2-237 | 2-237 |
Mevrouw Erika Thijs (CD&V). - In de kranten van vorige week las ik dat piercers en tatoeëerders binnenkort een kwaliteitslabel krijgen. Met het label zouden de tatoeëerders en piercers duidelijk maken dat ze de regels van de Hoge Gezondheidsraad volgen. De minister heeft een aantal hygiënische maatregelen voorgesteld, zoals het dragen van handschoenen en het gebruik van gesteriliseerd materiaal.
De minister beweert niet te weten hoeveel tatoeëerders en piercers er in België zijn. Maar hij verklaart ook dat de tatoeëerders via hun eigen organisaties moeten worden bereikt. Er bestaat een Belgische bond van tatoeëerders die welgeteld 23 leden telt. Een van de redenen waarom niet meer leden zich bij de bond aansluiten, is dat de leden elkaar moeten controleren. Het ligt niet voor de hand de controle van een sector aan die sector zelf toe te vertrouwen. We laten slagers toch ook niet elkaar controleren!
Graag had ik van de minister vernomen wie de toepassing van het kwaliteitslabel voor tatoeëerders en piercers zal controleren.
Hoe zal hij de piercers en tatoeëerders die het kwaliteitslabel niet respecteren, bestraffen?
Is het niet mogelijk een aparte registratie te organiseren voor de tatoeëerders en piercers, zodat ze niet langer onder de sector van de schoonheidssalons vallen?
Is er volgens de minister een opleiding nodig om het beroep van tatoeëerder uit te oefenen?
Moet er geen leeftijdsgrens zijn om een tatoeage te laten plaatsen?
De heer Jef Tavernier, minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. - Ik kan de vraag van mevrouw Thijs nog niet volledig beantwoorden omdat de bespreking van de problematiek met de sector zelf en met de consumentenorganisaties nog aan de gang is.
We hebben besloten samen met de verantwoordelijken van de sector en de consumentenorganisaties aan een kwaliteitslabel te werken, zodat het voor de consument duidelijk wordt welke tatoeëerders en piercers op een professionele manier werken. Het label zou gebaseerd zijn op coregulering, autocontrole en autofinanciering. Het overleg dienaangaande is nog niet afgerond.
Het is niet de bedoeling dat de overheid controle op het label uitoefent. We beperken ons tot de uitwerking ervan en gaan ervan uit dat de sector zelf instaat voor de controle. Ik geef toe dat de tatoeëerders en piercers die zich in het grijze circuit bevinden, niet op een sluitende wijze kunnen worden gecontroleerd. Dat geldt enkel voor de personen die het label aanvragen.
Daarnaast moet de overheid zorgen voor informatie, preventie en samenwerking.
Het label dat we willen uitwerken, zal niet worden opgenomen in een nieuwe wet of regelgeving. Er is voldoende wetgeving. De basiswetgeving is de wet van 1994 op de consumentenbescherming. Wie zich daar niet aan houdt, is strafbaar. Een specifieke reglementering is dus niet nodig. Omdat iemand het label kwijtspeelt, is hij nog niet strafbaar. Het is wel voor iedereen duidelijk dat men moet opletten met een tatoeëerder of piercer die geen label heeft. Wie dat label wel haalt, is in orde met de regelgeving, de hygiënevoorschriften en eventuele bijkomende criteria.
Tatoeëerders zijn meestal zelfstandigen en moeten zich als dusdanig laten registreren bij het handelsregister. Er is geen aparte registratie. Dat zou niet nuttig zijn.
Alhoewel het soms zo wordt voorgesteld, oefenen tatoeëerders geen medisch beroep uit. Daarom juist zijn er reglementaire beperkingen. Dat blijkt ook duidelijk uit de adviezen van de administratie en van de Hoge Gezondheidsraad. Dat betekent niet dat er geen gezondheidseffecten en besmettingen kunnen optreden. Daarom heeft de Hoge Gezondheidsraad hygiënevoorschriften uitgewerkt. Deze zijn te consulteren op het internet.
