Breed maatschappelijk debat |
Het pluralistisch samengestelde Raadgevend comité voor bio-ethiek geeft sedert 1996 juridisch en wetenschappelijk advies aan het parlement over bio-ethische problemen.
Euthanasie definieert het comité als 'een door een derde voltrokken handeling die opzettelijk het leven beëindigt van een persoon die daarom vraagt'.
Deze definitie is enkel van toepassing op een terminale patiënt, in een uitzichtloze toestand en waarbij een arts ingrijpt.
In het Raadgevend comité voor bio-ethiek tekenden zich vier tendenzen af en dus deed het comité in zijn advies evenveel voorstellen aan de Senaat.
Voorstel 1
De mens beschikt autonoom over leven en dood. Euthanasie moet daarom uit de strafwet. Wel moeten strenge regels misbruiken uitsluiten en de arts juridisch indekken.
Voorstel 2
Ook dit voorstel gaat uit van het zelfbeschikkingsrecht van de patiënt.
Een 'noodtoestand' kan euthanasie rechtvaardigen. Het ultieme gesprek
hierover tussen patiënt en arts is beslissend.
De arts moet zich achteraf kunnen verantwoorden.
Voorstel 3
Komt grotendeels overeen met voorstel 2, maar de patiënt heeft geen absoluut zelfbeschikkingsrecht en een artsenronde gaat het gesprek patiënt/arts vooraf.
Voorstel 4
Euthanasie blijft verboden, ook omwille van mogelijke misbruiken. De voorstellen 2 en 3 druisen in tegen elke juridische logica door een verbod in te stellen en tegelijk een procedure vast te leggen waardoor dat verbod kan worden overtreden.
Anders dan de leden van het Raadgevend comité voor bio-ethiek
moeten de parlementsleden wel proberen een compromis te sluiten. Ondanks
vaak tegengestelde ethische keuzen, groeiden de opvattingen tijdens het
debat stilaan naar elkaar toe.
Zowat alle politieke partijen willen meewerken aan een zo ruim mogelijke
consensus over een wetswijziging die euthanasie onder bepaalde voorwaarden
mogelijk maakt.
Tegen is vooral het Vlaams Blok. Senator Door Buelens: "Begrippen als noodtoestand of kwaliteit van het leven kan je niet in wetten gieten. Als er zich problemen stellen, zullen de juristen snel achterpoortjes ontdekken en gaan we de weg op van de abortusregeling".
Een mens moet waardig kunnen sterven. Behalve het Vlaams Blok, is geen enkele andere fractie onder alle omstandigheden tegen euthanasie. Ten minste, voor zover men euthanasie eng interpreteert, zoals het Raadgevend comité voor bio-ethiek dat doet.
Het verzoek om euthanasie moet uitgaan van een volwassen persoon, bij volle bewustzijn, maar terminaal en ongeneeslijk ziek en lijdend aan vreselijke pijnen (volgens sommigen ook psychische). De aanvraag moet weloverwogen zijn en herhaaldelijk geuit.
De arts vervult een sleutelrol. Hij licht de patiënt correct in. Zijn diagnose moet bevestigd worden door een collega-arts.
Alle fracties, zonder onderscheid, zijn voor een betere stervensbegeleiding en de uitbouw van palliatieve zorgenverstrekking.
Therapeutische hardnekkigheid en medische experimenten met terminale patiënten worden unaniem afgewezen.
Niemand is tegen 'passieve euthanasie' (= het stopzetten van een nutteloos geworden medische behandeling). Evenmin verzet iemand zich tegen 'onrechtstreekse euthanasie' (= de dosis pijnstillers opdrijven, hoewel men weet dat de terminale patiënt zo sneller doodgaat).
Ten slotte lijkt een akkoord in de maak over een aangepaste wetgeving voor de aflevering van overlijdensattesten.
