SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2014-2015 Zitting 2014-2015
________________
23 octobre 2014 23 oktober 2014
________________
Question écrite n° 6-136 Schriftelijke vraag nr. 6-136

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des bâtiments

aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der gebouwen
________________
Police fédérale - Recrutement - Quota annuel Federale Politie - Aanwervingen - Jaarquotum 
________________
police
recrutement
police judiciaire
pénurie de main-d'oeuvre
politie
aanwerving
gerechtelijke politie
tekort aan arbeidskrachten
________ ________
23/10/2014Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 27/11/2014)
26/2/2015Antwoord
23/10/2014Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 27/11/2014)
26/2/2015Antwoord
________ ________
Question n° 6-136 du 23 octobre 2014 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-136 d.d. 23 oktober 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Un syndicat représentatif signale que le quota annuel pour le recrutement de nouveaux agents de police est actuellement de 1 000, alors qu'il en faudrait près de 1 500 pour répondre aux besoins présents et futurs (eu égard à la pyramide d'âge vieillissante). Ce trop faible quota entraîne une grave pénurie, tant pour certains corps locaux qu'à l'échelon fédéral. D'ici 2014, 30 % du personnel de la police de la route partira à la pension et le problème semble encore plus aigu du côté de la police judiciaire fédérale. Étonnamment, le syndicat affirme qu'il y a suffisamment de candidats, puisque 13 000 personnes s'étaient inscrites à l'examen de recrutement, mais seuls 10 % ont réussi, et 300 des 1 300 lauréats ont vu leur engagement retardé d'un an.

Voici mes questions :

1) La ministre reconnaît-elle que le recrutement de nouveaux agents de police en vue d'arriver à des moyens humains suffisants constitue un problème préoccupant ? La ministre confirme-t-elle les chiffres alarmants, entre autres à la police de la route et à la police judiciaire ?

2) Comment va-t-elle affronter cette pénurie, dont l'urgence ne cesse de croître ? A-t-elle un plan à cet effet et comment sera-t-il appliqué ? Ou n'a-t-elle rien projeté ?

3) Va-t-elle et peut-elle présenter à son successeur un scénario de recrutement satisfaisant ?

 

Een van de representatieve vakbonden meldt dat het jaarquotum voor aanwerving van nieuwe politieagenten momenteel 1.000 bedraagt, terwijl er bijna 1.500 nodig zijn om de huidige en te verwachten tekorten (onder andere vergrijzing) op te vangen. Dit te beperkte quotum veroorzaakt nijpende manco's, zowel bij sommige plaatselijke als het federale korps. Bij de wegpolitie zal tegen 2014 zo'n 30 % van het personeel op pensioen vertrekken en zo'n probleem blijkt bij de federale gerechtelijke politie nog veel schrijnender. De vakbond stelt - verrassend - vast dat er voldoende kandidaten zijn, want 13 000 personen schreven zich in voor het aanwervingsexamen… amper 10 % slaagde, maar van deze 1 300 werden er 300 doorgeschoven naar volgend jaar.

Hierbij de volgende vragen:

1) Beaamt de geachte minister de zorgwekkende toestand met betrekking tot de aanwerving van nieuwe politiemensen teneinde over een noodzakelijk minimum personeel te beschikken? Bevestigt de minister de onrustbarende cijfers bij onder andere de wegpolitie en de gerechtelijke politie?

2) Hoe zal zij dit dreigende tekort, dat steeds meer urgent lijkt, counteren? Heeft zij een plan ter zake en hoe zal zij dit toepassen? Of heeft zij geen beleidsplan hieromtrent?

3) Zal/kan zij haar opvolger een haalbaar en voldoeninggevend scenario met betrekking tot aanwervingen voorleggen?

 
Réponse reçue le 26 février 2015 : Antwoord ontvangen op 26 februari 2015 :

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions :

Depuis de nombreuses années déjà, le plan de recrutement annuellement réévalué par la police fédérale prévoyait un engagement de 1 200 inspecteurs de police afin de compenser les départs. Ce plan n’a jamais été honoré selon les prévisions pour diverses raisons d’opportunité (à la baisse pendant certaines années, à la hausse à d’autres moments à la suite d’événements).

A l’heure actuelle, le quota proposé est effectivement inférieur à la proposition du plan de recrutement précité en raison de divers facteurs. La Cour constitutionnelle a pris, en juillet dernier, un arrêt qui remet en cause la règle de cessation des fonctions suite au départ à la retraite pour les membres des services de police. Un groupe de travail composé de représentants des cabinets des Ministres de l’Intérieur et des Pensions ainsi que des représentants des divers syndicats évalue actuellement l’impact de cet arrêt et envisage la formulation de nouvelles règles en matière de départs à la pension. Il est bien évident que les mesures qui sont (seront) prises en la matière auront ipso facto un impact sur les besoins en personnel des différents corps de police locale et fédérale.

