Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10739

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 9 januari 2014

aan de vice-eersteminister en minister van Pensioenen

Opbouw van pensioenrechten - Dagen gelijkgesteld aan professionele activiteit - Aantallen en verdeling

pensioenregeling
pensioenvoorwaarden
verdeling naar geslacht
leeftijdsverdeling

Chronologie

9/1/2014Verzending vraag
10/3/2014Antwoord

Vraag nr. 5-10739 d.d. 9 januari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik herneem de vragen uit mijn eerdere schriftelijke vraag 5-507. In ons socialezekerheidsstelsel wordt in de opbouw van het wettelijke pensioen rekening gehouden met gelijkgestelde dagen voor een aantal vormen van inactiviteit, bijvoorbeeld voor periodes van ziekte, invaliditeit, werkloosheid, studies, tijdkrediet, technische werkloosheid, deeltijdse werkloosheid, zorgverlof, brugpensioen, ...

Graag kreeg ik volgende gegevens:

1) de verdeling van het aantal arbeidsdagen en dagen van inactiviteit die voor de pensioenvorming als gelijkgestelde periode worden meegerekend in de stelsels van werknemers en ambtenaren, opgedeeld naar geslacht, voor de laatste vijf jaren;

2) de verdeling per leeftijdsgroep van de arbeidsdagen en dagen van inactiviteit die als gelijkgestelde dagen worden meegerekend, opgedeeld per geslacht, voor de laatste vijf jaren en zowel voor het stelsel van de werknemers als voor dat van de ambtenaren;

3) het aandeel van de verschillende vormen van inactiviteit (ziekte en invaliditeit, werkloosheid, loopbaanonderbreking/tijdkrediet, andere zorgverloven, brugpensioen, ...) opgedeeld per geslacht, voor de laatste vijf jaren, zowel voor het stelsel van de werknemers als voor dat van de ambtenaren.

Antwoord ontvangen op 10 maart 2014 :

In antwoord op haar vragen heb ik de eer om het geachte lid het volgende mee te delen.

Wat de Rijksdienst voor Pensioenen betreft :

Geen enkele raming werd gerealiseerd omtrent het effect van de hervorming betreffende het in rekening brengen van de gelijkgestelde periodes in de berekening van de pensioenen in de werknemersregeling.

De Rijksdienst voor Pensioenen beschikt niet over statistieken betreffende het gedeelte van de gelijkgestelde periodes in de berekening van de pensioenen voor de laatste tien jaar.

Behalve de informatie meegedeeld tijdens de nationale pensioenconferentie en vermeld in het groenboek, vindt u hieronder het enige element van antwoord waarover wij momenteel beschikken.

Het betreft een analyse gebaseerd op de pensioenen die ingegaan zijn in 2012. Zij is gerealiseerd in het kader van een vraag van de Expertencommissie voor de hervorming van de pensioenen 20-40.

De loopbaan die gebruikt wordt om dit percentage vast te stellen, omvat alle jaren waarvoor minstens één gewerkte of gelijkgestelde dag als werknemer in België geregistreerd werd, maar na eventuele eliminatie van een aantal jaren in het kader van de eenheid van loopbaan.

Er dient vermeld te worden dat het jaar dat voorafgaat aan het ingangsjaar, in de meeste gevallen volledig gelijkgesteld is: voor de studie hebben we deze gelijkstelling gecorrigeerd door het aantal dagen van het jaar dat voorafgaat aan het ingangsjaar, te verdelen volgens de opdeling van het jaar daarvoor.

Percentage gelijkstelling in de werknemersloopbaan  (ingangsjaar 2012).

Mannen

Vrouwen

26,51%

31,43%


Wat de Pensioendienst voor de Overheidssector betreft :

In antwoord op haar vragen heb ik de eer het geachte lid volgende gegevens mee te delen inzake de pensioenen van de overheidssector, die beheerd worden door de Pensioendienst voor de overheidssector (PDOS). Er is geen rekening gehouden met ziektepensioenen.

