1-383/4

1-383/4

Belgische Senaat

ZITTING 1997-1998

1 JULI 1998


Wetsvoorstel tot wijziging van de artikelen 488bis , b) , c) en d), van het Burgerlijk Wetboek en van artikel 623 van het Gerechtelijk Wetboek


TEKST AANGENOMEN DOOR DE COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE (1)


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2

In artikel 488bis, b) , § 1, van het Burgerlijk Wetboek wordt tussen het eerste en het tweede lid een nieuw lid ingevoegd, luidende :

« Onder voorbehoud van artikel 488bis, d) , tweede zin, blijft de vrederechter die de bewindvoerder heeft aangewezen, bevoegd voor de verdere toepassing van de bepalingen van dit hoofdstuk. »

Art. 3

In artikel 488bis, c) , § 3, eerste lid, van hetzelfde Wetboek worden tussen het woord « jaarlijks » en de woorden « en op het einde » de woorden « en in het geval bepaald in artikel 488bis, d) , tweede zin » ingevoegd.

Art. 4

In artikel 488bis, d) , van hetzelfde Wetboek wordt na de eerste zin de volgende zin ingevoegd :

« Op verzoek van dezelfde personen of ambtshalve kan de vrederechter, wanneer de beschermde persoon het kanton verlaat om zijn hoofdverblijfplaats duurzaam in een ander gerechtelijk kanton te vestigen, bij gemotiveerde beschikking, beslissen het dossier aan de vrederechter van het kanton van de nieuwe hoofdverblijfplaats over te zenden. De laatstgenoemde vrederechter wordt bevoegd. »

Art. 5

Artikel 623 van het Gerechtelijk Wetboek wordt aangevuld met een tweede lid, luidende :

« De vrederechter kan de beschermde persoon aan wie een voorlopige bewindvoerder werd toegevoegd overeenkomstig de artikelen 488bis, a) tot k) , van het Burgerlijk Wetboek bezoeken buiten zijn kanton. »


(1) Deze tekst wordt ook opgenomen in het verslag.