SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2015-2016 Zitting 2015-2016
________________
21 octobre 2015 21 oktober 2015
________________
Question écrite n° 6-741 Schriftelijke vraag nr. 6-741

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la ministre de la Mobilité, chargée de Belgocontrol et de la Société nationale des chemins de fer belges

aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen
________________
Protection du Roi et d'autres personnalités de haut rang - Sécurité routière - Sécurité des usagers ordinaires de la route - Danger - Règlementation Beveiliging van de Koning en andere hoogwaardigheidsbekleders - Verkeersveiligheid - Veiligheid van gewone weggebruikers - Gevaar - Reglementering 
________________
Roi et famille royale
sécurité routière
police
code de la route
sécurité et gardiennage
Koning en Koninklijke familie
verkeersveiligheid
politie
verkeersregels
beveiliging en bewaking
________ ________
21/10/2015Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 19/11/2015)
24/11/2015Antwoord
21/10/2015Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 19/11/2015)
24/11/2015Antwoord
________ ________
Question n° 6-741 du 21 octobre 2015 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-741 d.d. 21 oktober 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Depuis la sixième réforme de l'État, des éléments importants des règles de la circulation ont été transférés aux Régions. Ce sont donc maintenant les Régions qui sont responsables, dans une large mesure, de la politique de sécurité routière et du Code de la route.

Mais de nombreuses règles et dispositions fédérales interviennent encore directement dans la politique de mobilité et de sécurité routière.

Il en est ainsi de la mesure relative à l'accompagnement du Roi et d'autres personnalités de haut rang effectué par les services de police fédéraux. Dans l'exercice de leur mission, ces derniers négligent de manière flagrante les règles de la circulation et menacent même gravement la sécurité des usagers de la route.

Les chauffeurs des voitures qui accompagnent se comportent comme des cowboys sauvages, ils poussent les autres véhicules dans la berme, font un bruit infernal en réglant bien fort le son de leurs sirènes, obligent d'autres véhicules à commettre des infractions au Code de la route, suscitent l'agressivité de nombreux chauffeurs et ne tiennent pas compte des feux rouges.

1. Comment la ministre peut-elle justifier que ces services de police se comportent comme des gangsters agressifs et des hooligans de la circulation?

2. La protection du Roi et d'autres personnalités de haut rang est-elle tellement plus importante que la sécurité routière et la vie des usagers de la route?

3. Pourquoi ces convois ont-ils priorité sur les règles de la circulation? Ces services de police ne doivent-ils pas se tenir à ces règles? Pourquoi le Roi et d'autres personnalités de haut rang ne doivent-ils pas tout simplement respecter les règles de la circulation comme tous les autres habitants de ce pays?

4. Un accord a-t-il été conclu avec les Régions, responsables en matière de sécurité routière?

5. A-t-il été convenu avec les Régions qui peut et ne peut pas faire usage des feux bleus et des sirènes? Qui a obtenu une autorisation? Y a-t-il eu une concertation avec les Régions à ce sujet?

6. La mission d'accompagnement du Roi et d'autres personnalités de haut rang donne-t-elle aux services de police un sauf-conduit leur permettant de foncer avec brutalité et agressivité dans un trafic dense?

7. Un véhicule doit-il se mettre en danger lui-même ainsi que d'autres usagers de la route dans la circulation pour observer les ordres des fonctionnaires de police?

8. Quand la ministre donnera-t-elle, en accord avec les Régions compétentes, des directives claires aux fonctionnaires de police et autres services publics leur indiquant qu'ils ne sont pas au-dessus des lois?

 

Sinds de zesde staatshervorming zijn belangrijke delen van de verkeersreglementering overgeheveld naar de Gewesten. Het zijn in grote mate de Gewesten die nu verantwoordelijk zijn voor het verkeersveiligheidsbeleid en de wegcode.

Toch zijn er nog tal van federale reglementen en bepalingen die rechtstreeks ingrijpen in het mobiliteitsbeleid en de verkeersveiligheid.

Zo is er de maatregel aangaande de begeleiding van de Koning en van andere hoogwaardigheidsbekleders, die uitgevoerd wordt door de federale politiediensten en die bij de uitoefening van hun opdracht de verkeersregels flagrant aan hun laars lappen en zelfs de verkeersveiligheid van de weggebruikers ernstig in gevaar brengen.

De begeleidende wagens gedragen zich als wilde cowboys, duwen andere voertuigen in de berm, maken een hels lawaai door hun sirenes luid aan te zetten, verplichten andere voertuigen verkeersovertredingen te begaan, wekken de agressie van vele voertuigbestuurders op en rijden te pas en te onpas door het rode licht.

