SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2014-2015 Zitting 2014-2015
________________
23 octobre 2014 23 oktober 2014
________________
Question écrite n° 6-146 Schriftelijke vraag nr. 6-146

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________________
La désignation de psychiatres judiciaires De aanstelling van gerechtspsychiaters 
________________
psychiatrie
médecine légale
psychiatrie
forensische geneeskunde
________ ________
23/10/2014Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 27/11/2014)
8/9/2017Rappel
16/11/2018Rappel
17/11/2018Antwoord
23/10/2014Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 27/11/2014)
8/9/2017Rappel
16/11/2018Rappel
17/11/2018Antwoord
________ ________
Question n° 6-146 du 23 octobre 2014 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-146 d.d. 23 oktober 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

En réponse à ma demande d'explications n° 5-407, l'ancien ministre de la Justice a déclaré que la désignation des psychiatres judiciaires n'était soumise à aucun critère (hormis le fait d'être psychiatre). Une simple désignation par le tribunal suffit.

La loi du 21 avril 2007 relative à l'internement des personnes atteintes d'un trouble mental devrait modifier la situation. Elle prévoit que les experts psychiatres doivent être reconnus par le ministre de la Santé publique. Elle fixe les conditions et procédures de cette reconnaissance. Cette loi n'est cependant toujours pas entrée en vigueur (son entrée en vigueur vient encore d'être reportée à 2013 au plus tôt).

Voici mes questions à ce sujet.

1) Où en est ce dossier ? La ministre a-t-elle déjà une idée des conditions et procédures qu'elle imposera aux experts psychiatres qui souhaitent être reconnus ? Peut-elle me les expliquer ?

2) La ministre envisage-t-elle de leur imposer une formation médicolégale spécialisée complémentaire, préalable à une reconnaissance éventuelle ? Peut-elle détailler sa réponse ?

3) A-t-elle déjà consulté sa collègue de la Justice à ce sujet ?

4) Pour quand prévoit-elle l'entrée en vigueur des règles fixant les conditions et procédures de la reconnaissance comme psychiatre judiciaire ?

 

In zijn antwoord op een eerdere vraag om uitleg (5-407) stelde de voormalige minister van Justitie dat er momenteel geen vereisten bestaan voor een aanstelling als gerechtspsychiater (buiten het feit psychiater te zijn). Gewoon een aanstelling door het gerecht volstaat.

Hier zou verandering in komen door de wet 21 april 2007 op de internering die onder meer bepaald dat psychiatrische deskundigen door de minister van Volksgezondheid erkend moeten worden. Zij legt de voorwaarden en de procedures voor het verlenen van deze erkenning vast. Deze wet is echter nog steeds niet in werking getreden (ondertussen nog maar eens uitgesteld tot ten minste 2013).

Hierover de volgende vragen:

1) Wat is de stand van zaken met betrekking tot dit dossier? Heeft de minister al een zicht op de voorwaarden en procedures die ze de psychiatrisch deskundigen zal opleggen om in aanmerking te komen voor een erkenning? Kan ze mij hier de inhoud van schetsen?

2) Overweegt de minister hen tot een bijkomende gespecialiseerde forensische opleiding te verplichten, vooraleer ze voor een erkenning in aanmerking kunnen komen? Kan ze haar antwoord duiden?

3) Pleegde ze hierover al overleg met haar collega van Justitie?

4) Voor wanneer voorziet ze de inwerkingtreding van de regels omtrent de voorwaarden en procedures voor de erkenning als gerechtspsychiater?

 
Réponse reçue le 17 novembre 2018 : Antwoord ontvangen op 17 november 2018 :

Pour ce qui concerne l'expertise psychiatrique dans le cadre de la loi du 5 mai 2014 relative à l'internement des personnes, il est prévu que l'expert (dirigeant) doit répondre à des conditions d'agrément qui seront déterminées par le Roi. Ses droits et obligations ainsi que les éventuelles sanctions en cas de non-respect des conditions d'agrément doivent également être définis.

La loi du 5 mai 2014, qui entrera en vigueur au plus tard le 1er janvier 2016 et qui remplacera la loi du 21 avril 2007 relative à l'internement des personnes atteintes d'un trouble mental, prévoit qu'une proposition sera faite à cette fin par les ministres ayant la Santé publique et la Justice dans leurs attributions. Une concertation est par conséquent prévue avec mon homologue de la Justice.

Concernant les conditions d'agrément, j'ai récemment pris connaissance d'un avis du Conseil supérieur des médecins spécialistes et des médecins généralistes du 9 octobre 2014.

Le Conseil supérieur propose d'exiger comme condition d'agrément que l'expert dirigeant concerné ait obtenu, en tant que psychiatre, une « qualification professionnelle particulière en psychiatrie médico-légale ».

Pour ce faire, le Conseil supérieur formule des critères d'agrément pour ce titre professionnel particulier de niveau 3, qui ne pourrait être obtenu que par un psychiatre après une à deux années de formation spécifique complémentaire. Des mesures transitoires sont proposées, permettant aux psychiatres actuels disposant d'un savoir et d'une expérience indéniables, d'être agréés à brève échéance.

Étant donné que ledit avis n'a été émis que très récemment, j'évaluerai dans un premier temps la plus-value et les implications pratiques de cette proposition et je me concerterai naturellement avec le ministre de la Justice.



Voor het psychiatrisch deskundigenonderzoek in het kader van de wet van 5 mei 2014 betreffende de internering van personen, is voorzien dat de (leidend) deskundige moet voldoen aan erkenningsvoorwaarden die door de Koning zullen bepaald worden. Tevens moeten hun rechten en plichten alsook de eventuele sancties bij het niet naleven van de erkenningsvoorwaarden, vastgelegd worden.

De wet van 5 mei 2014 die in werking treedt ten laatste op 1 januari 2016 en die de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis zal vervangen, bepaalt dat hiertoe een voorstel zal opgemaakt worden door de ministers die Volksgezondheid en Justitie onder hun bevoegdheid hebben. Er is dan ook overleg voorzien met mijn collega van Justitie.

Wat betreft de erkenningsvoorwaarden, nam ik onlangs kennis van een recent advies d.d. 9 oktober 2014 van de Hoge Raad van geneesheren-specialisten en van huisartsen.

De Hoge Raad stelt voor om als erkenningsvoorwaarde te vereisen dat de betrokken leidend deskundige als psychiater een « bijzondere beroepsbekwaamheid in de forensische psychiatrie » behaalde.

Hiervoor formuleert de Hoge Raad erkenningscriteria voor deze bijzondere beroepstitel niveau 3, die enkel als psychiater zou kunnen behaald worden na één tot twee jaar bijkomende specifieke vorming. Er worden wel overgangsmaatregelen voorgesteld waardoor de huidige psychiaters met onmiskenbare kennis en ervaring op korte termijn erkend zouden kunnen worden.

Gezien dit advies pas heel recent geformuleerd werd, zal ik in eerste instantie de meerwaarde en praktische implicaties van dit voorstel evalueren en uiteraard overleg plegen met de minister van Justitie.