3-1923/1 | 3-1923/1 |
17 NOVEMBER 2006
De indieners van dit voorstel willen geheel naar Nederlands voorbeeld de mogelijkheid scheppen om aangiften en klachten langs elektronische weg mogelijk te maken. In Nederland werd in 2004 een wetsvoorstel van de minister van Justitie daaromtrent ingediend in de Tweede Kamer en in verschillende politieregio's lopen inmiddels zelfs allerhande proefprojecten waarbij aangifte kan worden gedaan van zogenaamde « eenvoudige strafbare feiten », als daar zijn fietsdiefstal, winkeldiefstal, vandalisme en dies meer.
Belangrijk is dat de elektronische aangifte door alle betrokken diensten van politie en justitie in Nederland zeer gunstig wordt onthaald, mits ze gepaard gaat met de nodige waarborgen van bijvoorbeeld identificeerbaarheid van de aangever, betrouwbaarheid van de inhoud en beveiliging tegen onbevoegde kennisneming en onbevoegde wijziging.
De indieners menen dat deze vorm van aangifte-doen ook in België moet mogelijk zijn en wel om de hierna omschreven redenen.
Uit de vergelijking tussen de officiële criminaliteitsstatistieken en de Nationale Veiligheidsmonitor blijkt steevast dat de aangiftebereidheid van de burger bijzonder laag is. Wanneer diezelfde burger zich voor een fietsdiefstal naar het politiekantoor begeeft, dan verwacht hij toch niet dat hij zijn fiets onmiddellijk zal terugkrijgen. Het gevolg daarvan is dat diezelfde burger zich de moeite bespaart om zich naar het kantoor te begeven waardoor de politie in het geheel niet op de hoogte wordt gebracht van het feit zelf, wat op zijn beurt nadelig is voor de volledigheid van de criminaliteitsstatistieken.
Derwijze ontstaat een totaal verkeerd beeld van de onveiligheid in ons land. Alwaar de statistieken zullen laten blijken dat bepaalde misdrijven dalen, zal het in de praktijk zo zijn dat heel wat misdrijven gewoon onbekend zijn gebleven voor de politie.
Het is van belang dat er drempelverlagend wordt gewerkt opdat de burger het van zijn kant niet laat afweten. Want al is het zo dat de politiediensten om begrijpelijke redenen niet elk misdrijf in een mum van tijd kunnen oplossen, toch is het in het kader van allerhande lopende onderzoeken van het grootste belang dat zij een precies beeld krijgen van de criminaliteit in hun respectievelijke zones. Dat laatste kan immers de ophelderingsgraad van misdrijven sterk bevorderen.
De hierna voorgestelde wijziging van het Wetboek van Strafvordering creëert de mogelijkheid om de aangifte ook langs elektronische weg te laten geschieden. Deze bepaling legt het principe vast, doch voegt er meteen aan toe dat alle modaliteiten van de wijze waarop die aangifte in de praktijk zal kunnen worden gedaan, zullen worden geregeld via een K.B. Het koninklijk besluit zal nauwkeurige eisen moeten stellen die betrekking hebben op de identificeerbaarheid van de aangever en op de betrouwbaarheid van de inhoud van de aangifte. Ook zal er beveiliging dienen te komen tegen onbevoegde kennisneming en onbevoegde wijziging.
Hoewel aangiften zich onderscheiden van klachten gelden de vormvereisten van artikel 31 ook voor klachten als omschreven in artikel 63 e.v. van het Eerste Boek van het Wetboek van Strafvordering (1) . Dat verklaart waarom enkel artikel 31 wordt gewijzigd.
Eén soort van misdrijven wordt nu reeds expliciet bij wet uitgesloten van aangifte langs elektronische weg, namelijk de zogenaamde « klachtmisdrijven » (2) .
Anke VAN DERMEERSCH Nele JANSEGERS. |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2
Artikel 31 van het Wetboek van Strafvordering wordt aangevuld met drie nieuwe leden, luidend als volgt :
« Met een ondertekende aangifte wordt gelijkgesteld de aangifte die langs elektronische weg is gedaan, mits deze voldoet aan de bij koninklijk besluit vastgestelde eisen.
Bij koninklijk besluit kunnen beperkingen worden aangebracht in de gevallen waarin aangifte langs elektronische weg wordt gedaan.
De aangifte langs elektronische weg is niet mogelijk voor de misdrijven bedoeld in artikel 2 van de Voorafgaande Titel van het Wetboek van Strafvordering. ».
16 november 2006.
Anke VAN DERMEERSCH Nele JANSEGERS. |
(1) Volgens artikel 65 van dat Boek zijn de bepalingen omtrent aangiften van overeenkomstige toepassing op klachten.
(2) Onder andere laster en eerroof, belaging, inbreuken op de Auteurswet, inbreuken op de Wet op het recht van antwoord en de Merkenwet.