En outre, l’optimalisation annoncée et les débats sur les missions de base au sein de la police fédérale et des corps de police locale permettent une nouvelle mobilisation et organisation du personnel qui renforce l’efficacité sans pour autant générer une augmentation de la capacité. Dans certains services, cet exercice se traduira même par une diminution du nombre de membres du personnel nécessaires. Étant donné que les travaux sont loin d’être terminés, j’espère pouvoir communiquer sous peu des résultats pour ce qui concerne la police fédérale.

La simplification administrative générée par les développements informatiques soulage également le travail des policiers au quotidien.

Par ailleurs, les contraintes budgétaires à tous niveaux de pouvoir sont un autre élément à prendre en considération. Au terme du contrôle budgétaire, le niveau fédéral devra tenir compte des directives et prescriptions fédérales actualisées en matière de monitoring du personnel.

A l’échelon local également, force est de constater que très peu de corps de police locale ont recours à la procédure prévue par la circulaire ministérielle du 14 mai 2013 en vue de renforcer leur corps de police (2 en 2014).

L’ensemble des éléments supra permettent d’affirmer que la police est en constante évolution et que la police de demain sera sensiblement différente de celle d’hier, voire de celle d’aujourd’hui.

Dans cette optique, les autorités de police fédérale et de police locale ainsi que les chefs de corps au sein de la police fédérale et locale tentent de mener une politique durable qui veille à garantir, en termes de personnel, un équilibre entre les simulations à long terme et les besoins à court terme, entre les arrivées et les départs et, surtout, entre les tâches, les besoins et les moyens disponibles.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen:

Sinds geruime jaren voorzag het rekruteringsplan, dat jaarlijks wordt geherevalueerd door de federale politie, in een indienstneming van 1 200 inspecteurs van politie om de uitstroom te compenseren. Dit plan is nooit als dusdanig ingevuld om diverse opportuniteitsredenen (minder gedurende bepaalde jaren, dan weer meer op andere ogenblikken, vaak ingevolge gebeurtenissen waarop is ingespeeld).

Op dit moment is het voorgestelde quotum om verschillende redenen inderdaad lager dan het voorstel opgenomen in het hierboven aangehaalde rekruteringsplan. Het Grondwettelijk Hof heeft een arrest genomen, in juli laatstleden, waardoor de regels inzake ambtsneerlegging ingevolge de oppensioenstelling voor de personeelsleden van de politiediensten in vraag zijn gesteld. Een werkgroep samengesteld uit, enerzijds, vertegenwoordigers van het kabinet van de Minister van Binnenlandse Zaken en van Pensioenen, en, anderzijds, vertegenwoordigers van de verschillende vakorganisaties onderzoekt de impact van het arrest en beoogt nieuwe regels inzake de oppensioenstelling te formuleren. Het spreekt voor zich dat de maatregelen die in dit domein (zullen) worden genomen ipso facto een effect zullen hebben op de personeelsbehoeften in de verschillende korpsen van lokale politie en in het korps van de federale politie.

Bovendien laten de aangekondigde optimalisaties, alsook de kerntakendebatten binnen de federale politie en binnen lokale politiekorpsen, ook een nieuwe personeelsinzet en -organisatie toe, waarbij de effectiviteit en efficiëntie wordt versterkt zonder te leiden tot een verhoging van de personeelscapaciteit. In bepaalde diensten zal deze oefening zich zelfs vertalen in een vermindering van het nodige aantal personeelsleden. Aangezien de werkzaamheden nog volop aan de gang zijn, hoop ik voor wat de federale politie betreft, binnen afzienbare tijd met resultaten naar buiten te komen.

De administratieve vereenvoudiging, via het gebruik van informatiemiddelen en -ontwikkelingen, faciliteert eveneens het dagelijks politiewerk.

Overigens moeten ook de budgettaire beperkingen, die zich stellen op alle niveaus, in overweging worden genomen. Op federaal niveau zal na de budgetcontrole, rekening moeten worden gehouden met de geactualiseerde federale richtlijnen en voorschriften inzake de personeelsmonitoring.

Ook op lokaal niveau wordt vastgesteld dat heel weinig lokale politiekorpsen gebruik maken van de mogelijkheden van de omzendbrief van 14 mei 2013 om hun korps te versterken (2 in 2014).

Het geheel van bovenstaande elementen getuigt dat de politie voortdurend in evolutie is en dat de politie van morgen gevoelig kan/zal verschillen van die van gisteren of zelfs van vandaag.

Hierbij trachten wij, de federale en lokale politieoverheden en de korpsleidingen van zowel de federale als de lokale politie, een duurzaam beleid te voeren waarin voor de personeelsinvulling een evenwicht bewaakt wordt tussen de lange termijn simulaties en de korte termijn behoeften, tussen de instroom en de uitstroom en vooral tussen de taken, de behoeften en de beschikbare middelen.