Opleiding is altijd nuttig, al is het niet duidelijk of dat ook nodig is. Opleiding is echter een bevoegdheid van de ministers van Onderwijs. Eventueel zou dit kunnen gebeuren via middenstandsopleiding. Dan moet de minister bevoegd voor KMO, reglementerend optreden.
Ik sta huiverig tegenover het opleggen van een minimumleeftijd. Hoever kan men daarin gaan? Wanneer is een tatoeage of piercing storend? De oude gewoonte om op twaalfjarige leeftijd de eerste oorringen te krijgen, kan ook als een soort piercing worden aangezien. Eigenlijk behoort deze zaak tot de relatie tussen ouders en kinderen. In extreme gevallen is er nog de wet op de jeugdbescherming.
We kiezen op het ogenblik dus voor een pragmatische oplossing. We willen reglementair niet te ver gaan, maar alle nodige informatie voor de consument ter beschikking stellen. We streven naar een vorm van zelfregulering en autocontrole van de sector.
Mevrouw Erika Thijs (CD&V). - Ik dank de minister voor zijn antwoord. Het is mij evenwel nog niet duidelijk met wie hij overleg pleegt. Er is momenteel geen organisatie die voldoende representatief is voor die sector. Ik krijg dagelijks mails van tattoostudio's uit het hele land. Ik heb niet de indruk dat er al enig overleg aan de gang is.
Daarenboven wil ik erop wijzen dat de sector helemaal geen autocontrole wil. U verwacht toch niet dat tatoeëerder X controle gaat uitoefenen bij tatoeëerder Y? U controleert uw eigen collega's-ministers toch ook niet?
U zegt dat het niet nodig is om controle uit te oefenen en sancties op te leggen, terwijl vandaag in ons land elke slak op elk groen blaadje wordt gecontroleerd. Waarom zouden we dan mensen die omgaan met het lichaam van anderen, totaal vrij laten?
Ik ben het met u eens dat tatoeëerder en piercer geen medische beroepen zijn, maar het tatoeëren van het lichaam van andere mensen vereist toch bepaalde strikte hygiënische handelingen. Dat gebeurt vandaag bij een aantal tatoeëerders niet.
Waarom is een kwaliteitslabel nodig als er geen controles of sancties zijn? Een bordje aan de muur is niet voldoende. We moeten zorgvuldiger omgaan met deze sector. Daarover zijn de betrokkenen het allen eens.
In mijn wetsvoorstel staat dat minderjarigen geen tatoeages kunnen laten aanbrengen. Ik ben in augustus naar Pukkelpop geweest en heb er met jongeren gesproken. Er zijn voldoende mogelijkheden, zoals een hennatattoo, dat in feite een beter alternatief is voor jonge mensen. Ik wil niet betuttelend optreden, maar tatoeages bij minderjarigen die nog moeten groeien, kunnen vervormen. Later kunnen ze spijt krijgen van hun tatoeage. Jongeren zijn immers vaak impulsief. Daar moet in de preventie op gewezen worden. Uw voorganger, mevrouw Aelvoet, heeft vorig jaar preventiemaatregelen aangekondigd voor het begin van de zomer. Ik heb daar geen spoor van gezien.
Ik handhaaf in elk geval mijn wetsvoorstel ter zake en hoop dat we deze problematiek in de commissie eens grondig kunnen bespreken.
De heer Jef Tavernier, minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. - De Hoge Gezondheidsraad heeft hygiënevoorschriften uitgewerkt die op de website kunnen geconsulteerd worden. Er wordt overleg gevoerd met de sector en met de consumentenorganisaties. Vermits de sector niet goed gestructureerd is, verloopt dat moeizaam. Dat ligt niet aan de overheid, maar aan de sector zelf. Er zijn sectoren waarin beroepsorganisaties labels uitreiken en een vorm van controle uitoefenen. Dat zou een belangrijke eerste stap kunnen zijn.