1. Hoe kan de minister verantwoorden dat deze politiediensten zich gedragen als agressieve gangsters en verkeershooligans?

2. Is de bescherming van de Koning en andere hoogwaardigheidsbekleders zoveel belangrijker dan de veiligheid op de weg en het leven van weggebruikers?

3. Waarom hebben deze konvooien voorrang op de verkeersreglementering? Dienen deze politiediensten zich niet aan de verkeersreglementering te houden? Waarom kunnen de Koning en andere hoogwaardigheidsbekleders zich niet gewoon, net zoals alle andere inwoners van dit land, aan de verkeersregels houden?

4. Werd hierover een afspraak gemaakt met de Gewesten die instaan voor de verkeersveiligheid?

5. Werd met de Gewesten afgesproken wie al dan niet gebruik mag maken van blauwe lichten en sirenes? Wie heeft hiervoor een vergunning gekregen? Werd dit overlegd met de Gewesten?

6. Geeft de opdracht van het begeleiden van de Koning of andere hoogwaardigheidsbekleders een vrijgeleide aan de politiediensten om brutaal en agressief door het drukke verkeer te razen?

7. Dient een voertuig in het verkeer zichzelf en andere weggebruikers in gevaar te brengen door de bevelen van de politiebeambten op te volgen?

8. Wanneer zal de minister, in afspraak met de bevoegde Gewesten, duidelijke richtlijnen geven aan deze veiligheidsdiensten waaruit blijkt dat zij niet boven de wet verheven zijn?

 
Réponse reçue le 24 novembre 2015 : Antwoord ontvangen op 24 november 2015 :

1) & 2) Ces deux questions concernent le ministre de l’Intérieur.

3) Avant tout, il va de soi que les conducteurs de véhicules prioritaires sont tenus de respecter intégralement le Code de la route. Celui-ci leur accorde toutefois une série de privilèges.

Dès que l’approche d’un véhicule prioritaire est signalée par l’avertisseur sonore spécial, tout usager de la route doit immédiatement dégager et céder le passage ; au besoin, il doit s’arrêter.

Le véhicule prioritaire utilisant l'avertisseur sonore spécial peut franchir le feu rouge après avoir marqué l'arrêt et à la condition qu'il n'en résulte pas de danger pour les autres usagers.

En plus, les véhicules utilisés par les agents qualifiés ne sont pas tenus à respecter les limitations de vitesse dans les cas justifiés par l’urgence de leur mission.

Et, en général, les usagers de la route sont obligés à respecter les indications et injonctions d’un agent qualifié.

4) & 6) Le règlement technique détermine que tous les véhicules des services de police peuvent être équipés d’un feux bleu clignotant et d’un avertisseur sonore. Puisqu’il s’agit d’une prescription technique fédérale, il n’est pas nécessaire de s’accorder avec les Régions.

5) & 7) Ces deux questions concernent le ministre de l’Intérieur.

8) Il va de soi qu’il est de la responsabilité de chaque agent qualifié de prendre en compte la sécurité routière dans sa globalité.

9) Cette question concerne le ministre de l’Intérieur.

1) & 2) Deze vragen zijn gericht aan de minister van Binnenlandse Zaken.

3) Eerst en vooral dienen bestuurders van prioritaire voertuigen vanzelfsprekend de verkeersreglementering te respecteren. De Wegcode zelf kent deze bestuurders wel een aantal voorrechten toe.

De andere weggebruikers moeten onmiddellijk de doorgang vrijmaken, voorrang verlenen en zo nodig stoppen, zodra het speciaal geluidstoestel het naderen van een prioritair voertuig aankondigt.

Het prioritaire voertuig dat het speciaal geluidstoestel gebruikt mag het rood licht voorbijrijden na te hebben gestopt en op voorwaarde dat zulks geen gevaar voor de andere weggebruikers oplevert.

Bovendien zijn de voertuigen gebruikt door bevoegde personen niet gehouden om de snelheidsbeperkingen na te leven, wanneer een dringende opdracht het rechtvaardigt.

En, in het algemeen, moeten de weggebruikers de aanwijzingen en bevelen van een bevoegd persoon opvolgen.

4) & 6) Het technisch reglement bepaalt dat alle voertuigen van de politiediensten het blauwe knipperlicht en de geluidshoorn mogen voeren. Aangezien dit een technisch federaal voorschrift betreft, zijn daarover geen verdere afspraken met de Gewesten noodzakelijk.

5) & 7) Deze vragen zijn gericht aan de minister van Binnenlandse Zaken.

8) Het is vanzelfsprekend de verantwoordelijkheid van elke bevoegde persoon om met de verkeersveiligheid in haar geheel rekening te houden.

9) Deze vraag is gericht aan de minister van Binnenlandse Zaken.