De weigering van de Belgische regering om doorgang te verlenen aan het Duitse leger sleurt België de oorlog in. Het Parlement komt op 4 augustus 1914 in spoed bijeen. Regeringsleider Charles de Broqueville spreekt de historische woorden uit: "... dit volk kan verslagen worden, maar nooit onderworpen".
Wat gaat er op dat moment door hem heen? Veel tijd om hierbij stil te staan heeft hij niet, want door het hoge tempo waarmee de Duitsers oprukken door ons land moet hij snel en daadkrachtig optreden.
De sporen van het verleden van Charles, Graaf de Broqueville, liggen verspreid over België. Hij groeit op in het familiedomein in Postel in de Vlaamse Kempen. Langs moederszijde is hij verbonden met Gaumestreek in Belgisch-Lotharingen. Door zijn huwelijk met barones Berthe d'Huart, kleindochter van de invloedrijke katholieke leider Jules Malou, leert hij ook de Waalse Condroz kennen.
Jules Malou heeft een boon voor zijn schoonzoon. Hij stimuleert hem en leert hem spreken voor publiek. Die vaardigheid zal hem nog vaak van pas komen bij de vele ministerfuncties die zullen volgen. De toekomstige regeringsleider volgt geen universitaire opleiding, maar compenseert dat ruimschoots door zijn grote intelligentie en politieke feeling.
Zoals gebruikelijk in zijn milieu wenkt eerst de lokale politiek. Op 25-jarige leeftijd wordt de Broqueville verkozen tot gemeenteraadslid in Mol. In 1892 zet hij de stap naar de nationale politiek als volksvertegenwoordiger voor Turnhout. Een ministerpost volgt in 1910 in het kabinet Schollaert. Hij wordt er verantwoordelijk voor spoorwegen, post en telegrafie.
Amper één jaar later, in 1911, tijdens een periode van veel politieke onenigheid tussen de partijen, vraagt de Koning hem om een nieuwe regering te vormen. De Broqueville, die naast regeringsleider ook Minister van Oorlog is, ziet dat internationale spanningen hand over hand toenemen. Hij laat daarom in 1913 een wet goedkeuren op de reorganisatie van het leger. Om de kansen op vrede tussen de partijen in eigen land te herstellen, denkt hij zelfs aan een Grondwetsherziening. WO I steekt daar echter een stokje voor.
Wanneer op 19 augustus 1914 Leuven in de handen van de Duitsers valt, nemen Charles de Broqueville en de Koning de moeilijke beslissing om Brussel als standplaats voor de regering in te ruilen tegen Antwerpen. De dubbele fortengordel rond de stad lijkt aanvankelijk veiligheid te bieden. Het blijkt een illusie te zijn. Charles de Broqueville beseft alweer als één van de weinigen het reële gevaar voor insluiting. Enkele dagen voor de val van Antwerpen op 10 oktober 1914 leidt hij zijn collega's de stad uit naar Oostende.
Het Belgische leger blijft uiteindelijk standhouden achter de IJzer, maar ook Oostende is niet veilig. Opnieuw doktert regeringsleider Charles de Broqueville een oplossing uit. Die ligt uiteindelijk in Frankrijk. De Franse President Raymond Poincaré verleent de Belgische regering toestemming om zich in Sainte-Adresse in Noord-Frankrijk te vestigen.
Koning Albert kiest uitdrukkelijk niet voor de oplossing van de Broqueville. Hij blijft in De Panne, dicht bij zijn troepen aan de IJzer.
Tussen de Koning en de regering ligt plots een afstand van 300 kilometer. Dat vergemakkelijkt de werking niet. Alles moet van op afstand geregeld worden: de bevoorrading van het land, de zorg voor het leger en de voorbereiding van het nationale herstel van België na de oorlog.
Om de beslissingen van de Koning grondwettelijk te kunnen steunen en om geregeld overleg te kunnen plegen vestigt de Broqueville zich dus niet bij de rest van de regeringsleden, maar wel bij Duinkerken. Gedurende meer dan drie jaar pendelt hij tussen vorst en regering.
De oorlog maakt nieuwe verkiezingen onmogelijk. Noodgedwongen blijft de regering daarom langer dan normaal in functie. Bovendien kan het Parlement niet bijeenkomen om zijn controlefunctie uit te oefenen. In de 7 jaar dat de regering de Broqueville aan de macht is, ondergaat haar samenstelling een aantal aanpassingen.
De politiek belangrijkste wijziging gebeurt in januari 1916. Eind 1915 stijgt de druk op de regering om de oppositie meer te betrekken bij de besluitvorming. Niet iedereen is hier even enthousiast over. Regeringsleider de Broqueville moet bijzonder omzichtig te werk gaan in zijn zoektocht naar een compromis. Die spitsvondige oplossing komt er in januari 1916. Charles de Broqueville draagt de 3 oppositieleden voor die bij het uitbreken van de oorlog tot Minister van Staat benoemd werden. Eén van hen is liberaal senator Eugène Goblet d'Alviella.
In 1917 starten de geallieerden pogingen tot vredesonderhandelingen. Voor ons land neemt Minister van Buitenlandse zaken Eugène Beyens hieraan deel. Net voor het einde van deze onderhandelingen neemt de Broqueville zelf het roer in handen. De onderhandelingen mislukken echter. De spanning in de ministerraad stijgt en de andere ministers verwijten hem zijn eigengereidheid. Op 1 januari 1918 moet hij de ministerpost van Buitenlandse zaken doorgeven aan Paul Hymans. De Broquevilles autoritaire optreden wekt meer en meer wrevel. Dat zal uiteindelijk meespelen bij zijn ontslag als regeringsleider. Op 1 juni wordt hij aan de kant gezet. Gérard Cooreman volgt hem op. De regering Cooreman biedt na de wapenstilstand collectief haar ontslag aan.
Staatsman de Broqueville verdient een plaats op de politieke bühne, niet in de coulissen. In die eerste vredesmaand, november 1918, benoemt de Koning hem tot Minister van Staat. Zijn ontslag als Eerste Minister ligt echter nog vers in het geheugen. Op aandringen van de vorst bekleedt hij vervolgens de functie van Minister van Binnenlandse zaken in de regering van Nationale Eenheid Léon Delacroix I.
Jaren later, in 1926 zal de Koning nogmaals een beroep op hem doen als Minister van Landsverdediging. In 1932 vormt hij een katholiek-liberale regering die de economische crisis tracht het hoofd te bieden.
Op 21 november 1919 wordt Charles de Broqueville verkozen als senator. Hij, die van jongs af aan veel contacten had met de werkende klasse, kent als geen ander hun bekommernissen. Tijdens de plenaire zitting van 22 oktober 1920 (p.1092) stemt hij dan ook voor de invoering van de 8-uren werkdag. Hij beseft heel goed dat hij zich daardoor distantieert van velen van zijn vrienden. Dit is voor hem bijzonder pijnlijk. Maar het belang van het land heeft zoals altijd de bovenhand: "Met deze stemming wil ik tonen dat ik geloof in de energie en toewijding van onze arbeidersklasse: zij verdient dit vertrouwen"
Met zijn niet aflatende politieke feeling voelt de Broqueville in de jaren 30 al snel de dreiging die uitgaat van het nieuwe Duitsland. Op 6 maart 1934 (p.562) houdt hij in onze assemblee een opzienbarend discours over de noodzakelijke afspraken rond de ontwapening van dat land. Hiermee komt hij een belofte na aan de overleden Koning Albert I die, net als hij, de bui zag hangen.
In de herfst van zijn leven moet Charles de Broqueville machteloos toezien hoe ons land verwikkeld raakt in een nieuw conflict met Duitsland. Hoewel hij overlijdt op 5 september 1940, zal de Senaat hem pas na de Tweede Wereldoorlog, op 20 september 1944, hulde kunnen brengen.
Het levensverhaal van Graaf de Broqueville was meer dan 40 jaar intiem verweven met de geschiedenis van ons land. Een paar sporen uit het verleden volstaan niet om een volledig beeld de scheppen van deze eminente politicus die steeds het beste gaf van zichzelf ten dienste van ons land in ongezien moeilijke omstandigheden.
De Senaat heeft alles in het werk gesteld om aan alle wettelijke voorschriften inzake de auteursrechten te voldoen. Rechthebbenden die de Senaat ondanks alle inspanningen niet heeft kunnen opsporen, worden verzocht zich kenbaar te maken.
Parlementaire Handelingen Belgische Senaat (collectie Archief Senaat)
De Lichtervelde L., Charles de Broqueville, in: Biographie Nationale de Belgique, deel XXIX, 1956-1957, p. 369-377
Haag H., Le comte Charles de Broqueville, MInistre d'Etat, et les luttes pour le pouvoir (1910-1940), tome II, Collège Erasme, Louvain La Neuve / Editions Nauwelaerts, Bruxelles, 1990
Luykx T., Platel M., Politieke geschiedenis van België (1789 - 1944), Kluwer, Antwerpen, 1985
Contextuele webdatabank voor de studie van intermediaire structuren in de 19de en 20ste eeuw - ODIS, fiche Charles de Broqueville