SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2016-2017 Zitting 2016-2017
________________
2 décembre 2016 2 december 2016
________________
Question écrite n° 6-1157 Schriftelijke vraag nr. 6-1157

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des bâtiments

aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der gebouwen
________________
Sécurité routière - Accompagnement du Roi - Infractions au Code de la route - Concertation avec les Régions Verkeersveiligheid - Begeleiding van de Koning - Schenden van de verkeerswetgeving - Overleg met de Gewesten 
________________
privilège
police
circulation routière
sécurité routière
infraction au code de la route
Roi et famille royale
privilege
politie
wegverkeer
verkeersveiligheid
overtreding van het verkeersreglement
Koning en Koninklijke familie
________ ________
2/12/2016Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 5/1/2017)
26/1/2017Antwoord
2/12/2016Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 5/1/2017)
26/1/2017Antwoord
________ ________
Question n° 6-1157 du 2 décembre 2016 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-1157 d.d. 2 december 2016 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

L'escorte royale se rend quotidiennement du Palais de Laeken à celui de Bruxelles. Ce déplacement s'accompagne toujours d'un grand déploiement de force. La police montée barre les rues. On brûle les feux rouges à l'envi, on se moque d'autres dispositions du Code de la route. La voiture royale empêche les piétons de traverser la rue. En cas d'embouteillage, il arrive qu'elle emprunte la bande de circulation en sens opposé ou la piste cyclable, voire le trottoir. Bref, au lieu de donner le bon exemple, on foule aux pieds le code de la route tout en mettant en danger les autres usagers de la route.

La compétence des Régions en matière de sécurité routière s'accroît, mais les autorités fédérales, responsables des services de police, conservent bien sûr un pouvoir important dans ce domaine.

Il est certes difficile de juger si ce style de conduite et l'usage de sirènes et de gyrophares sont indispensables. On ne peut affirmer que respecter le Code de la route mettrait en péril la sécurité du Roi ou entraverait le fonctionnement de l'État. C'est tout le contraire.

On peut d'ailleurs se demander si c'est le Roi lui-même qui réclame ce privilège dénué de toute base légale. Il n'est écrit nulle part que le Roi n'est pas tenu d'observer le Code de la route ou qu'Il peut mettre en danger la sécurité des autres usagers de la route.

Pourquoi cela arrive-t-il en permanence?

Les Régions font quand même de sérieux efforts pour promouvoir la sécurité routière. Aux yeux du ministre, quel est l'effet sur des milliers de nos concitoyens qui constatent que le Roi, volontairement ou non, viole en permanence le Code de la route?

1) À quelles règles les déplacements du Roi sont)ils soumis? Quelle en est la base légale?

2) Ne serait-il pas plus intéressant pour le chef de l'État de ne plus vivre dans un monde fictif, mais de faire réellement l'expérience des problèmes de circulation, en respectant, à l'instar de milliers d'autres, le Code de la route et en faisant preuve de patience et de courtoisie.

3) Un tel comportement ne risque-t-il pas de susciter de l'hostilité envers la Maison royale?

4) Les Régions sont-elles associées à cette réglementation? La Région de Bruxelles-Capitale sait-elle que le chef de l'État enfreint systématiquement le Code de la route? S'est-on concerté à ce sujet? Au fait, a-t-on déjà demandé au chef de l'État ce qu'il pense en son for intérieur de ces pratiques, auxquelles il ne peut vraisemblablement que se plier?

5) Que fera le ministre pour juguler les multiples infractions au Code de la route commises par l'escorte policière du chef de l'État?

6) En fin de compte, qui serait responsable si des enfants ou des séniors devaient être les victimes du comportement téméraire du chauffeur et des accompagnateurs du Roi?

 

Elke dag rijdt de koninklijke escorte van het paleis van Laken naar het paleis van Brussel. Steeds opnieuw hoort daar groot machtsvertoon bij. Bereden politie zet de straten af. Er wordt veelvuldig door het rood gereden, andere verkeersregels worden consequent aan de laars gelapt. De koninklijke wagen snijdt voetgangers de weg af die de straat oversteken. Soms, in geval van files, wordt de tegenovergestelde rijstrook gebruikt of wordt op fietspaden en soms op voetpaden gereden. Kortom, in plaats van het goede voorbeeld te geven, worden de verkeersregels massaal overtreden en wordt de veiligheid van de andere weggebruikers in gevaar gebracht.

Voor de verkeersveiligheid zijn de Gewesten steeds meer bevoegd, maar natuurlijk heeft de federale overheid een belangrijke vinger in de pap, omdat deze politiediensten onder de federale bevoegdheid vallen.

Of deze rijstijl en het gebruik van de sirenes en zwaailichten ook noodzakelijk zijn, is uiteraard moeilijk te beoordelen. Men kan niet beweren dat het respecteren van de verkeersregels de veiligheid van de Koning in gevaar brengt. Men kan niet beweren dat het respecteren van de verkeersregels het functioneren van de Staat in het gedrang brengt. Integendeel.

