SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2020-2021 Zitting 2020-2021
________________
9 novembre 2020 9 november 2020
________________
Question écrite n° 7-774 Schriftelijke vraag nr. 7-774

de Klaas Slootmans (Vlaams Belang)

van Klaas Slootmans (Vlaams Belang)

au vice-premier ministre et ministre de la Justice, chargé de la Mer du Nord

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie, belast met Noordzee
________________
Prisons - Convention du 7 juillet 1997 entre le Royaume de Belgique et le Royaume du Maroc sur l'assistance aux personnes détenues et le transfèrement des personnes condamnées - Application - Chiffres Gevangenissen - Overeenkomst van 7 juli 1997 tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Marokko inzake bijstand aan gedetineerde personen en overbrenging van gevonniste personen - Toepassing - Cijfers 
________________
établissement pénitentiaire
Maroc
détenu
accord bilatéral
transfèrement de détenus
strafgevangenis
Marokko
gedetineerde
bilaterale overeenkomst
overbrenging van gedetineerden
________ ________
9/11/2020Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 10/12/2020)
10/12/2020Antwoord
9/11/2020Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 10/12/2020)
10/12/2020Antwoord
________ ________
Réintroduction de : question écrite 7-581 Réintroduction de : question écrite 7-581
________ ________
Question n° 7-774 du 9 novembre 2020 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 7-774 d.d. 9 november 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Cette question écrite concerne une matière transversale puisque les entités fédérées sont notamment compétentes pour les bracelets électroniques.

La Convention entre le Royaume de Belgique et le Royaume du Maroc sur l'assistance aux personnes détenues et le transfèrement des personnes condamnées a été signée le 7 juillet 1997.

Cette convention a été ratifiée en février 1999.

1) Combien de Belges par an ont-ils, ces dix dernières années, été transférés de prisons marocaines dans des prisons belges en vertu de cette convention?

2) Combien de Marocains par an ont-ils, ces dix dernières années, été transférés de prisons belges dans des prisons marocaines en vertu de cette convention?

3) Comment le ministre évalue-t-il ces chiffres sous l'angle politique? Quelles mesures compte-t-il prendre pour appliquer cette convention à plus grande échelle?

 

Deze schriftelijke vraag betreft een transversale aangelegenheid gelet op de bevoegdheid van de deelstaten inzake onder andere enkelbanden.

Op 7 juli 1997 werd de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Marokko inzake bijstand aan gedetineerde personen en overbrenging van gevonniste personen ondertekend.

Deze overeenkomst werd geratificeerd in februari 1999.

1) Hoeveel Belgen zijn ten gevolge van deze Overeenkomst de afgelopen tien jaar (op jaarbasis) reeds overgebracht van Marokkaanse naar Belgische gevangenissen?

2) Hoeveel Marokkanen zijn de afgelopen tien jaar (op jaarbasis) ten gevolge van deze overeenkomst reeds overgebracht van Belgische naar Marokkaanse gevangenissen?

3) Welke beleidsevaluatie maakt de geachte minister uit deze cijfers? Welke maatregelen neemt hij eventueel om dit op grotere schaal toe te passen?

 
Réponse reçue le 10 décembre 2020 : Antwoord ontvangen op 10 december 2020 :

Le transfèrement de détenus vers le Maroc est rendu possible sur la base du Protocole additionnel à la Convention entre le Royaume de Belgique et le Royaume du Maroc sur l’assistance aux personnes détenues et le transfèrement des personnes condamnées du 19 mars 2007 (en vigueur depuis 2011). Ce protocole autorise le transfèrement non-volontaire, c’est-à-dire sans le consentement du détenu.

Les tableaux repris ci-dessous reprennent le nombre de cas d’application du Protocole depuis son entrée en vigueur:

1) Depuis le Maroc vers la Belgique:

– 2012: 1;

– 2013: 1;

– 2014: 1;

– 2016: 2.

2) Depuis la Belgique vers le Maroc:

– 2012: 5;

– 2013: 10;

– 2017: 3.

3) Le nombre de détenus de nationalité marocaine effectivement transférés au Maroc doit être mis en perspective.

Tout d’abord, le transfèrement n’est possible que pour des détenus qui ont fait l’objet d’une condamnation, qui doivent subir une peine privative de liberté et qui ont été placés en détention. La décision sur laquelle se fonde la condamnation doit être définitive et exécutoire. Un transfert est donc impossible en cas de détention préventive. Il convient également de tenir compte de la double nationalité belgo-marocaine, laquelle constitue une cause d’exclusion du transfèrement.

Afin de connaître le nombre de détenus qui remplissent effectivement les conditions requises pour un transfert sur la base du Protocole additionnel, il est nécessaire d’effectuer une étude de dossiers de toutes les conditions qui y sont énumérées.

Les motifs d’exclusion du transfèrement, énumérés à l’article 1er du Protocole additionnel, sont larges et visent entre autres: (1) la naissance dans l’État de condamnation ou l’installation à un âge ne dépassant pas douze ans; (2) l’octroi du statut de réfugié; (3) le séjour ininterrompu sur le territoire de l’État de condamnation pendant cinq années; (4) l’exercice d’une autorité parentale en sa qualité de père, mère, de tuteur légal vis-à-vis d’au moins un enfant séjournant de manière habituelle dans l’État de condamnation; (5) la circonstance que la personne répond à toutes les conditions à même de lui octroyer la nationalité de l’État de condamnation; (6) le mariage avec un citoyen ou une citoyenne de l’État de condamnation; (7) la résidence habituelle du père ou de la mère dans l’État de condamnation; (8) la circonstance que la personne soit atteinte d’une maladie grave ou dont la prise en charge ne peut s’effectuer dans l’État d’exécution.

