15/02/2022
Op dinsdag 15 februari 2022 werd het Handboek Belgische taalwetten voorgesteld in de Senaat. Het boek werd ingeleid door Emmanuel Vandenbossche, Voorzitter van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht. Vervolgens namen Jos Geysels, Minister van Staat, Alexander De Croo, Eerste Minister, en Stephanie D’Hose, Senaatsvoorzitster, het woord voor een aantal beschouwingen rond het boek en enkele reflecties rond taalwetgeving.
Dit boek heeft een grote actuele waarde. Reeds voor de onafhankelijkheid van België in 1830 deed er zich reeds een taalproblematiek voor. Ondanks de grondwettelijk verankerde taalvrijheid gold in feite het Frans als officiële taal. Derhalve kon een Nederlandstalige in zijn moedertaal geen beroep doen op de overheid. Het aanvaarden van het Nederlands en het Frans als volwaardige bestuurstalen zou immers de Belgische eenheid in gevaar kunnen brengen.
Door het groeiend bewustzijn bij een ruim segment van de bevolking, woonachtig in het Vlaamse landgedeelte, zagen opeenvolgende taalwetten het daglicht. Die taalwetten zijn stapsgewijs uitgegroeid tot de hoekstenen van de huidige federale staatstructuur en zijn niet meer weg te denken uit het hedendaagse rechtsverkeer.
Dit handboek is bedoeld als een actueel referentiewerk voor diegenen die beroepshalve met bedoelde wetten worden geconfronteerd en draagt bij tot een betere kennis van de taalwetten.