5-238COM | 5-238COM |
Mevrouw Helga Stevens (N-VA). - Doven- en slechthorenden zijn in het geval van een ramp of crisis moeilijker te bereiken dan de meeste andere mensen. Ze hebben geen toegang tot de radio, nochtans een belangrijk medium voor crisiscommunicatie. Ook televisie is maar beperkt toegankelijk voor hen: veel live programma's zijn niet ondertiteld. Nochtans moeten doven en slechthorenden op gelijke voet staan met anderen en hebben ze recht op volledige toegang tot informatie, zeker in crisissituaties.
In ons land worden er stappen in de goede richting gedaan met diensten als een nood-sms, om de nooddiensten te kunnen bereiken, of een alarm-sms voor doven en slechthorenden. Deze aanpak heeft echter grote beperkingen.
Over sommige zaken zit ik nog met vragen. Nooddiensten zijn immers maar één radar bij crisiscommunicatie.
Dat bleek ook uit de gebeurtenissen tijdens en na de trein- en giframp in Wetteren. Hier oversteeg de problematiek het contacteren van de nooddienst; er was nood aan een uitgebreide communicatie tussen overheid en de hulpverlening, enerzijds, en de burger, anderzijds, zowel over de eerste hulp na het ongeval en de evacuatie als over de mogelijke risico's en de vele vragen in de nasleep. Het is dan ook van groot belang dat alle burgers correct en volledig geïnformeerd worden dankzij een heldere communicatie.
In Angelsaksische landen zoals de Verenigde Staten en Australië is het een standaardpraktijk dat tolken gebarentaal in crisissituaties worden ingezet bij de officiële communicatie van gezagdragers. Dat was bijvoorbeeld het geval bij de doortocht van de orkaan in New York en de verwoestende tornado's in het middenwesten van de VS. Op tv-beelden is zeer duidelijk te zien dat er een tolk gebarentaal naast de gezagsdrager - de burgemeester of de gouverneur - staat, zodat alle informatie meteen live in gebarentaal kan worden omgezet en doorgegeven aan de dove kijkers. Bijkomend is het belangrijk te noteren dat teletekstondertiteling ook belangrijk is, maar in geval van live uitzendingen vaak onvolledig is of zelfs achterwege blijft om van technische redenen.
Is de minister, gezien het engagement van België om in te zetten op inclusie en gezien het belang om ook dove en slechthorende burgers volledig en snel te informeren, bereid om na te gaan hoe de tolken gebarentaal, zowel Vlaamse Gebarentaal als Langue des signes belge francophone, kunnen worden ingezet in de crisiscommunicatie? Welke stappen wenst de minister hierbij te ondernemen? Zal ze hierover indien nodig overleg plegen met de gemeenschappen?
Mevrouw Joëlle Milquet, vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen. - Ik vind het een goed idee om mijn diensten samen met tolken gebarentaal, zowel Vlaamse Gebarentaal als Langue des signes belge francophone te laten nagaan hoe deze tolken kunnen worden omgezet voor crisiscommunicatie, zodat ook dove en slechthorende burgers volledig en snel kunnen worden geïnformeerd. Op basis van dat gesprek, kunnen dan, afhankelijk van de mogelijkheden, afspraken worden gemaakt over verdere stappen of initiatieven.
Het zou interessant zijn om tolken gebarentaal voor onze crisiscentra aan te werven. Als zich dan een crisissituatie voordoet, kan daarover ook via gebarentaal op tv gecommuniceerd worden. Ik zal contact opnemen met de staatssecretaris bevoegd voor Personen met een handicap, zodat we samen overleg kunnen plegen met de ter zake gespecialiseerde organisaties.
Mevrouw Helga Stevens (N-VA). - Ik dank de minister voor haar bereidheid om dit nader te bekijken. Bij de federale politie was er een werkgroep met de naam "Het reddend gebaar". Voor zover ik weet bestaat die werkgroep nog steeds. De minister kan er misschien informatie inwinnen over mogelijke samenwerking om de crisiscommunicatie beter toegankelijk te maken voor dove en slechthorende mensen. Ik wil de minister daar graag bij helpen; ze mag steeds contact met mij opnemen voor verdere informatie.
(De vergadering wordt gesloten om 11.40 uur.)