SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2014-2015 Zitting 2014-2015
________________
8 janvier 2015 8 januari 2015
________________
Question écrite n° 6-379 Schriftelijke vraag nr. 6-379

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au ministre des Finances, chargé de la Lutte contre la fraude fiscale

aan de minister van Financiën, belast met de Bestrijding van de fiscale fraude
________________
Service des créances alimentaires - Fonctionnement Dienst voor alimentatievorderingen - Werking 
________________
obligation alimentaire
administration du personnel
alimentatieplicht
personeelsbeheer
________ ________
8/1/2015Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2015)
11/2/2015Antwoord
8/1/2015Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2015)
11/2/2015Antwoord
________ ________
Question n° 6-379 du 8 janvier 2015 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-379 d.d. 8 januari 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La lutte contre la pauvreté, la lutte pour un plus grand bien-être, le soutien de la famille et les allocations familiales sont des compétences des Communautés et de l'autorité fédérale.

Le Service des créances alimentaires a été créé pour permettre à l'État, en collaboration avec les services des Communautés, de recouvrer et avancer les créances alimentaires destinées aux enfants. Son action a bien sûr une incidence directe sur la politique familiale et le soutien des enfants et des familles.

Depuis le 1er janvier 2015, le Service des créances alimentaires exerce plusieurs compétences supplémentaires. Cela nécessite une réorganisation du service. Dans le même temps, nous constatons que de nombreuses personnes quittent le service, ce qui risque de lui faire perdre beaucoup de son expertise. Certes, de nouveaux agents sont recrutés mais leur formation prend beaucoup de temps et, depuis le 1er janvier 2015, le service n'est plus à même de recouvrer les arriérés de créances alimentaires.

Que compte faire le ministre pour remédier à cette situation? Procédera-t-on à des recrutements supplémentaires? Investira-t-on davantage dans la formation? Améliorera-t-on la collaboration avec les services des Communautés? Existe-t-il déjà une collaboration avec les centres d'enseignement pour adultes, les CPAS, les services de l'ONE, etc.? Comment le ministre veillera-t-il à ce que l'expertise ne se perde pas et à ce que la collaboration avec les services des Communautés s'améliore?

 

De strijd tegen armoede, de strijd voor meer welzijn, de ondersteuning van het gezin en de gezins- en kinderbijslagen zijn bevoegdheden van de Gemeenschappen en de federale overheid.

De Dienst voor alimentatievorderingen is in het leven geroepen om in samenwerking met de diensten van de Gemeenschappen ervoor te zorgen dat het onderhoudsgeld voor de kinderen door de overheid kan worden ingevorderd en voorgeschoten. Dat heeft vanzelfsprekend een rechtstreekse impact op het beleid voor de gezinnen en de ondersteuning van de kinderen en de gezinnen.

Van 1 januari 2015 af krijgt de Dienst voor alimentatievorderingen er tal van bevoegdheden bij. Dit vereist een herorganisatie van de dienst. Maar tegelijk merken we dat er heel wat mensen de dienst verlaten en dat er zo heel wat expertise dreigt verloren te gaan. Er worden wel nieuwe mensen aangeworven, maar de opleiding neemt een hele tijd in beslag en van 1 januari 2015 af zal er geen mogelijkheid meer zijn om achterstallige onderhoudsgelden in te vorderen.

Wat zal de minister doen aan deze situatie? Zullen er extra aanwervingen gebeuren? Zal er extra worden ingezet op opleiding? Zal er beter samengewerkt worden met de diensten van de Gemeenschappen? Is er vandaag al samenwerking met de CVO's, de OCMW's, de diensten van Kind en Gezin,…? Hoe zal de minister ervoor zorgen dat de expertise niet verloren gaat en dat er beter zal worden samengewerkt met de diensten van de Gemeenschappen?

