Kamervoorzitster Tillieux en Senaatsvoorzitster D’Hose maken het Belgische Parlement meer genderbewust

8/03/2021

Tijdens een webinar ter gelegenheid van Internationale Vrouwendag spraken de voorzitster van Kamer en Senaat over hun plannen om van het Belgische Parlement één van de meest genderbewuste parlementen in Europa te maken. Voor het eerst heeft ons land een vrouw als voorzitter van de twee federale kamers. “Dat schept kansen,” klinkt het bij Eliane Tillieux (PS) en Stephanie D’Hose (Open Vld). “In 2030 moet ons nationaal parlement één van de meest genderbewuste parlementen van Europa zijn.”

 

Op maandag 8 maart wordt Internationale Vrouwendag gevierd. Volgens Kamer en Senaat de ideale gelegenheid om een evaluatie te maken van de rol die vrouwen spelen in onze parlementen. Op een webinar waar de beide voorzitsters, samen met professoren Karen Celis (VUB) en Emilie Van Hautte (ULB), alsook vertegenwoordiger van de Interparlementaire Unie Zeina Hilal, was de conclusie duidelijk: er zijn al veel stappen in de goede richting gezet, maar er blijft werk aan de parlementaire winkel.

“In 2020 hebben we heel wat historische mijlpalen bereikt in ons land. Een eerste vrouwelijke premier, een volledig paritair samengestelde federale regering én voor het eerst twee vrouwen als voorzitter van Kamer en Senaat – in de Kamer is het zelfs de eerste keer dat een vrouw de voorzittershamer opneemt,” zegt Tillieux. “We moeten nu blijven vooruitkijken en de rol die vrouwen spelen in onze politiek blijven versterken.”

Dat er verbetering mogelijk blijft, bljikt uit een rapport van het Europees Instituut voor Gendergelijkheid (EIGE). Dat vergelijkend rapport plaatst België in de Europese middenmoot op vlak van genderbewuste parlementen, tussen Roemenië en Spanje. Zweden voert de lijst aan. Tijdens de webinar van Kamer en Senaat werden enkele verbetermogelijkheden besproken: lessen trekken uit internationale voorbeelden, het sensibiliseren van politieke partijen en hun vertegenwoordigers én meer diversiteit in de vertegenwoordiging van vrouwen brengen.

Een belangrijke focus op maandag was ‘gendermainstreaming’, het inbouwen van een reflex om in alle wetgevend werk ook de impact ervan op gendergelijkheid in beschouwing te nemen. Ook achteraf moet onderzocht worden wat het effect van een maatregel op de gelijkheid tussen mannen en vrouwen geweest is. Zoals het Rekenhof vooraf en nadien de impact op de begroting opmeet, moet een debat gevoerd worden of ook gendergelijkheid een automatische check kan gebruiken, aldus het debatpanel.

“We willen onze parlementsleden tonen hoe ze meer genderbewust hun parlementair mandaat kunnen invullen. Zo kunnen ze de commissies minder stereotyp vullen: in de commissie Volksgezondheid zitten proportioneel veel meer vrouwen dan in de commissie Defensie. Tijdens grote debatten zijn het vooral mannen die interpelleren, en onze vergadercultuur waarbij we vaak tot diep in de nacht debatteren is niet combineerbaar met een gezond gezinsleven,” aldus D’Hose. “Ook in de fysieke ruimte van het gebouw zelf straalt uit dat het vroeger mannen waren die hier de plak zwaaiden: het zijn mannen die je aanstaren vanuit hun portretten, en er is nog steeds geen zwangerschapverlof mogelijk voor parlementsleden.”

De voorzitsters zijn tevreden dat het debat over genderbewuste parlementen opgestart werd. Ze benadrukken dat deze webinar op Internationale Vrouwendag het startpunt is van een traject waarbij ze met hun administatie, parlementsleden en senatoren alle aspecten van de rol van de vrouw in het parlement zullen evalueren én verbeteringen zullen aanbrengen.