1-1029/1 | 1-1029/1 |
18 JUNI 1998
De Overeenkomst inzake Partnerschap en Samenwerking waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds, en de Russische Federatie, anderzijds, werd ondertekend te Korfoe op 24 juni 1994. België heeft deze Overeenkomst inzake Partnerschap en Samenwerking ondertekend. Van de bekrachtiging werd op 18 juli 1997 mededeling gedaan aan de Raad van de Europese Unie.
Aangezien de toetreding (op 1 januari 1995) van de Republiek Finland, de Republiek Oostenrijk en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie na de ondertekening van de Overeenkomst inzake Partnerschap en Samenwerking heeft plaatsgevonden, werd deze aangevuld met een Protocol, ondertekend te Brussel op 21 mei 1997.
Dit Protocol, dat de inhoud van de Overeenkomst inzake Partnerschap en Samenwerking onverlet laat (artikel 1), strekt in hoofdzaak tot het opnemen als partij bij de Overeenkomst van de Republiek Finland, de Republiek Oostenrijk en het Koninkrijk Zweden, alsmede tot het stellen van de tekst van de Overeenkomst in de Finse en de Zweedse taal (artikel 2).
Op voorstel van de Werkgroep Gemengde Verdragen van 23 oktober 1996 heeft de Interministeriële Conferentie « Buitenlands Beleid » (ICBB) op 31 december 1996 bevestigd dat het Protocol van gemengde aard is (federaal/gemeenschappen/gewesten).
De minister van Buitenlandse Zaken,
Erik DERYCKE.
Koning der Belgen,
Op de voordracht van Onze minister van Buitenlandse Zaken.
Onze minister van Buitenlandse Zaken is gelast het ontwerp van wet, waarvan de tekst hierna volgt, in Onze naam aan de Wetgevende Kamers voor te leggen en bij de Senaat in te dienen :
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Artikel 2
Het Protocol bij de Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds, en de Russische Federatie, anderzijds, gedaan te Brussel op 21 mei 1997, zal volkomen gevolg hebben.
Gegeven te Brussel, 11 juni 1998.
Van Koningswege :
De minister van Buitenlandse Zaken,
Erik DERYCKE.
BIJ DE PARTNERSCHAPS- EN SAMENWERKINGSOVEREENKOMST WAARBIJ EEN PARTNERSCHAP TOT STAND WORDT GEBRACHT TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN EN HUN LID-STATEN, ENERZIJDS, EN DE RUSSISCHE FEDERATIE, ANDERZIJDS
HET KONINKRIJK BELGIE,
HET KONINKRIJK DENEMARKEN,
DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND,
DE HELLEENSE REPUBLIEK,
DE FRANSE REPUBLIEK,
IERLAND,
DE ITALIAANSE REPUBLIEK,
HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG,
DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,
DE PORTUGESE REPUBLIEK,
DE REPUBLIEK FINLAND,
HET KONINKRIJK ZWEDEN,
HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIE EN NOORD-IERLAND,
Verdragsluitende Partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,
hierna « Lid-Staten » te noemen, en
DE EUROPESE GEMEENSCHAP, DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL EN DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE,
hierna « de Gemeenschap » te noemen,
enerzijds, en
DE RUSSISCHE FEDERATIE,
anderzijds,
In verband met de toetreding op 1 januari 1995 van de Republiek Finland, de Republiek Oostenrijk en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie en uit dien hoofde tot de Gemeenschap,
ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN :
Artikel 1
De Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden zijn Verdragsluitende Partijen bij de Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds, en de Russische Federatie, anderzijds, die op 24 juni1994 te Korfoe werd ondertekend en hierna zal worden aangeduid als « de Overeenkomst »; evenals de andere Lid-Staten van de Gemeenschap hechten zij hun goedkeuring aan, respectievelijk nemen zij nota van de tekst van de Overeenkomst en de aan de op dezelfde datum ondertekende slotakte gehechte gemeenschappelijke verklaringen, briefwisselingen en de verklaring van de Russische Federatie.
Artikel 2
De teksten van de Overeenkomst, de Slotakte en alle daaraan gehechte documenten zijn tevens opgesteld in de Finse en de Zweedse taal. Zij worden aan dit Protocol gehecht en zijn gelijkelijk authentiek als de teksten in de andere talen waarin de Overeenkomst, de Slotakte en de daaraan gehechte documenten zijn opgesteld.
Artikel 3
Dit Protocol is opgesteld in tweevoud in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse, de Zweedse en de Russische taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.
Artikel 4
Dit Protocol wordt door de Overeenkomstsluitende Partijen volgens hun eigen procedures goedgekeurd.
Het Protocol treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na de datum waarop de Partijen elkaar ervan kennisgeving doen dat de in de eerste alinea bedoelde procedures zijn voltooid.
Fait à Bruxelles, le vingt-et-un mai mil neuf cent quatre-vingt-dix-sept.
Gedaan te Brussel, de eenentwintigste mei negentienhonderd zevenennegentig.
Voorontwerp van wet houdende instemming met het Protocol bij de Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds, en de Russische Federatie, anderzijds, gedaan te Brussel op 21 mei 1997.
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2
Het Protocol bij de Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds, en de Russische Federatie, anderzijds, gedaan te Brussel op 21 mei 1997, zal volkomen gevolg hebben.
De RAAD VAN STATE, afdeling wetgeving, vierde kamer, op 21 april 1998 door de minister van Buitenlandse Zaken verzocht hem, binnen een termijn van ten hoogste een maand, van advies te dienen over een voorontwerp van wet « houdende instemming met het Protocol bij de Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds, en de Russische Federatie, anderzijds, gedaan te Brussel op 21 mei 1997 », heeft op 3 juni 1998 het volgende advies gegeven :
Bij het ontwerp zijn geen opmerkingen te maken.
De kamer was samengesteld uit :
De heer R. ANDERSEN, kamervoorzitter;
De heren C. WETTINCK en P. LIÉNARDY, staatsraden;
De heren F. DELPERÉE en J.-M. FAVRESSE, assessoren van de afdeling wetgeving;
Mevrouw M. PROOST, griffier.
Het verslag werd uitgebracht door de heer B. JADOT, auditeur. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door de heer A. LEFÈBVRE, adjunct-referendaris.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer R. ANDERSEN.
| De Griffier, | De Voorzitter, |
| M. PROOST. | R. ANDERSEN. |