moeten we in de eerste plaats maatregelen nemen om werkelijke pensioenleeftijd te verhogen.
De heer Peter Van Rompuy (CD&V). - We moeten er nu aan beginnen. We moeten van de evaluatie van het generatiepact gebruik maken om voor de wettelijke pensioenleeftijd een tijdschema op te stellen, zoals in andere Europese landen het geval is. Als dat niet gebeurt, dient CD&V een voorstel in waarbij geen rekening meer wordt gehouden met de leeftijd, maar met de loopbaan. We zullen een van de twee processen op gang moeten brengen. We hebben geen jaren de tijd meer.
Mevrouw Joëlle Milquet, vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid. - Uiteraard. Ik heb overigens interessante nieuwe cijfergegevens bij van een eerste officieuze evaluatie van de RVA, waaruit blijkt dat de werkgelegenheidsgraad voor oudere werknemers verhoogt en het aantal burgpensioenen afneemt. Dat is positief.
De aanbevelingen van de Europese Raad en de Europese Commissie voor België zijn een beetje eigenaardig. Zo krijgt Frankrijk geen enkele aanbeveling inzake de pensioenleeftijd. De Franse regering heeft een reeks crisismaatregelen genomen, maar aan het einde van de rit is de pensioenleeftijd in dat land 62 jaar. Bij ons is dat 65 jaar voor mannen en vrouwen. In andere Europese landen is de wettelijke pensioenleeftijd voor vrouwen van 62 tot 65 jaar verhoogd. De Europese Commissie heeft die landen daarvoor gefeliciteerd. België heeft die aanpassing al eerder doorgevoerd. De aanbevelingen voor ons land zijn dan ook vrij streng in vergelijking met die voor andere landen.
De verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd staat overigens niet in het programma van CD&V.
De heer Peter Van Rompuy (CD&V). - We stellen wel voor om het pensioen te berekenen op basis van het aantal jaren werk.
Mevrouw Joëlle Milquet, vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid. - De loopbanen moeten inderdaad langer worden.