Meningsverschillen of nuanceverschillen rezen er tussen de verschillende fracties over de vraag of euthanasie minder of helemaal niet strafbaar moet worden.
voor voorstel 3
Zelfbeschikking is geen absoluut recht. Ethisch advies door een artsencollege is verkieslijk. Euthanasie blijft in het strafrecht, maar wordt in uitzonderlijke gevallen gerechtvaardigd. CVP en PSC mikken op meer en betere palliatieve zorgen.
tussen voorstellen 1 en 2
De niet-aanpassing van de strafwet leidt tot een juridisch vacuüm. Voorstel 3 kan niet, want zo'n hoogstpersoonlijke beslissing neem je zelf. Het ultieme gesprek patiënt/arts geniet de voorkeur, na bevestiging van de diagnose door een andere arts.
voor voorstel 2
De bestaande rechtsonzekerheid druist in tegen de vrijheid en de waardigheid van het individu. Euthanasie moet uit de strafwet. Maar er moeten strenge voorwaarden komen. De VLD is voor voorstel 2, maar is niet gekant tegen advies door een plaatselijk ethisch comité.
voor voorstel 1, maar nog liever een ruime consensus
Voorop staan de autonomie van het individu en de eerbied voor een waardig levenseinde. De SP wil meewerken aan een zo ruim mogelijke consensus, maar zou euthanasie wel uit de strafwet willen lichten.
voor individuele vrijheid
Morele keuzen mogen niet worden opgelegd, noch aan de patiënt, noch
aan de arts.
De medische wereld is nu al bezig met stervensbegeleiding. Gerechtelijk
zijn er geen misbruiken. Waarom de wet dan wijzigen ? Als een meerderheid
dit toch wil, kiest het PRL-FDF voor duidelijke criteria en een specifieke
regeling.
voor voorstel 4
Het Vlaams Blok weigert mee te werken aan elke wetswijziging die euthanasie mogelijk maakt.
voor voorstellen 2 en 3
De Volksunie kiest voor een ethische consultatieronde vooraf, de uitbouw van de palliatieve sector en het ultieme gesprek tussen patiënt en arts. De VU-fractie vindt het jammer dat het Raadgevend comité voor bio-ethiek zich niet uitspreekt over de patiënt-buiten-bewustzijn en het levenstestament.
voor voorstellen 2 en 3
De huidige rechtsonzekerheid leidt tot wantoestanden. De wetgever moet optreden in de zin van de voorstellen 2 en 3.
eerder voor voorstel 1
Een mens kiest zelf hoe hij wil sterven. Een plaatselijk ethisch comité kan hem daarin bijstaan.
Aanwezige leden van het Raadgevend comité voor bio-ethiek: Alfons Van Orshoven (KUL), Léon Cassiers (UCL), Etienne Vermeersch (UG), Edouard Delruelle (ULg), Fernand Van Neste (UFSIA), Yvon Englert (ULB), Christine Aubry (KUL), Xavier Dijon (ND de la aix Namur), Yvon Galloy (arts), Jules Messine (staatsraad), Micheline Roelandt (psychiater), Paul Schotsmans (KUL), Jos Vermylen (KUL), Bernadette Wouters verpleegster), Christian Deckers (UCL), Wim Distelmans (VUB) |
Een zieke is nooit alleen |
Euthanasie mag geen banaal gegeven worden, zegt psychiater Léon Cassiers
> Denkt u dat een samenleving op haar ondergang afstevent door euthanasie mogelijk te maken ?
Dr. Léon Cassiers : Ik heb een enquête uitgevoerd
bij 3.500 bejaarden. De meesten van hen vrezen dat wanneer een arts nu de
toelating krijgt om te doden uit medelijden, hij ooit de toelating zal
krijgen en zelfs verplicht zal worden om eenieder die de sociale zekerheid
teveel kost, te laten verdwijnen. Uiteraard is daarvan nu nog geen sprake.
Maar wie kan voorspellen wat binnen 25 jaar zal gebeuren ?
Ikzelf acht de kans gering. Ik geloof daarentegen wel in de mogelijkheid
dat euthanasie een banaal gegeven wordt. Zal men in een maatschappij met
steeds meer bejaarden, die een steeds grotere last vormen voor de
jongeren, de zieken en ouderen uiteindelijk niet met de vinger wijzen ?
> Leidt de huidige clandestiniteit niet tot meer misbruiken dan wetgeving ?
Dr. Léon Cassiers : Dat is inderdaad de voornaamste reden waarom wij nog twijfelen. Euthanasie wordt momenteel clandestien uitgevoerd en we stellen inderdaad misbruiken en schandalige toestanden vast.
Dr. Cassiers is voorstander van een regelgeving in de aard van voorstel 3.
>U geeft er dus de voorkeur aan meer mensen bij de beslissing te betrekken dan alleen de patiënt en de arts ?
