SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2015-2016 Zitting 2015-2016
________________
20 avril 2016 20 april 2016
________________
Question écrite n° 6-915 Schriftelijke vraag nr. 6-915

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Radicalisation - Lutte - Détenus - Accompagnement - Réintégration dans la société - Projets en matière de culture Coopération avec les Communautés Radicalisering - Strijd - Gevangenen - Begeleiding - Re-integratie in de samenleving - Projecten op het vlak van cultuur - Samenwerking met de Gemeenschappen 
________________
extrémisme
établissement pénitentiaire
détenu
coopération institutionnelle
réinsertion sociale
radicalisation
extremisme
strafgevangenis
gedetineerde
institutionele samenwerking
reclassering
radicalisering
________ ________
20/4/2016Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 19/5/2016)
23/3/2017Antwoord
20/4/2016Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 19/5/2016)
23/3/2017Antwoord
________ ________
Question n° 6-915 du 20 avril 2016 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-915 d.d. 20 april 2016 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les prisons sont souvent une source de radicalisation. Bon nombre de jeunes détenus n'entament leur carrière criminelle qu'après un premier séjour en établissement pénitentiaire. Notre pays compte le plus grand nombre de récidivistes au monde. Nos prisons ne contribuent aucunement à ce que ces personnes se soient amendées au moment de se réinsérer dans dans la société.

Par conséquent, la Justice n'est pas la seule à pouvoir garantir une bonne réintégration des anciens détenus dans notre société. Trop souvent, on ne s'intéresse qu'à la Justice alors que les Régions et Communautés ont elles aussi jouer un rôle à jouer dans la «rééducation» ou l'accompagnement et l'orientation des détenus et ex-détenus.

Ainsi, les Communautés ont un rôle essentiel à remplir dans la politique culturelle.

1) De quelle manière les Communautés sont-elles associées à l'accompagnement d'ex-détenus dans le cadre de l'offre culturelle ?

2) Des sessions spéciales d'information et d'accompagnement sont-elles organisées conjointement avec les Communautés ? Dans l'affirmative, dans quelles prisons ? Dans la négative, pourquoi ?

3) Le ministre pense-t-il comme moi qu'une bonne orientation vers le secteur culturel est une condition importante pour une réintégration réussie dans notre société ?

4) Les détenus sont-ils déjà aidés dans la dernière phase de leur détention à se tourner vers l'offre culturelle ou cet accompagnement n'est-il assuré que dans le cadre de l'accueil post-pénitentiaire ? Le ministre pense-t-il comme moi que d'importantes actions peuvent et doivent déjà être entreprises pendant la détention pour orienter le détenu vers l'offre du secteur culturel ?

5) Y a-t-il, au sein du département de la Justice, un service ou une personne chargée de coordonner la coopération avec les Communautés ou est cette tâche est-elle exclusivement laissée à la bonne volonté des responsables au sein des prisons ?

6) Au sein de la Justice, combien de personnes sont-elles chargées de cette question extrêmement importante pour la réussite de la réintégration dans la société ?

7) Le ministre pense-t-il comme moi qu'une bonne collaboration avec le secteur culturel et une bonne connaissance de l'offre culturelle sont des instruments extrêmement importants de lutte contre la récidive ?

 

Gevangenissen zijn vaak een bron van radicalisering. Vele jonge gevangenen starten hun criminele carrière pas na een eerste verblijf in de gevangenis. Ons land telt de hoogste recidivisten-cijfers ter wereld. Onze gevangenissen zorgen er geenszins voor dat mensen beter in de samenleving terugkomen.

Justitie is bijgevolg niet de enige die kan instaan voor een goede re-integratie van ex-gedetineerden in onze samenleving. Veel te vaak kijkt men enkel naar Justitie, maar ook de gewesten en gemeenschappen moeten hun rol spelen in het "heropvoeden" of het begeleiden en oriënteren van gevangenen en ex-gedetineerden.

Zo hebben de gemeenschappen een essentiële rol te vervullen in het cultuurbeleid.

1) Op welke wijze worden de gemeenschappen betrokken bij de begeleiding van ex-gedetineerden binnen het cultuuraanbod?