À cet égard, le Maroc se montre particulièrement exigeant, une preuve doit ainsi être apportée établissant que l’intéressé ne rentre respectivement dans aucune des causes d’exclusion fixées par le Protocole. De ce fait, si l’on souhaite procéder à des transferts à une plus grande échelle, la seule solution est de revoir ces accords. Je vais donc vérifier si des accords peuvent encore être conclus.

Ces efforts seront effectués en étroite concertation avec les services concernés, notamment les départements des Affaires étrangères et de l’Asile et Migration.

Actuellement, le service de Coopération internationale de la direction générale Législation, Libertés et Droits fondamentaux du service public fédéral (SPF) Justice qui traite des dossiers de transfèrements effectue un screening permanent de la banque de données SIDIS – le programme informatique de gestion de la détention afin d’identifier les personnes entrant en ligne de compte pour un transfèrement vers le Maroc ou d’autres États. Le service travaille ensuite en collaboration avec la direction générale Établissements pénitentiaires et l’Office des étrangers afin de vérifier toutes les conditions d’application du Protocole.

De overbrenging van gedetineerden naar Marokko wordt mogelijk gemaakt op grond van het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Marokko inzake bijstand aan gedetineerde personen en overbrenging van gevonniste personen van 19 maart 2007 (in werking sinds 2011). Dat protocol staat de onvrijwillige overbrenging toe, met andere woorden de overbrenging zonder instemming van de gedetineerde.

De onderstaande tabellen bevatten het aantal gevallen van toepassing van het protocol sinds de inwerkingtreding ervan.

1) Vanuit Marokko naar België:

– 2012: 1;

– 2013: 1;

– 2014: 1;

– 2016: 2.

2) Vanuit België naar Marokko:

– 2012: 5;

– 2013: 10;

– 2017: 3.

3) Het aantal gedetineerden van Marokkaanse nationaliteit die effectief naar Marokko zijn overgebracht, moet in perspectief worden geplaatst.

Eerst en vooral kunnen enkel veroordeelde gedetineerden die een vrijheidsberovende straf moeten ondergaan en die tevens in hechtenis zijn genomen, worden overgebracht. De beslissing die aan de grondslag ligt van de veroordeling moet definitief en uitvoerbaar zijn. Een overbrenging is dus onmogelijk bij voorlopige hechtenis. Er moet ook rekening worden gehouden met de dubbele Belgisch-Marokkaanse nationaliteit, wat een uitsluitingsgrond is voor overbrenging.

Om het aantal gedetineerden die op basis van het aanvullend protocol effectief in aanmerking komt voor overbrenging te kennen, is een dossierstudie nodig van alle voorwaarden die erin zijn opgenomen.

De in artikel 1 van het Aanvullend Protocol opgesomde uitsluitingsgronden voor overbrenging zijn ruim en beogen onder andere: (1) de geboorte in de Staat van veroordeling of de vestiging daar uiterlijk op de leeftijd van twaalf jaar; (2) de toekenning van de vluchtelingenstatus; (3) het gegeven dat gedurende vijf jaar ononderbroken op het grondgebied van de Staat van veroordeling werd verbleven; (4) de uitoefening van ouderlijk gezag als vader, moeder of wettelijke voogd ten aanzien van ten minste één kind dat zijn gewone verblijfplaats heeft in de Staat van veroordeling; (5) het gegeven dat de persoon aan alle voorwaarden voldoet waardoor hem de nationaliteit van de Staat van veroordeling kan worden toegekend; (6) het huwelijk met een burger van de Staat van veroordeling; (7) de gewone verblijfplaats van de vader of moeder in de Staat van veroordeling; (8) het gegeven dat de persoon een ernstige ziekte heeft gekregen of die niet kan worden verzorgd in de Staat van tenuitvoerlegging.

Ter zake is Marokko bijzonder veeleisend. Zo moet een bewijs worden geleverd waaruit blijkt dat de betrokkene niet in aanmerking komt voor respectievelijk één van de in het Protocol vastgestelde uitsluitingsgronden. Als men dus op grotere schaal transfers wil uitvoeren, is de enige oplossing om deze overeenkomsten te herzien. Ik zal nagaan of er nog afspraken gemaakt kunnen worden. Deze inspanningen zullen worden uitgevoerd in nauwe samenwerking met de betrokken diensten, met name de departementen van Buitenlandse Zaken en Asiel en Migratie

Momenteel voert de dienst Internationale Samenwerking van het directoraat-generaal Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden van de federale overheidsdienst (FOD) Justitie, die overdrachtszaken behandelt, een permanente screening uit van de SIDIS-databank (dit is het computerprogramma voor de follow-up van de gedetineerden), met het oog op de identificatie van de personen die in aanmerking komen voor een overbrenging naar Marokko of naar andere Staten. De dienst werkt vervolgens samen met het directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen en de Dienst vreemdelingenzaken, teneinde alle toepassingsvoorwaarden van het protocol te controleren.