2-27 | 2-27 |
De heer Jacques Devolder (VLD). - Niet alleen België is volop bezig met de hervorming van de politiediensten, ook de Nederlandse buren wijden op het ogenblik hun beste krachten aan het opvoeren van de efficiëntie van hun politiekorps. Een aantal problemen ligt in Nederland anders dan bij ons, maar toch zijn er ook raakvlakken tussen de politiestrategieën die aan beide zijden van onze noordergrens worden ontwikkeld. Bovendien lijkt de wederzijdse beïnvloeding soms verder te gaan dan wij durven te vermoeden.
Een van de problemen waarmee de Nederlandse politie momenteel heeft af te rekenen, is het gebrek aan manschappen, vooral in de grootsteden. Een recente wervingsactie bleef om uiteenlopende redenen ver onder de verwachtingen. Zo drongen in bepaalde grootsteden vrouwelijke allochtone kandidaten erop aan een hoofddoek in plaats van de klassieke politiepet te mogen dragen. Dat heeft de Nederlandse politie ertoe gebracht om over de grens te lonken, onder andere naar de politie van Brugge, dat niet ver van Zeeuws-Vlaanderen ligt.
Ze maakt gebruik van de onzekerheid die bij de Belgische politie heerst over de op til zijnde hervormingen om Belgische politieagenten te benaderen om in Nederland in dienst te treden. De Nederlandse politie is zich goed bewust van de zeer goede politieopleiding in België. Ze spiegelt de Belgen niet alleen een stabiel werkklimaat voor, maar ook een aantrekkelijk salaris. Men gewaagt van 15 000 frank netto meer per maand.
Is de minister op de hoogte van deze praktijken? Zo ja, overweegt hij maatregelen? Moet deze gang van zaken ons er niet toe aanzetten de politiebasis onafgebroken te informeren over de evolutie van de politiehervorming in ons land, zodat de mijns inziens onterechte sfeer van onzekerheid en ongerustheid wordt weggenomen? De grens met Nederland is immers lang.
De heer Antoine Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken. - Ik kan het geachte lid geruststellen; ik ben op de hoogte van die praktijken. Zo maar stellen dat de politie in Nederland 15.000 frank netto meer verdient per maand, lijkt mij wel wat voortvarend. Gaat het om de wedde, al dan niet met inbegrip van de vergoedingen? Gaat het om lager personeel, om bevorderingsgraden of om politieofficieren? Om welke van onze huidige politiediensten gaat het hier? Gaat het om de aanvangswedden of om verhoogde wedden na een zekere anciënniteit?
Om de vergelijking te kunnen maken moet een doorgedreven analyse worden gemaakt van het statuut en van de loopbanen van de Nederlandse politie?
Je voudrais profiter de l'occasion pour faire part de mon étonnement à l'égard des déclarations auxquelles se livrent certains et des préavis de grève qui sont déposés.
La réforme des polices trouve sa raison d'être dans le constat d'un certain nombre de dysfonctionnements. Sa mise en _uvre n'est donc pas une négociation à caractère social. Néanmoins, en l'état actuel des choses - et je n'ai nullement l'intention de remettre en cause ce qui était acquis sous le gouvernement précédent et ce, au nom de la continuité de l'État -, l'évaluation réalisée, notamment par l'Inspection des finances, varierait entre cinq et sept milliards.
D'ores et déjà, un effort considérable a donc été consenti. Par ailleurs, des clauses de sauvegarde dans les textes proposés assurent qu'en aucun cas, un policier ou un gendarme ne pourra connaître, demain, une situation plus défavorable. Si on ajoute cinq à sept milliards, cela signifie que la plupart d'entre eux y trouveront un avantage, ce dont je me réjouis. On ne peut en effet exiger plus de la part des services de police, notamment sur le plan qualitatif, sans consentir les efforts que cela implique.
Chez nous, les vocations se font rares et il faudra assurer une promotion suffisante pour que des jeunes de qualité se présentent aux concours de recrutement.
Je suis d'autant plus surpris par ce que je lis et par ce que j'entends que j'ai commencé la négociation syndicale et remis un document de travail dont je dois discuter avec les organisations syndicales. Cela n'a pas de sens de vouloir jouer, par rue interposée, une partie de bras de fer avec un ministre de l'Intérieur qui n'a pas encore commencé à discuter.
Je voulais profiter de votre question pour faire cette mise au point.
Deze gang van zaken kan mij er niet nog eens toe aanzetten de politiebasis onafgebroken voor te lichten, om de eenvoudige reden dat ik dat reeds doe.
Bij het begin van de zittingperiode heb ik een geïntegreerde communicatiecel geïnstalleerd bij de Algemene Rijkspolitie, die zowel via interne als externe communicatiekanalen functioneert. Wij beschikken namelijk over een call center, een zogenaamde `groene politielijn', waar elke politieman altijd met zijn vragen terecht kan bij daartoe speciaal opgeleid politiepersoneel dat desgevallend kan doorverwijzen naar bepaalde administraties.
Verder heb ik reeds 10 Infoflashes verstuurd naar het personeel, waarin de correcte stand van zaken in de politiehervorming wordt weergegeven. Zo speel ik dus kort op de bal.
De drie korpsen zijn betrokken bij alle werkgroepen en blijven ook langs dit kanaal op de hoogte van wat zich afspeelt. De drie korpsoversten, de rijkswachtcommandant, de commissaris-generaal van de gerechtelijke politie en de voorzitter van de Vaste Commissie hebben zitting in het begeleidingscomité en beschikken dus over informatie die zij aan hun basis kunnen doorgeven.
Ik lever dus heel wat inspanningen ter bevordering van de informatiedoorstroming bij de politie. Ik zie niet in hoe deze nog beter zou kunnen gebeuren.
Voor maatregelen tegen het ronselen van Belgen door de Nederlandse politie bestaat er geen wettelijke basis. Ik wens in dit verband ook te verwijzen naar de Europese richtlijnen over het vrij verkeer van personen. Als een Belgische politieman op rechtmatige wijze ontslag neemt uit zijn korps in België en een ambt ambieert bij de Nederlandse politie, dan kan ik daartegen geen maatregelen treffen. Dat zou niet alleen niet zeer democratisch zijn, maar ook niet Europees.
De heer Jacques Devolder (VLD). - Ik dank de minister voor zijn antwoord en vooral voor zijn belofte aanzienlijke budgettaire inspanningen te zullen leveren. Het cijfer is mij niet ontgaan.
Wat de ontbrekende informatie betreft, kan ik bevestigen dat de weddevergelijking werd gemaakt voor lagere politieambtenaren die reeds een opleiding hebben genoten. De Nederlandse politie is blijkbaar zeer tevreden over onze opleiding.
Deze agenten zouden overigens als grensarbeiders kunnen worden beschouwd en met toepassing van de recentelijk gesloten overeenkomsten wordt het voor betrokkenen vanuit sociaal oogpunt zeer aantrekkelijk om in Nederland te gaan werken.