4-196/1

4-196/1

Belgische Senaat

BUITENGEWONE ZITTING 2007

24 SEPTEMBER 2007


Voorstel van bijzondere wet tot wijziging van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, met het oog op de regionalisering van het handelsvestigingsbeleid

(Ingediend door mevrouw Anke Van dermeersch en de heer Joris Van Hauthem)


TOELICHTING


Dit voorstel van bijzondere wet neemt de tekst over van een voorstel dat reeds op 21 november 2006 in de Senaat werd ingediend (stuk Senaat, nr. 3-1931/1 — 2006/2007).

De vestiging van grootschalige detailhandel omvat diverse reglementeringen. Tevens dienen er talrijke vergunningen afgeleverd te worden. Enerzijds is er de stedenbouwkundige vergunning (gekoppeld aan een eventuele milieuvergunning) en anderzijds de socio-economische vergunning. De eerste kadert binnen de ruimtelijke ordening die tot de gewestbevoegdheden behoort. De reglementering van de tweede situeert zich dan weer binnen de federale bevoegdheden.

De Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO) is van oordeel dat beide vergunningen aan elkaar dienen gekoppeld te worden. « Dit moet een hefboom bieden voor een vereenvoudiging en een objectivering van de vergunningsprocedures. Bovendien moet dit toelaten het handelsvestigingsbeleid te koppelen aan een kernversterkend beleid en een beleid ter ondersteuning van buurtwinkels die nu ook al een gewestbevoegdheid zijn. ». (1) UNIZO pleit dan ook voor een regionalisering van de wet op de handelsvestigingen. De spreiding van de bevoegdheden voor de grootschalige detailhandel kan een beletsel zijn voor het voeren van een coherent beleid. Doordat de reglementering op de socio-economische vergunning voor de eigenlijke vestiging van grootschalige winkels op het federale niveau ligt, kunnen de gewesten geen globaal winkelvestigingsbeleid ontwikkelen en blijven de diverse procedures en vergunningen onderling niet op elkaar afgestemd.

Uit de UNIZO-analyse is bovendien gebleken dat er soms grote verschillen bestaan in het gevoerde handelsvestigingsbeleid in de diverse gewesten.

Bovendien is het zo dat het Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie dat de vergunningsdossiers moet beoordelen, zijn werkzaamheden reeds opsplitst in twee luiken ter behandeling van de dossiers per gewest. Het ligt dan ook voor de hand dat volwaardige gewestelijke distributiecomités dit nationaal comité kunnen vervangen.

Kortom, een volledige regionalisering van het handelsvestigingsbeleid — en bij uitbreiding van de vestigingsvoorwaarden in het algemeen — biedt het voordeel van de vereenvoudiging en objectivering van het vergunningsbeleid en van meer homogene bevoegdheden.

Anke VAN DERMEERSCH
Joris VAN HAUTHEM.

VOORSTEL VAN BIJZONDERE WET


Artikel 1

Deze bijzondere wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2

Artikel 6, § 1, VI, vijfde lid, 6º, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wet van 16 juli 1993, wordt opgeheven.

Art. 3

Deze wet treedt in werking op de eerste dag van de zesde maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

10 september 2007.

Anke VAN DERMEERSCH
Joris VAN HAUTHEM.

(1) « Van IKEA-wet naar Discount-wet ». 1 jaar nieuwe wet handelsvestigingen: Analyse en UNIZO-voorstellen, UNIZO-Studiedienst, 25 april 2006.