7/8/2019
Heterogene samenstelling
Ingevolge de Zesde Staatshervorming wordt de Senaat niet langer rechtstreeks verkozen. Hij bestaat uit 50 deelstaatsenatoren , aangewezen door de parlementen van de Gemeenschappen en de Gewesten, die op hun beurt nog eens 10 senatoren coöpteren.
Na de gelijktijdige verkiezingen van het Europees Parlement, de Kamer van Volksvertegenwoordigers en de Gewest- en Gemeenschapsparlementen op 26 mei 2019, wordt de Senaat nu voor de tweede maal sinds de Zesde Staatshervorming op deze wijze samengesteld. Tijdens de afgelopen weken hebben de Gewest- en Gemeenschapsparlementen hun deelstaatsenatoren aangewezen. Zij hebben tijdens de plenaire vergadering van 4 juli 2019 hun grondwettelijke eed afgelegd.
Deelstaatsenatoren
Negenentwintig senatoren werden aangewezen door het Vlaams Parlement met toepassing van artikel 67, § 1, 1°, van de Grondwet. Zowel de leden van het Vlaams Parlement als van de Nederlandse taalgroep van het Parlement van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest kwamen hiervoor in aanmerking. Uiteindelijk heeft het Vlaams Parlement achtentwintig deelstaatsenatoren aangewezen die lid zijn van het Vlaams Parlement en één senator die lid is van de Nederlandse taalgroep van het Parlement van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest aangewezen, namelijk senator Van den Brandt.
Tien senatoren werden aangewezen door het Parlement van de Franse Gemeenschap overeenkomstig artikel 67, § 1, 2°, van de Grondwet. Acht senatoren werden aangewezen door en uit het Parlement van het Waalse Gewest met toepassing van artikel 67, § 1, 3°, van de Grondwet en twee senatoren werden aangewezen door en uit de Franse taalgroep van het Parlement van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (artikel 67, § 1, 4°, van de Grondwet).
Tenslotte werd, overeenkomstig artikel 67, § 1, 5°, van de Grondwet, één senator –senator Miesen – aangewezen door en uit het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap.
Deze vijftig deelstaatsenatoren zullen hun mandaat als senator uitoefenen naast hun mandaat als lid van een deelstaatparlement. Behoudens de senator die door het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap werd aangewezen, die wordt verkozen bij gewone meerderheid door dit parlement, gebeurt de zetelverdeling voor de deelstaatsenatoren op grond van de uitslag van de verkiezingen voor de deelstaatparlementen op 26 mei 2019.
Gecoöpteerde senatoren
De deelstaatsenatoren hebben vervolgens tien andere senatoren gecoöpteerd. Zes senatoren werden gecoöpteerd door de Nederlandstalige senatoren, die zelf werden aangewezen door het Vlaams Parlement, met toepassing van artikel 67, § 1, 6°, van de Grondwet. De Franstalige senatoren, die zelf werden aangewezen door het Parlement van de Franse Gemeenschap, het Parlement van het Waalse Gewest en de Franse taalgroep van het Parlement van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, hebben tenslotte vier senatoren gecoöpteerd op grond van artikel 67, § 1, 7°, van de Grondwet.
De zetelverdeling voor de gecoöpteerde senatoren gebeurde op grond van de uitslag van de verkiezingen voor de Kamer van volksvertegenwoordigers, die eveneens op 26 mei 2019 plaatsvonden. De gecoöpteerde senatoren legden hun grondwettelijke eed af tijdens de plenaire vergadering van de Senaat van 12 juli 2019.
Brussel
De Grondwet voorziet bovendien in de gewaarborgde vertegenwoordiging van Brussel in de Senaat. Hoe dan ook werden twee senatoren, ingevolge artikel 67, § 1, 4° van de Grondwet, aangewezen door en uit de Franse taalgroep van het Parlement van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Het gaat om de senatoren Uyttendaele en Tahar.
Bovendien schrijft artikel 67, § 2, tweede lid, van de Grondwet voor dat minstens drie van de senatoren die worden aangewezen door het Parlement van de Franse Gemeenschap ook deel moeten uitmaken van de Franse taalgroep van het Parlement van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Concreet maken de senatoren El Yousfi, Pitseys en Van Goidsenhoven, die werden aangewezen door het Parlement van de Franse Gemeenschap, deel uit van de Franse taalgroep van het Parlement van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Eén van hen hoeft echter niet noodzakelijk zélf lid te zijn van het Parlement van de Franse Gemeenschap. Dit is het geval met senator Pitseys, die weliswaar werd aangewezen door het Parlement van de Franse Gemeenschap maar zelf geen lid is van dit parlement.
En tenslotte moet minstens één Nederlandstalige deelstaatsenator op de dag van zijn verkiezing zijn woonplaats hebben in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad overeenkomstig artikel 67, § 2, eerste lid, van de Grondwet. De senatoren Ampe, Bex en Vanlouwe voldoen allen aan dit vereiste. Ook mevrouw Van den Brandt voldeed aan die vereiste, maar zij is geen senator meer na haar eedaflegging als minister in de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.
Gender
De Grondwet bevat ook een waarborg voor het genderevenwicht in de Senaat. Overeenkomstig artikel 67, § 3, van de Grondwet mogen immers niet meer dan twee derden van de senatoren van hetzelfde geslacht zijn. Ook aan deze voorwaarde is voldaan : de Senaat telt op dit ogenblik 27 vrouwelijke en 32 mannelijke senatoren.