 
Réponse reçue le 11 février 2015 : Antwoord ontvangen op 11 februari 2015 :

Le Service des créances alimentaires a pour missions le paiement d’avances sur la pension alimentaire et le recouvrement de la pension alimentaire et de ses arriérés.

La loi du 12 mai 2014 modifiant la loi du 21 février 2003 créant un Service des créances alimentaires au sein du SPF Finances et le Code judiciaire, en vue d'assurer le recouvrement effectif des créances alimentaires ne fait que renforcer ces missions. D’une part, en voulant atteindre plus de créanciers par l’augmentation du plafond de revenus pour l’obtention des avances. Pour ce faire, le budget nécessaire a été prévu et sera revu lors du contrôle budgétaire. D’autre part, en renforçant les moyens et possibilités de recouvrement du Service.

L’entrée en vigueur, le 1er janvier 2015, de la loi du 12 mai 2014 ne nécessitait aucune réorganisation. Il n’y a pas eu de recrutements supplémentaires. Des formations et workshops ont effectivement été organisés à l’intention des collaborateurs.

De manière générale, le Service des créances alimentaires (SECAL) a régulièrement des contacts avec les services qui s’occupent des règlements collectifs de dettes ou de gestion de budget. À la demande de quelques-uns de ces services, l’administration a d’ailleurs donné des exposés concernant le fonctionnement du SECAL.

Les partenaires par excellence sont évidemment les centres publics d’action sociale (CPAS). Il existe de ce côté une collaboration du fait de la reprise de leurs dossiers par le SECAL, ainsi que de l’aide qu’ils apportent aux créanciers d’aliments pour compléter le formulaire de demande d’intervention du SECAL.

En outre, les CPAS auront, tout comme les créanciers d’aliments d’ailleurs, la possibilité d’introduire une demande d’intervention au SECAL au moyen d’un formulaire électronique. Selon le planning, ce formulaire électronique devrait être mis à leur disposition dans le courant de l’année 2015.

De Dienst voor alimentatievorderingen heeft als opdrachten de betaling van voorschotten op alimentatiegeld en de invordering van alimentatiegeld en achterstallen ervan.

De wet van 12 mei 2014 houdende wijziging van de wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een Dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek, met het oog op een effectieve invordering van onderhoudsschulden heeft deze missie alleen maar versterkt. Enerzijds, door meer onderhoudsgerechtigden te willen bereiken via de verhoging van de inkomensgrens voor het verkrijgen van voorschotten. Om dat mogelijk te maken werd het noodzakelijke budget voorzien en dit zal herbekeken worden naar aanleiding van de begrotingscontrole.

Anderzijds, door de middelen en mogelijkheden van de Dienst om in te vorderen te versterken.

De inwerkingtreding van de wet van 12 mei 2014, op 1 januari 2015, vereiste geen reorganisatie. Er werden geen bijkomende aanwervingen gedaan. Opleidingen en workshops ten behoeve van de medewerkers werden inderdaad georganiseerd.

In het algemeen heeft de Dienst voor alimentatievorderingen (DAVO) regelmatig contact met diensten die zich bezighouden met collectieve schuldenregelingen of budgetbeheer. Op vraag van enkele van die diensten heeft de administratie trouwens uiteenzettingen gehouden over de werking van de DAVO.

De partner bij uitstek zijn natuurlijk de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW). Daarmee bestaat een samenwerking door het feit dat hun dossiers door de DAVO werden overgenomen alsook door de hulp die zij bieden aan de onderhoudsgerechtigden om het aanvraagformulier tot tussenkomst van de DAVO in te vullen.

Bovendien zullen de OCMW’s, net zoals dat trouwens voorzien is voor de onderhoudsgerechtigden, de mogelijkheid krijgen om bij de DAVO een aanvraag tot tussenkomst in te dienen door middel van een elektronisch formulier. Volgens de planning zou dit elektronisch formulier in de loop van het jaar 2015 ter beschikking worden gesteld.