Dr. Léon Cassiers : Sommigen vinden dat het collegiale overleg de allures van een rechtbank aanneemt. Als psychiater heb ik vaak moeten beslissen over collocatiegevallen. Ik heb dat altijd gedaan in samenspraak met de verplegers en de familie. Dat belette geenszins dat ik de uiteindelijke verantwoordelijkheid alleen droeg.
> Welk gewicht hecht u aan de beslissing van de zieke ?
Dr. Léon Cassiers : Ik meen dat de autonomie van een
zieke altijd relatief is, aangezien hij zeer afhankelijk is van anderen.
Statistieken tonen aan dat in de concentratiekampen het verlies aan
menselijke waardigheid het best werd verdragen door "aristocraten"
en syndicalisten, niet door intellectuelen.
Het verheffen van de autonomie tot absolute waarde is ergens kunstmatig
en overdreven. Een zieke is nooit alleen. Zelfs in de terminale fase heeft
zijn beslissing maatschappelijke gevolgen. Wie dit ontkent, ontkent meteen
het bestaan van alle sociale banden.
Voor de PSC-fractie is euthanasie mogelijk in uitzonderlijke gevallen. Van l. naar r.: de PSC-senatoren Michèle Bribosia-Picard, Joëlle
Milquet, |
Uitzondering in strafwet |
Voor moraalfilosoofEtienne Vermeersch hoorteuthanasie niet thuis in de strafwet. Euthanasie moet zoveel mogelijk uit de trafrechtelijke sfeer weg, vindt de P-fractie.
Professor Etienne Vermeersch is moraalfilosoof en covoorzitter van de
Euthanasiecommissie binnen het Raadgevend comité voor bio-ethiek.
Hij vindt dat euthanasie moet worden gedepenaliseerd. Op de algemene
verbodsbepaling die doodslag met voorbedachte rade verbiedt, moet men
daarom een uitzondering maken voor euthanasie.
Men moet wel duidelijke voorwaarden stellen waarbij de Nederlandse
zorgvuldigheidscriteria als leidraad kunnen gelden. In Nederland is
euthanasie nog altijd wettelijk verboden, maar als de arts naar deze
criteria handelt, zal hij niet worden vervolgd. Professor Vermeersch vindt
dat zo'n regeling via het vervolgingsbeleid bij ons niet werkbaar is. Een
wettelijke regeling is noodzakelijk.
> Betekent dit dat u opteert voor voorstel 1?
Prof. Vermeersch : Ja, maar voorstel l heeft het nadeel dat het onvoldoende is gespecificeerd. Euthanasie is dan mogelijk na een gesprek tussen arts en patiënt, waarna de arts dit moet melden en men hem eventueel kan vervolgen. In mijn opvatting moet echter aan een aantal eisen van zorgvuldigheid worden voldaan, zoals in Nederland.
> Wat is het verschil met de voorstellen 2 en 3?
Prof. Vermeersch : De voorstellen 2 en 3 sturen niet aan op een wijziging van de strafwet, maar aanvaarden een procedure waarbij de noodtoestand door de arts achteraf kan worden ingeroepen.
Het voorstel 2 wil een achterafcontrole op de naleving van de
zorgvuldigheidseisen, terwijl voorstel 3 vooraf een ruim
ethisch onderzoek instelt. Die procedure kan dan wettelijk worden
vastgelegd. Ik vind dat vreemd. Voor het inroepen van de noodtoestand
heeft een arts namelijk geen wet nodig. Ik weet ook niet goed hoe een
dergelijke procedure in een wet kan worden vastgelegd.
Wanneer een bepaalde 'noodtoestand' kan omschreven worden en geregeld
voorkomt, dan is het voor de rechtszekerheid beter die in de wet te
formuleren. Zo kan de strafwet een uitzondering maken voor euthanasie en
er een aantal voorwaarden aan verbinden. Over die voorwaarden kan een
compromis worden uitgewerkt.
Euthanasie
moet zoveel mogelijk uit de straftrechtelijke sfeer weg, Van l. naar r. op de foto: de senatoren Guy Moens, Nadia Merchiers, Patrick Hostekint, Lydia Maximus, Paula Sémer, Eric Pinoie en Francy Van der Wildt |
Opmerkingen voor de webmaster