2) Worden er samen met de gemeenschappen in speciale infosessies en begeleiding voorzien? Zo ja, in welke gevangenissen? Zo neen, waarom niet?

3) Is de minister het met me eens dat een goede begeleiding naar de culturele sector een belangrijke voorwaarde is voor een geslaagde re-integratie in onze samenleving?

4) Worden gedetineerden reeds op het einde van hun gevangenisstraf geholpen in het begeleiden naar het cultuuraanbod of wordt dit louter overgelaten aan de opvang na de gevangenis? Is hij het met me eens dat er reeds tijdens de detentie belangrijke stappen kunnen en moeten worden gezet naar het aanbod binnen de culturele sector?

5) Is er binnen Justitie een dienst en is er iemand bezig met het coördineren van deze samenwerking met de gemeenschappen of wordt dit uitsluitend overgelaten aan de goodwill van de verantwoordelijken binnen de respectievelijke gevangenissen?

6) Hoeveel mensen zijn er binnen Justitie bezig met deze uiterst belangrijke problematiek voor een geslaagde re-integratie in de samenleving?

7) Is hij het met me eens dat een goede samenwerking met de culturele sector en een goede kennis over het cultuuraanbod een uiterst belangrijk instrument is tegen recidivisme?

 
Réponse reçue le 23 mars 2017 : Antwoord ontvangen op 23 maart 2017 :

1) à 4) et 7) En ce qui concerne les intentions et les objectifs réalisables dans le cadre de la prévention de la récidive, il est renvoyé respectivement à l’Autorité flamande (le ministre Vandeurzen), à la Communauté française (le ministre Madrane) et à la Commission communautaire commune de Bruxelles-Capitale (les ministres Frémault et Smet), étant donné leur compétence en matière de sport, de culture, de bien-être, de travail, d’enseignement, etc.

5) La coordination de l’harmonisation du fonctionnement des services des prisons avec celui des services des Communautés relève de la compétence des directeurs régionauxde la Direction générale des Etablissements pénitentiaires .

6) Il est référé aux missions des services psychosociaux au sein des prisons, qui assurent entre autres l’accompagnement des détenus lors de l’élaboration de leur plan de reclassement, en vue de l’obtention de modalités d’exécution, comme prévu dans la loi de 2006 relative au statut juridique externe, et de la détermination du contenu de leur plan de détention, comme prévu dans les dispositions de la loi de 2005 relatives au statut juridique interne en général et à la planification de la détention en particulier. 323,04 équivalents temps plein travaillent actuellement dans ces services, mais, bien que l’accompagnement précité soit la mission principale de ce service , ce n’est pas sa seule mission.

1) tot 4) en 7) Voor wat betreft de doelstellingen en de haalbare objectieven in het kader van preventie op herval wordt verwezen naar respectievelijk de Vlaamse Overheid (minister Vandeurzen), de Franse Gemeenschap (Communauté Française – minister Madrane) en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel Hoofdstad (ministers Frémault en Smet), gelet op hun bevoegdheid ter zake van sport, cultuur, welzijn, arbeid, onderwijs en dergelijke.

5) De coördinatie van de afstemming van de werking van de diensten van de gevangenissen met deze van de gemeenschappen valt onder de bevoegdheid van de regionaal directeurs van het Directoraat generaal van het gevangeniswezen.

6) Er wordt verwezen naar de opdrachten van de psychosociale diensten in de gevangenissen die (onder andere) instaan voor de begeleiding van de gedetineerden bij de opmaak van hun reclasseringsplan (met het oog op het verwerven van strafuitvoeringsmodaliteiten, zoals voorzien in de wet van 2006 betreffende de externe rechtspositie) en de invulling van hun detentieplan, zoals voorzien in de bepalingen van de wet van 2005 met betrekking tot de interne rechtspositie in het algemeen en de detentieplanning in het bijzonder. Momenteel zijn 323,04 voltijdse personeelsleden in deze diensten werkzaam, maar de hierboven vermelde begeleiding mag dan wel de hoofdopdracht van deze dienst zijn, zij is niet de enige opdracht.