3-28

3-28

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 11 DÉCEMBRE 2003 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de M. Wim Verreycken au ministre de la Coopération au développement sur «l'aide que l'on fournit, par l'intermédiaire de l'opération 11.11.11, à des organisations qui soutiennent une dictature» (nº 3-39)

De heer Wim Verreycken (VL. BLOK). - In maart 2003 drukte Fidel Castro elke hoop op een vreedzame evolutie naar democratie de kop in door tientallen dissidenten aan te houden. De vreedzame schrijvers, journalisten en onderwijzers werden in een schijnproces veroordeeld tot zware gevangenisstraffen tot 28 jaar lang. In een recent interview aan Humo verklaarde Castro dat alle veroordeelden bandieten waren en dat er `slechts' vier echte journalisten tussen zaten.

De Belgische regering heeft snel gereageerd en heeft deze schending van de mensenrechten nadrukkelijk veroordeeld.

In Nederland is sedertdien een discussie ontstaan over ontwikkelingshulp aan Cuba. Zo verklaarde de Nederlandse woordvoerder van Pax Christi terecht dat Castro tal van neporganisaties heeft opgericht die zogezegd los staan van het regime, maar die in feite marionetten van het regime zijn, en dat steun aan die marionetten moet worden stopgezet. "Neporganisaties werden in het leven geroepen om de verloren steun uit de Sovjetunie te compenseren. Castro zag dat in die hoek geld te halen was, maar dan moeten hulporganisaties niet in die val trappen."

Eén van die marionettenorganisaties is de boerenorganisatie ANAP. De voorzitter is lid van het communistische parlement en van de communistische staatsraad en boeren die niet `revolutionair' genoeg zijn worden uitgesloten, waarna ze bijvoorbeeld het recht op onderwijs voor hun kinderen verliezen.

Gerrit Pruim, woordvoerder van de Nederlandse vakbond CNV, zegt over ANAP: "Het kenmerkende van dergelijke organisaties is dat ze zich richten op het maatschappelijke middenveld. In Cuba zitten ze zeer nauw tegen de regering aan. Dat de boerenorganisatie ANAP democratisch zou zijn is grote onzin. Het is een klap in het gezicht van de dissidenten die gevangen zitten."

Elk jaar geeft de overheid een enorme dotatie aan 11.11.11 en aan de lidorganisaties ervan voor tal van projecten. In het overzicht van de projecten die 11.11.11 in 2003 wil gaan steunen, vinden we deze ANAP terug voor een bedrag van 15.000 euro. Mijn vraag om uitleg werd op 4 november ingediend, met de bedoeling om de acties van 11.11.11 voor te zijn, het is mijn schuld niet dat ze pas nu aan bod kan komen. Ook in het jaarverslag van Oxfam 2001, één van de deelorganisaties van 11.11.11 staat steun voor ANAP vermeld, dit keer voor 15.830 euro eigen middelen, aangevuld met een subsidie van 70.599 euro via DGOS, de federale dienst voor ontwikkelingshulp.

Het lijkt me ontoelaatbaar dat op die manier belastinggeld wordt besteed aan steun aan marionettenorganisaties van de Cubaanse communistische dictatuur.

Kan de minister me zeggen welke houding hij aanneemt tegenover dergelijke pseudo-onafhankelijke organisaties?

Hoe wordt de doorlichting georganiseerd van projecten die aanvragen voor subsidies indienen?

Worden de projecten van 11.11.11 en Oxfam `gescreend' opdat zij niet zouden dienen om verkapte steun aan dictaturen te verlenen?

Zal de minister de overheidsbijdrage verminderen wanneer organisaties, zoals het gewraakte ANAP, op een projectenlijst voorkomen?

De heer Marc Verwilghen, minister van Ontwikkelingssamenwerking. - De boerenorganisatie ANAP in Cuba is inderdaad een partnerorganisatie van verschillende NGO's, waaronder 11.11.11. en Oxfam-Solidariteit. Deze organisatie verenigt de kleine privé-boeren, georganiseerd in coöperaties. Ze is in het hele land actief en is een dynamische kracht in de evolutie naar meer voedselsoevereiniteit en een duurzaam landbouwbeleid. Verschillende onafhankelijke evaluatierapporten over de samenwerking met deze partner bevestigen de gegrondheid en de sérieux waarop de samenwerking is gebaseerd.

Via de organisatie 11.11.11. cofinanciert de Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking inderdaad een uitwisselingsprogramma ter versteviging van de coöperatieven, voor een bedrag van 148.633 euro. Daarbij kan worden opgemerkt dat 11.11.11. geen NGO is die haar verantwoordelijkheid niet neemt. Bij lastige situaties rapporteert zij de moeilijkheden aan de Federale Overheidsdienst. Zij beschrijft op adequate wijze wat de contextfactoren zijn van haar acties.

Oxfam heeft in Cuba partnerwerking met ANAP sinds 1998. In 2003 omvat deze samenwerking agro-ecologische technieken, cofinanciering 90.000 euro, en productie en verbetering van lokale groenten en zaden, cofinanciering 38.480 euro.

