SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2017-2018 Zitting 2017-2018
________________
29 novembre 2017 29 november 2017
________________
Question écrite n° 6-1661 Schriftelijke vraag nr. 6-1661

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et européennes, chargé de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, belast met Beliris en Federale Culturele Instellingen
________________
Législation linguistique - Respect - Répartition linguistique au sein des services des Affaires étrangères Taalwetgeving - Naleving - Taalverhoudingen binnen de diensten van Buitenlandse Zaken 
________________
emploi des langues
ministère
fonction publique
bilinguisme
Région de Bruxelles-Capitale
politique extérieure
taalgebruik
ministerie
overheidsapparaat
tweetaligheid
Hoofdstedelijk Gewest Brussels
buitenlands beleid
________ ________
29/11/2017Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 28/12/2017)
22/1/2018Antwoord
29/11/2017Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 28/12/2017)
22/1/2018Antwoord
________ ________
Question n° 6-1661 du 29 novembre 2017 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-1661 d.d. 29 november 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le respect de la législation sur l'emploi des langues et de la répartition linguistique au sein des administrations fédérales concernent bien entendu les Communautés. Aucune cohabitation n'est possible au niveau fédéral si l'on ne respecte pas correctement la législation linguistique, si l'on ne donne pas une image fidèle des différentes langues et groupes linguistiques existants et qu'on ne les respecte pas. Dans ce pays, la législation linguistique est en quelque sorte un ciment entre les différentes Communautés et Régions et l'autorité fédérale. Le non-respect de la législation linguistique compromet la cohésion, la cohabitation et le respect mutuel.

Les Régions sont chargées de faire respecter la législation linguistique. Les Communautés sont, elles, compétentes pour la défense et l'illustration de la langue.

Il s'agit dès lors d'une matière transversale par excellence.

Un des points essentiels dans la législation linguistique et dans la construction fédérale est que l'autorité fédérale et la Région bilingue de Bruxelles-Capitale doivent communiquer dans les deux langues. On exige des services de l'administration fédérale un parfait bilinguisme du service. Chaque habitant du pays doit pouvoir s'adresser aux services fédéraux dans sa propre langue.

Qu'en est-il de l'appartenance linguistique au sein des différents services des Affaires étrangères ? Existe-t-il des cadres linguistiques ? Sur quoi sont-ils basés ? Quels sont-ils ? A-t-on la garantie que chaque service est bilingue ? Comment se fait-il encore qu'au sein des services qui s'adressent aux habitants de la Région bilingue de Bruxelles-Capitale, une grande partie de votre personnel connaisse très mal le néerlandais, ou ne soit pas néerlandophone ? Combien de fois n'arrive-t-il pas que des habitants néerlandophones de Bruxelles doivent attendre que le « Flamand de service» soit libre et puisse leur communiquer l'information en néerlandais ?

Comment se fait-il qu'au sein des Affaires étrangères, certains services qui s'adressent entre autres à des organisations internationales, s'expriment uniquement en français ? Est-il normal que notre pays continue à se positionner à l'étranger comme pays unilingue francophone ?

Quels efforts seront-ils déployés pour garantir le bilinguisme ou trilinguisme parfait des services centraux et services bruxellois ? Quel pourcentage de francophones reçoivent-ils une prime de bilinguisme ? Quel pourcentage de néerlandophones ? Qui contrôle ce bilinguisme sur le terrain ?

Comment le ministre veillera-t-il à ce que la correspondance envoyée au départ des services centraux vers les ambassades soit parfaitement bilingue?

Le ministre est-il disposé à contrôler et à encourager le respect de la législation linguistique ? Est-il prêt à coopérer avec les Communautés à cet effet ? Prendra-t-il des initiatives en la matière, et dans l'affirmative, lesquelles ?

 

Uiteraard zijn de naleving van de taalwetgeving en het respect voor de taalverhoudingen binnen de federale overheidsadministraties zaken die de gemeenschappen aanbelangen. Zonder het correct naleven van de taalwetgeving en zonder het correct weerspiegelen en respecteren van de verschillende talen en taalgroepen, is er geen federaal samenleven mogelijk. De taalwetgeving is zowat het cement in dit land tussen de verschillende gemeenschappen, gewesten en de federale overheid. Zonder de naleving van de taalwetgeving is er geen samenhang mogelijk en dreigt het wederzijds samenleven onmogelijk te worden en het wederzijds respect te verdwijnen.

De gewesten hebben bovendien een taak inzake het naleven van de taalwetgeving. De gemeenschappen zijn dan weer bevoegd voor de luister en het gebruik der talen.

Dit is dus een bij uitstek transversale aangelegenheid.

