4-14

4-14

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 24 JANUARI 2008 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van mevrouw Lieve Van Ermen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over «orgaandonatie» (nr. 4-110)

Mevrouw Lieve Van Ermen (LDD). - Op 12 januari blokletterde De Standaard: `Belgen staan meeste organen af ter wereld'. België staat naast Spanje op nummer één inzake orgaandonatie. Vorig jaar telde ons land 28 donoren per miljoen inwoners. Dat is een stijging met 6,5 procent tegenover 2006. Het gaat om mensen die overleden zijn en wier organen gebruikt zijn voor een transplantatie.

De grotere beschikbaarheid van organen is te danken aan de spectaculaire stijging van het aantal geregistreerde donoren. Dat zijn de mensen die aangeven dat ze hun organen na hun dood willen afstaan. In oktober 2007 gaven 73.000 Belgen zich op als donor; in 2005 waren dat er nog maar 32.000. Daarmee staat België bovenaan de lijst van Eurotransplant, de organisatie van transplantatiecentra.

De Orde van Geneesheren ziet het als haar taak om de familie te informeren en de donatie te melden. Nochtans staan nog achthonderd mensen op de wachtlijst voor een niertransplantatie. De nier is het meest gevraagde orgaan, en eveneens het meest getransplanteerde. Dan komen de lever, de longen en het hart.

Zijn er cijfers over het aantal donaties post mortem en over het aantal levende donoren?

Zijn er cijfers beschikbaar per categorie? Zijn er gegevens per regio?

Is er een verschil in effect en impact na de actie van Beldonor en de stimulans van het GIFT-project?

Zouden niet nog meer levens kunnen worden gered door donatie post mortem te stimuleren?

Mevrouw Laurette Onkelinx, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. - Orgaantransplantaties zijn beproefde en doeltreffende behandelingen voor patiënten met terminaal falende organen. De behandeling is levensreddend, zeker wanneer het gaat om een orgaan waarvoor geen kunstmatige vervangende behandeling bestaat, zoals de lever. Door een relatieve schaarste aan organen voor transplantatie komt het helaas soms voor dat patiënten overlijden vóór er een geschikt orgaan voorhanden is.

Een belangrijke en bepalende factor is dat het aantal sterfgevallen waarbij organen voor transplantatie bruikbaar zijn, zeer klein is. Hersendode patiënten zijn de belangrijkste orgaandonoren, omdat hun organen intact zijn, maar slechts bij twee procent van alle sterfgevallen is er sprake van hersendood. Daarnaast is er nog een beperkte groep van zogenaamde asystole donoren, waarbij een orgaan wordt weggenomen na de cardiopulmonale dood. Deze laatste mogelijkheid doet zich evenwel zelden voor.

Orgaandonatie door een potentiële donor is niet altijd mogelijk wegens medische contra-indicaties. De medische kwaliteit van de organen is afhankelijk van de medische conditie van de donor. Het afgelopen decennium zien we een toename van de gemiddelde leeftijd van donoren. Er zijn ook meer donoren met een onderliggende chronische aandoening. Dat heeft een weerslag op de kwaliteit en transplanteerbaarheid van de organen.

Voor donaties post mortem werden tijdens het afgelopen jaar 2007 bij 291 donoren één of meerdere organen weggenomen en getransplanteerd: 450 nieren, 239 levers, 72 harten, 56 pancreassen en 94 longen.

Wat organen van levende donoren betreft, kunnen we alleen definitieve cijfers geven voor 2006: er werden 41 nieren afkomstig van een levende donor getransplanteerd en 19 levers. Voor 2007 werden bij Eurotransplant tot op vandaag in België 69 levende donaties gemeld.

De donatie door levende donoren is in België in opgang. Het gaat dan voornamelijk om niertransplantaties. De levertransplantatie met partiële leverdonatie van een levende donor is minder evident. Dat heeft te maken met de complexiteit van de ingreep en het niet te verwaarlozen risico voor de levende donor.

Tijdens de afgelopen legislatuur werd voor de levende donatie een bijkomende voorwaarde ingeschreven in de wet. De levende donor moet namelijk op multidisciplinaire wijze een onafhankelijke evaluatie krijgen. Deze voorwaarde biedt bijkomende medische en psychosociale garanties voor de donor en een bijkomende controle op het onbaatzuchtige karakter van het afstaan van een orgaan of een deel ervan door een levende donor.

Er zijn geen cijfers van orgaandonatie per regio beschikbaar.

De sensibiliserende projecten van de federale overheden inzake orgaandonatie en orgaantransplantatie in ons land zorgden voor een aanzienlijke toename van potentiële orgaandonoren.

De campagne Beldonor werd gelanceerd in juni 2005 als informatiecampagne voor het publiek en had als doel het aantal positieve registraties in het nationaal register te doen toenemen.

(Voorzitter: de heer Armand De Decker.)

Vandaag zijn er 77.767 mensen ingeschreven als potentiële donor na overlijden tegenover 30.000 in 2005. De toename van de positieve wilsbeschikkingen inzake orgaandonatie moet worden beschouwd als belangrijk signaal van onderlinge solidariteit van onze bevolking.

Een tweede project startte in juli 2006: het GIFT-project voor het medisch personeel van de eenheden intensieve zorg in de acute ziekenhuizen. Het project heeft tot doel de detectie en het beheer van de orgaandonoren te optimaliseren. We streven nu naar een uitbreiding van het GIFT-project naar alle ziekenhuizen van het land.

Tezelfdertijd wordt gewerkt aan opleidingen voor de zorgverstrekkers om de benadering en de begeleiding van de nabestaanden te optimaliseren en een betere opsporing van potentiële donoren mogelijk te maken. Ze maken het ook mogelijk in te spelen op de meest recente evolutie van de wetenschap.

Onze projecten kunnen er uiteindelijk toe leiden dat meer levens worden gered en dat het aantal patiënten op de wachtlijsten afneemt. Ook de wetswijziging van 25 februari 2007 biedt mogelijkheden om nieuwe initiatieven te ontwikkelen ter promotie van orgaandonatie en van transplantatiegeneeskunde in het algemeen.

Mevrouw Lieve Van Ermen (LDD). - Ik dank de minister voor het duidelijk antwoord. Toch meen ik dat, hoewel donatie anoniem is, de technologische evolutie het mogelijk moet maken anonieme gegevens te decoderen en om te zetten in een gecodeerde correlatie, zodat we een beter zicht hebben op de kosten-batenrelatie per regio.