De eedafleggingen in het Paleis der Natie


De Koning moet de eed afleggen voor de Verenigde Kamers (de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat), in hun hoedanigheid van vertegenwoordigers van het Belgische volk. Overeenkomstig artikel 91 van de Grondwet, legt de Koning de volgende eed af: "Ik zweer dat ik de Grondwet en de wetten van het Belgische volk zal naleven, 's Lands onafhankelijkheid handhaven en het grondgebied ongeschonden bewaren.".. Sinds 1993 legt de Koning de eed af in de drie officiële landstalen. Bij deze gelegenheid onderstrepen de voorzitters van beide assemblees officieel de rol van de monarchie die ten dienste staat van de democratie.

De vergadering van de Verenigde Kamers voor de eedafneming van de Koning is geen parlementaire zitting, maar veeleer een grondwettelijke plechtigheid. De aanwezigheid van vele gezagsdragers in het halfrond toont dit aan.

De eerste eedaflegging, die van Koning Leopold I, vond niet plaats in het Parlement maar op het Koningsplein, voor de kerk Sint-Jacob-op-Coudenberg, op 21 juli 1831. De latere eedafleggingen vonden plaats in het halfrond van de Kamer van volksvertegenwoordigers, dat groter is dan dat van de Senaat. Alle machten gaan uit van de Natie en sinds 1831 heeft de Koning geen andere macht dan die welke de Grondwet en de bijzondere wetten, krachtens de Grondwet zelf uitgevaardigd, hem uitdrukkelijk toekennen. Bovendien kan geen akte gevolg hebben, wanneer zij niet medeondertekend is door een minister, die er daardoor alleen al voor verantwoordelijk wordt (artikels 105 en 106 van de Grondwet).

De meeste schilderijen met de eedafleggingen van onze vorsten, hangen in de commissiezalen van de Kamer van volksvertegenwoordigers. De rol van het Parlement wordt beklemtoond door de meestal zichtbare identificatie van elk parlementslid. De portretten van de vorsten worden eveneens in de Kamer tentoongesteld.

De koninklijke borstbeelden staan in de Groene salon van de Senaat. Ze zijn in marmer, met uitzondering van de bronzen borstbeelden van Koning Albert II en Koningin Paola,.


Bericht aan de pers (.pdf)