In april 2003 werd door de dossierbeheerder van DGOS samen met een onafhankelijk expert een evaluatiezending naar Cuba ondernomen waarbij de door Oxfam ondersteunde acties van ANAP werden bezocht. Het evaluatieteam besloot dat "ANAP een erkende, belangrijke, goed georganiseerde en dynamische lokale partner is" en dat het gaat om "goed geïdentificeerde acties die, ondersteund door Belgische NGO's en uitgevoerd via ANAP, een reële slaagkans hebben ten voordele van de lokale bevolking".

ANAP komt niet voor op de zwarte lijst van Cubaanse sociale organisaties waarmee privé-organisaties in de VS niet mogen samenwerken. De Amerikaanse regering heeft zelfs samenwerking met ANAP toegestaan.

De Belgische NGO's, hoewel erkend door de officiële instanties als samenwerkingsorganisatie, zijn autonoom wat hun werking betreft. Ze kunnen actief zijn in landen waar de officiële instanties niet rechtstreeks opereren. Door hun aanwezigheid op het terrein is het mogelijk een band te onderhouden met de plaatselijke bevolking en tegelijk als informatiebron te fungeren voor de rest van de wereld.

De NGO's zijn uitingen van de civil society van ons land. Het volledige spectrum van filosofische, religieuze en politieke overtuigingen komt bij hen aan bod. De acties welke zij voorstellen, worden bijgevolg uitsluitend beoordeeld op hun intrinsieke kwaliteit, rekening houdend met de volgende criteria: coherentie, ontwikkelingsrelevantie, duurzaamheid, methodologische aanpak, doelmatigheid, doeltreffendheid, beheerscapaciteit van de organisatie, partnerschap en synergie/complementariteit met andere acties.

Op grond van deze evaluatie en rekening houdend met de houding van de VS tegenover ANAP besluit ik dat de ingenomen standpunten geen steun vinden in de onafhankelijke rapporten van DGOS.

De heer Wim Verreycken (VL. BLOK). - Sommige bronnen wijzen toch op ernstige anomalieën. Dat ANAP een gewone organisatie zou zijn die niet voorkomt op de zwarte lijst, wordt tegengesproken door de woordvoerder van de Latijns-Amerikaanse vakbond CLAT, Ernst Roemers. Volgens hem bieden Novib, Hivos en ANAP steun aan één van de laatste communistische dictaturen die de wereld nog kent. De ANAP, `Casas de las Americas' en het Martin Luther King-centrum zijn onderdeel van het repressieve apparaat van het regime, zegt Carlos Payá, de woordvoerder van het Varela-project, een initiatief van een van de meeste gematigde dissidenten op Cuba. Het project verzamelde onlangs 11.000 handtekeningen in Cuba voor een referendum over politieke hervorming.

Payá vindt dat Cuba de belangengroepen van bijvoorbeeld vrouwen, jongeren, boeren of kunstenaars als instrument gebruiken om de bevolking te controleren.

Dit zijn niet mijn woorden, maar die van Cubaanse dissidenten. De minister heeft net aangegeven welke normen worden gehanteerd bij de screening van dergelijke organisaties. Ik betreur dat hij zich niet houdt aan de normen die in zijn eigen beleidsnota staan en waarin staat dat België ijvert voor hetzelfde doel: vrede, rechtvaardigheid, democratie en ontwikkeling. Mochten deze normen bij de screening worden gehanteerd, dan zou een dergelijke organisatie waarschijnlijk uit de boot vallen.

We geven dus geld aan een dictatuur en we houden de onderdrukking van de Cubanen die naar vrijheid streven mee in stand met het geld van Oxfam, van 11.11.11 en met het geld dat we bijkomend aan bepaalde projecten geven.

De heer Marc Verwilghen, minister van Ontwikkelingssamenwerking. - De heer Verreycken verwijst naar de criteria uit de beleidsnota die België hanteert voor de bilaterale hulp. Cuba behoort niet tot de partnerlanden waaraan België bilaterale hulp verleent.

Ik neem aan de heer Verreycken een correct beeld geeft van de relatie die sommige dissidenten onderhouden met het regime. Ik baseer me liever op andere instanties, zoals de Amerikaanse overheid, waarvan niet echt kan worden gezegd dat ze dicht bij het Cubaanse regime staat. Welnu, ANAP komt niet voor op de Amerikaanse zwarte lijst; de Amerikaanse regering staat integendeel toe dat met deze organisatie wordt gewerkt. Ik zeg dit maar om aan te tonen dat voorzichtig moet worden omgesprongen met wat dissidenten beweren.

Mocht uit onafhankelijke verslagen gebleken zijn dat er een probleem bestaat, dan had ik de zaak onderzocht en desgevallend maatregelen genomen. Dit bleek echter niet nodig.

De heer Wim Verreycken (VL. BLOK). - Ik begrijp dat de minister zich moet baseren op bronnen en moeilijk zelf ter plaatse een afweging kan gaan maken.

Echte dissidenten krijgen in Cuba tot 28 jaar gevangenisstraf. De stemmen die de minister hoort, zijn dus niet onbevooroordeeld; het gaat om personen die zijn vrijgelaten door het regime.

De heer Marc Verwilghen, minister van Ontwikkelingssamenwerking. - Betekent dit dat we ontwikkelingssamenwerking met een bevolking moeten stoppen vanwege het regerende regime?