17/01/2020
De plenaire vergadering van de Senaat kwam op vrijdag 17 januari 2020 samen. Twee punten stonden op de agenda.
In de eerste plaats werd het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 6 augustus 1931 houdende vaststelling van de onverenigbaarheden en ontzeggingen betreffende de ministers, gewezen ministers en ministers van staat, alsmede de leden en gewezen leden van de wetgevende kamers, wat de uittredingsvergoeding van gewezen parlementsleden betreft, aangenomen. De vergoeding die de Kamerleden en senatoren ontvangen voor de uitoefening van andere openbare mandaten, functies en ambten naast hun parlementaire mandaat werd in 1999 begrensd tot 50% van de parlementaire vergoeding. Dit wetsontwerp had tot doel deze zogenaamde 150%-regel ook toe te passen op de uittredingsvergoeding die gewezen Kamerleden en gewezen senatoren ontvangen.
Verder werd de stemming georganiseerd voor de voordracht van een eerste en tweede kandidaat voor het ambt van Franstalig rechter in het Grondwettelijk Hof. Aangezien de voordracht van de eerste kandidaat niet de vereiste tweederdemeerderheid kon bereiken, dient te procedure te worden gestopt, en zal een nieuwe oproep in het Belgische Staatsblad verschijnen voor kandidaten voor dit ambt.