Samenvatting toespraak Senaatsvoorzitster Christine Defraigne op de plenumvergadering van 27 januari 2017
Dag op dag 72 jaar geleden, op 27 januari 1945, bevrijdde het Rode Leger het kamp Auschwitz-Birkenau. Op 5 jaar tijd stierven daar ruim 1 miljoen mannen, vrouwen en kinderen. Negentig procent onder hen waren joods.
Van uit de Dossinkazerne in Mechelen stuurden de nazi's 25.484 joden en 352 zigeuners naar Auschwitz. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden in het totaal 30.000 in België wonende joden gedeporteerd. Dit was de helft van de joodse gemeenschap in ons land. Bijna iedereen van hen stierf in de uitroeiingskampen van Nazi-Duitsland.
In haar toespraak brandmerkte de Senaatsvoorzitster de Holocaust als een ongeziene misdaad, maar ook als een historisch keerpunt waardoor we volkerenmoord op een andere manier zijn gaan bekijken en waaruit we een aantal belangrijke lessen hebben getrokken om deze gruweldaden te voorkomen.
In december 2004 heeft de Belgische regering 27 januari uitgeroepen tot 'Dag ter herdenking van de door Nazi-Duitsland gepleegde genocide'. In lijn met de Verklaring van Stockholm van 28 januari 2000 onderhouden de federale overheid, de deelstaten en de lokale besturen de herinnering aan en bevorderen ze het onderwijs en historisch onderzoek over de Holocaust.
Vrede, democratie en Mensenrechten zijn geen vanzelfsprekendheden. Telkens wanneer deze basiswaarden worden miskend, kunnen vreselijke ontsporingen zich voordoen. We moeten ze daarom in herinnering blijven brengen. Eensgezind heeft de Senaat op 24 januari 2013 een resolutie aangenomen waarin wordt opgeroepen de verantwoordelijkheid van de Belgische Staat te erkennen voor de vervolging van de joden tijdens de Tweede Wereldoorlog.
In de Verklaring van Stockholm van 28 januari 2000 wordt opgeroepen ook hen te gedenken die hun leven hebben gewaagd om de slachtoffers van de Holocaust te helpen. Daarom heeft de Voorzitster ook hulde gebracht aan de 1.710 mensen die vandaag in België wonen en die door Israël als Rechtvaardigen onder de Volkeren worden erkend door in de Tweede Wereldoorlog joden verborgen te houden.
Na de toespraak van mevr. Defraigne nam de plenumvergadering een minuut stilte in acht in herinnering aan de slachtoffers van de Holocaust.