Een van de kernpunten in heel de taalwetgeving en in de federale constructie is dat de federale overheid en het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad correct tweetalig dienen te zijn. In de administratie van de federale overheid is van de diensten een volkomen tweetalige dienstverlening vereist. Elke inwoner van het land moet in zijn taal terecht kunnen bij de federale diensten.

Hoe ziet de taalaanhorigheid eruit binnen de verschillende diensten van Buitenlandse Zaken? Zijn er taalkaders? Waarop zijn deze gebaseerd? Hoe zien die eruit? Is in elke dienst gewaarborgd dat deze ook correct tweetalig is? Hoe is het nog altijd mogelijk dat binnen de diensten die zich richten naar de inwoners van het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad een groot deel van uw administratie zeer gebrekkig Nederlands kent, laat staan Nederlandstalig is. Hoe vaak gebeurt het niet dat Nederlandstalige inwoners van Brussel moeten wachten tot de "Flamand de service" vrij is om de informatie in het Nederlands te kunnen geven?

Hoe komt het dat sommige diensten binnen Buitenlandse zaken, die zich onder andere wenden tot internationale organisaties, eentalig Franstalig opereren? Is het normaal dat dit land zich in het buitenland blijft opstellen als een eentalig Franstalig land?

Welke inspanningen zullen er gedaan worden om de perfecte tweetaligheid of drietaligheid van centrale diensten en Brusselse diensten te waarborgen? Hoeveel procent van de Franstaligen krijgen een tweetaligheidspremie? Hoeveel procent van de Nederlandstaligen? Wie controleert deze tweetaligheid op het terrein?

Hoe zal de minister erop toezien dat de correspondentie vanuit de centrale diensten naar de ambassades perfect tweetalig verloopt?

Is de minister bereid om de correcte naleving van de taalwetgeving te controleren en te stimuleren? Is de minister bereid daarvoor samen te werken met de gemeenschappen? Zal de minister initiatieven nemen ter zake, en zo ja, welke?

 
Réponse reçue le 22 janvier 2018 : Antwoord ontvangen op 22 januari 2018 :

Le service public fédéral (SPF) Affaires étrangères a pour objectif que l'appartenance linguistique de ses membres du personnel respecte au mieux l'arrêté royal fixant les cadres linguistiques du SPF Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au développement.

Les cadres linguistiques visent à la réalisation d'un équilibre linguistique de 50 % de Néerlandophones et de 50 % de Francophones à chaque niveau de la hiérarchie. Chaque service assure un service bilingue.

Les services qui s’adressent aux institutions internationales utilisent les langues de travail de ces institutions, dont souvent le français mais encore plus l’anglais.

Les membres du personnel sont stimulés à l'exercice et à l'emploi de l'autre langue nationale. Le département organise également des cours de langues. Cinquante-sept pour cent des francophones perçoivent une prime linguistique. Septante-deux pour cent des néerlandophones perçoivent une prime linguistique.

Au sein de mon département, la législation linguistique est strictement respectée, en particulier en ce qui concerne les relations avec le public et avec le personnel. Chaque plainte éventuelle qui serait faite à ce propos est examinée avec attention. Je suis ouvert à examiner avec bienveillance les initiatives éventuelles que les Communautés entreprendraient dans ce domaine.

De federale overheidsdienst (FOD) Buitenlandse Zaken streeft ernaar dat de taalaanhorigheid van zijn personeel zoveel mogelijk aansluit op het taalkaderbesluit van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

Het taalkader strekt ertoe in ieder niveau van de hiërarchie een taalevenwicht van 50 % Nederlandstalig personeel en 50 % Franstalig personeel na te streven. Elke dienst waarborgt een tweetalige dienstverlening.

De diensten die zich wenden tot internationale organisaties hanteren de werktalen van deze organisaties, waaronder vaak het Frans voorkomt, maar nog meer het Engels.

Medewerkers worden gestimuleerd om de andere landstaal zoveel mogelijk te beoefenen en te gebruiken. Ook worden taalcursussen binnen het departement georganiseerd. Zevenenvijftig procent van de Franstaligen krijgt een tweetaligheidspremie. Tweeënzeventig procent van de Nederlandstaligen krijgt een tweetaligheidspremie.

Binnen mijn departement wordt de taalwetgeving strikt opgevolgd, in het bijzonder met betrekking tot de relaties met het publiek en met het personeel. Iedere eventuele klacht die daarover geformuleerd wordt, wordt aandachtig onderzocht. Ik sta open om eventuele initiatieven die de Gemeenschappen op dit vlak zouden ondernemen, met welwillendheid te onderzoeken.