SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2020-2021 Zitting 2020-2021
________________
12 novembre 2020 12 november 2020
________________
Question écrite n° 7-828 Schriftelijke vraag nr. 7-828

de Stephanie D'Hose (Open Vld)

van Stephanie D'Hose (Open Vld)

au vice-premier ministre et ministre de la Justice, chargé de la Mer du Nord

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie, belast met Noordzee
________________
Médias sociaux - Faux comptes - Lutte - Article 210bis du Code pénal - Répression Sociale media - Valse accounts - Bestrijding - Artikel 210bis van het Strafwetboek - Handhaving 
________________
médias sociaux
fraude
sanction pénale
communauté virtuelle
sociale media
fraude
strafsanctie
virtuele gemeenschap
________ ________
12/11/2020Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 17/12/2020)
26/1/2021Antwoord
12/11/2020Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 17/12/2020)
26/1/2021Antwoord
________ ________
Question n° 7-828 du 12 novembre 2020 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 7-828 d.d. 12 november 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Conformément à l'article 210bis du Code pénal, le fait d'introduire dans un système informatique, de modifier ou d'effacer des données, qui sont stockées, traitées ou transmises par un système informatique, ou de modifier par tout moyen technologique l'utilisation possible des données dans un système informatique et par là de modifier la portée juridique de telles données, en manipulant sciemment ces données, est punissable. Un dol général suffit en la matière, il ne doit pas nécessairement y avoir une intention particulière de nuire.

On sait que certains groupes utilisent de faux profils pour exercer une influence négative sur l'opinion publique. Des comptes sont aussi utilisés pour soutirer de l'argent à des personnes. De jour en jour, les médias sociaux jouent un rôle de plus en plus important dans la vie sociale ; c'est une réalité implacable. Il ne peut dès lors pas y avoir d'impunité dans ce domaine.

Compte tenu des compétences concernées en la matière, la Justice et les TIC en l'occurrence, la présente question porte sur une compétence transversale, partagée avec les Communautés.

Je souhaiterais dès lors poser les questions suivantes :

1) Quelles sont les données disponibles ou les études en cours en ce qui concerne le nombre de comptes de ce type ?

2) Comment se fait-il que depuis la première condamnation par le tribunal correctionnel de Gand le 21 septembre 2011, la création de faux profils n'a quasiment plus entraîné de condamnations par la suite ?

3) Pouvez-vous indiquer, par année, le nombre de personnes poursuivies et effectivement condamnées pour avoir créé un faux profil sur les médias sociaux, et ce pour les trois dernières années ?

4) À l'heure actuelle, les profils créés sous un faux nom passent habituellement entre les mailles du filet, étant donné que la victime n'est pas un individu mais bien la société dans son ensemble et la démocratie qui la sous-tend. Que prévoit la Justice pour poursuivre de tels délits ?

 

Volgens artikel 210bis van het Strafwetboek is het invoeren, wijzigen, gebruiken of wissen van gegevens die worden opgeslagen, verwerkt of overgedragen door middel van een informaticasysteem, in te voeren in een informaticasysteem, te wijzigen, te wissen of met enig ander technologisch middel de mogelijke aanwending van gegevens in een informaticasysteem te veranderen, waardoor de juridische draagwijdte van dergelijke gegevens verandert in de wetenschap dat men hiermee gegevens manipuleert, strafbaar. Een algemeen opzet volstaat, er hoeft geen bijzonder oogmerk om te schaden zijn.

Het is bekend dat bepaalde groeperingen gebruik maken van dergelijke profielen om een negatieve invloed uit te oefenen op de publieke opinie. Bovendien zien we ook accounts die gebruikt worden om mensen bedrieglijk hun geld te ontnemen. Het is een onontkoombare realiteit dat sociale media-kanalen elke dag een grotere rol beginnen te spelen in het maatschappelijke leven. Er kan bijgevolg geen wetteloosheid heersen.

Wat betreft het transversaal karakter van de vraag: gezien de bevoegdheden in deze materie, Justitie en ICT, betreft het een transversale aangelegenheid met de Gemeenschappen.

Ik had dan ook volgende vragen:

1) Welke gegevens zijn er beschikbaar of welke onderzoeken zijn lopende over de hoeveelheid van dergelijke accounts?

2) Hoe komt het dat er sinds de eerste veroordeling op 21 september 2011 door de correctionele rechtbank van Gent amper veroordelingen voor het aanmaken van valse profielen volgden?

3) Kan u op jaarbasis meedelen hoeveel personen vervolgd werden en hoeveel personen effectief werden veroordeeld voor het aanmaken van een vals profiel op sociale media en dit voor de laatste drie jaar?

4) Vandaag de dag vallen profielen aangemaakt onder een valse naam steevast uit de boot aangezien het slachtoffer geen individu is, maar eerder de samenleving als geheel en de democratie waar deze op steunt. Wat zijn de plannen van Justitie om dergelijke misdrijven te vervolgen?

 
Réponse reçue le 26 janvier 2021 : Antwoord ontvangen op 26 januari 2021 :

1) & 3) Malheureusement, la base de données du Collège des procureurs généraux ne nous permet pas de répondre aux questions sur les chiffres. Il n’est pas possible de distinguer les affaires concernant de faux profils sur les médias sociaux d’autres affaires de criminalité informatique.

2) & 4) Il convient d’indiquer que ce sont les procureurs du Roi qui sont chargés de la recherche et de la poursuite des infractions. Le procureur du Roi a un devoir et un droit général d’information. Dans le cadre légal actuel, le procureur du Roi détermine également les matières dans lesquelles les infractions sont prioritairement recherchées dans son arrondissement.

En tant que ministre de la Justice, j’établis les directives de politique criminelle, y compris celles de la politique de recherche et de poursuites, après avoir pris l’avis du Collège des procureurs généraux.

Dans mon plan stratégique du 4 novembre 2020, j’ai déjà indiqué que nous allions nous employer à lutter contre les infractions commises en ligne. L’Internet ne peut pas être un refuge pour les criminels.

1) & 3) De gegevensbank van het College van procureurs-generaal laat helaas niet toe om de vragen naar cijfergegevens te beantwoorden. Het is niet mogelijk om de zaken met betrekking tot valse profielen op sociale media te onderscheiden van andere zaken met betrekking tot informaticacriminaliteit.

2) & 4) Er dient te worden gewezen op het feit dat het de procureurs des Konings zijn die belast worden met de opsporing en de vervolging van de misdrijven. De procureur des Konings heeft een algemene opsporingsplicht en een algemeen opsporingsrecht. Binnen het vigerend wettelijk kader bepaalt de procureur des Konings ook de materies waarin, in zijn / haar arrondissement, de misdrijven prioritair worden opgespoord.

Als minister van Justitie leg ik wel de richtlijnen van het strafrechtelijk beleid vast, inclusief die van het opsporings- en vervolgingsbeleid, nadat het advies van het College van procureurs-generaal werd ingewonnen.

In mijn beleidsplan van 4 november 2020 heb ik al aangegeven dat er ingezet zal worden op de bestrijding van online gepleegde misdrijven. Het internet mag geen veilige haven zijn voor misdadigers.