De vraag is trouwens of de Koning zelf staat op dit privilege dat op geen enkele wijze een wettelijke basis heeft. Nergens staat dat de Koning zich niet moet houden aan de verkeersregels. Nergens staat dat de Koning de verkeersveiligheid van anderen in gevaar mag brengen.

Waarom gebeurt dit dan permanent ?

De Gewesten ondernemen nochtans ernstige pogingen om de verkeersveiligheid te verbeteren. Hoe denkt de geachte minister dat het overkomt bij duizenden landgenoten wanneer de Koning, al dan niet vrijwillig, permanent de verkeersregels overtreedt ?

1) Welke gedragsregels bestaan hierover ? Wat is de wettelijk basis hiervan ?

2) Is het niet interessanter voor het Staatshoofd om niet in een fictieve wereld te leven, maar de verkeersproblemen daadwerkelijk te ervaren door gewoon, zoals duizenden anderen, de verkeersregels na te leven en geduldig en hoffelijk in het verkeer te zijn ?

3) Zorgt dit soort gedrag niet net voor een negatieve houding tegenover het Koningshuis ?

4) Worden de Gewesten betrokken bij deze regelgeving ? Is het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op de hoogte van het systematisch schenden van zijn verkeersregels door het Staatshoofd ? Werd daarover overleg gepleegd ? Werd er eigenlijk ooit aan het Staatshoofd gevraagd wat hij zelf vindt van deze praktijken, die hij vermoedelijk gewoon moet ondergaan ?

5) Wat zal hij doen om dit veelvuldig schenden van de verkeersregels door de politionele begeleiding van het Staatshoofd aan banden te leggen ?

6) Wie is er tot slot verantwoordelijk indien er kinderen of ouderen het slachtoffer worden van het roekeloze rijgedrag van de chauffeur en de begeleiders van de Koning ?

 
Réponse reçue le 26 janvier 2017 : Antwoord ontvangen op 26 januari 2017 :

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions:

La protection du Chef de l’État est confiée par la loi à la police fédérale (1). La police fédérale prévoit à cet effet un détachement de protection près des palais royaux (DPPR).

Le DPPR assure la protection permanente du Chef de l’État, y compris lors des déplacements du Chef de l’État sur le territoire de la Région Bruxelles-Capitale.

Pour cela, des escortes de sécurité, avec engagement de véhicules prioritaires et de chauffeurs spécialement formés, sont organisées et ce, tout en appliquant le Code de la Route (2) et en veillant à limiter au maximum les désagréments des autres usagers de la voie publique, sans toutefois mettre en péril l’exécution de la mission.

Les règles de comportement relatives à l’utilisation des sirènes sont décrites dans le code de la route. Cette matière est une compétence fédérale.

La responsabilité en cas d’accident impliquant une escorte de sécurité, reste une question de fait et est évaluée par le juge compétent.

Par ailleurs, je n’ai pas connaissance de plaintes émanant d’usagers quant à la façon dont ces escortes de sécurité sont exécutées.

(1) Loi du 7 décembre 1998 relative à l’organisation d’une police intégrée, structurée à deux niveaux et Arrêté Royal du 14 novembre 2006 relatif à l’organisation et aux compétences de la police fédérale, modifié par l’Arrêté Royal du 23 août 2014

(2) Arrêté royal du 1er décembre 1975 portant règlement général sur la police de la circulation routière et de l'usage de la voie publique

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen:

De bescherming van het Staatshoofd wordt bij wet toevertrouwd aan de federale politie (1). De federale politie voorziet hiertoe in een veiligheidsdetachement bij de koninklijke paleizen (VDKP).

VDKP verzekert de permanente bescherming van het Staatshoofd, ook ter gelegenheid van verplaatsingen van het Staatshoofd op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Hiervoor worden veiligheidsescortes georganiseerd, met inzet van prioritaire voertuigen en van specifiek hiertoe opgeleide bestuurders, waarbij de wegcode (2) wordt toegepast en waarbij wordt gewaakt over het maximaal beperken van de hinder voor de andere weggebruikers, zonder de beschermingsopdracht evenwel in het gedrang te brengen.

De gedragsregels voor het gebruik van sirenes zijn omschreven in het wegverkeersreglement. Deze materie is een federale bevoegdheid.

De verantwoordelijkheid voor een ongeval waarin een veiligheidsescorte is betrokken blijft een feitenkwestie en wordt beoordeeld door de bevoegde rechter.

Ik heb verder geen weet van klachten van weggebruikers over de wijze waarop deze veiligheidsescortes worden uitgevoerd.

(1) Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus en Koninklijk besluit van 14 november 2006 betreffende de organisatie en de bevoegdheden van de federale politie, gewijzigd bij Koninklijk besluit van 23 augustus 2014

(2) Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg