10/02/2023
Op vrijdag 10 februari 2023 nam de Senaat volgende voorstellen aan aangaande de beëindiging van het parlementair mandaat door ontslagneming:
Op 21 mei 2019 heeft het Europees Hof voor de rechten van de mens uitspraak gedaan in de zaak G.K. tegen België. De zaak betrof de klacht van G.K. dat zij op onrechtmatige wijze – onder druk – haar zetel in de Belgische Senaat had moeten opgeven. België werd veroordeeld omdat de beslissing van de Senaat over het ontslag van de verzoekster als senator niet met voldoende waarborgen was omkaderd om het risico van willekeur uit te sluiten. Enerzijds beschikte de Senaat, door het ontbreken van voldoende nauwkeurige Belgische rechtsregels betreffende (de aanvaarding van) het ontslag uit een parlementair mandaat, over een al te ruime beoordelingsbevoegdheid. Anderzijds genoot de verzoekster bij de behandeling van haar zaak door de Senaat niet de vereiste procedurele waarborgen om haar tegen het risico van een willekeurige beslissing te beschermen.
In afwachting van een globale regeling over de procedurele waarborgen waarmee jurisdictionele beslissingen van parlementaire assemblees moeten worden omkleed, heeft België nu reeds werk gemaakt van de uitvoering van het eerste onderdeel van de veroordeling (de verplichting om in voldoende nauwkeurige rechtsregels te voorzien). Daarbij gaat de voorkeur naar een uniforme regeling van het ontslag van parlementsleden uit de (verschillende) assemblees waar zij (tegelijkertijd) deel van (kunnen) uitmaken.
Deze voorstellen leggen de basisregels vast voor de ontslagregeling van Belgische parlementsleden. De artikelen regelen enerzijds de vormvoorschriften voor het ontslag, en anderzijds de uitwerking en de mogelijkheid tot intrekking van het ontslag.
De opname van de vergadering bevindt zich op het YouTube kanaal van de Senaat.
Copyright : Kevin Oeyen - Belgische Senaat