1. Gedeelte van de met dienstactiviteit gelijkgestelde perioden in de berekening van het pensioen. – verdeling per geslacht voor de periode 2009 - 2013 :

Jaar

Gemiddelde loopbaan (in maanden)

Gedeelte werkelijk gepresteerde diensten (in maanden) (met inbegrip van militaire diensten en bonificaties)

Gedeelte gelijkgestelde perioden (in maanden)

Gedeelte gelijkgestelde perioden (in %)

 

M

V

M

V

M

V

M

V

2013

409,68

382,01

395,29

353,40

15,09

28,56

3,68%

7,48%

2012

410,26

380,74

394,42

351,67

16,98

28,95

4,14%

7,60%

2011

410,75

382,35

394,83

353,12

16,87

28,87

4,11%

7,55%

2010

410,75

389,27

392,14

356,86

17,78

31,93

4,33%

8,20%

2009

410,94

388,45

392,75

355,32

17,65

32,29

4,30%

8,31%


2. Gedeelte van de met dienstactiviteit gelijkgestelde perioden in de berekening van het pensioen – verdeling per leeftijdsgroep en geslacht voor de periode 2009 - 2013 :

Jaar

Leeftijdsgroep (leeftijd van oppensioenstelling)

Gemiddelde loopbaan(in maanden)

Gedeelte werkelijk gepresteerde diensten(in maanden) (met inbegrip van militaire dienst en bonificaties)

Gedeelte gelijkgestelde perioden (in maanden)

Gedeelte gelijkgestelde perioden (in %)

M

V

M

V

M

V

M

V

2013

60

422,55

395,37

402,35

361,18

20,13

34,14

4,76%

8,64%

61

404,69

370,42

399,00

356,03

5,22

14,19

1,29%

3,83%

62

399,57

370,09

393,61

355,75

5,42

14,06

1,36%

3,80%

63

404,00

364,56

399,36

354,52

4,39

10,04

1,09%

2,75%

64

421,60

337,62

418,04

324,04

3,08

13,31

0,73%

3,94%

65

354,90

301,58

356,33

294,38

4,23

7,32

1,19%

2,43%

2012

60

422,01

390,41

399,60

356,00

22,32

34,32

5,29%

8,79%

61

416,31

383,73

409,57

370,10

6,36

13,30

1,53%

3,47%

62

402,21

364,16

394,89

352,18

7,10

11,66

1,77%

3,20%

63

400,21

368,24

393,49

355,59

6,49

12,40

1,62%

3,37%

64

406,64

319,92

399,41

308,94

5,76

10,70

1,42%

3,35%

65

361,21

317,32

365,06

310,70

4,46

6,49

1,23%

2,05%

2011

60

421,18

390,22

398,52

355,67

22,26

34,15

5,28%

8,75%

61

403,69

380,37

399,14

369,04

4,25

11,35

1,05%

2,98%

62

407,14

370,55

401,83

359,49

5,92

10,67

1,45%

2,88%

63

407,05

370,88

400,57

362,97

6,11

8,20

1,50%

2,21%

64

406,34

358,70

400,84

345,11

6,34

13,16

1,56%

3,67%

65

365,54

318,88

370,09

312,68

4,10

5,76

1,12%

1,80%

2010

60

424,66

394,91

399,33

357,89

23,05

36,61

5,43%

9,27%

61

406,77

384,43

397,20

372,47

8,20

11,95

2,01%

3,11%

62

409,71

366,52

401,82

357,40

7,12

9,05

1,74%

2,47%

63

407,91

353,62

399,01

341,72

6,05

11,98

1,48%

3,39%

64

402,30

351,18

392,61

341,81

6,28

9,81

1,56%

2,79%

65

348,56

348,74

351,36

340,52

4,36

5,91

1,25%

1,70%

2009

60

420,32

393,58

396,42

356,33

22,53

36,49

5,36%

9,27%

61

403,85

378,92

396,81

368,45

5,53

10,51

1,37%

2,77%

62

416,05

366,10

409,88

356,99

5,13

6,61

1,23%

1,81%

63

416,23

346,11

412,64

335,77

3,45

10,30

0,83%

2,97%

64

403,89

301,30

395,50

291,40

6,04

9,90

1,50%

3,28%

65

359,11

365,72

360,35

356,77

3,82

6,11

1,06%

1,67%


3. Gedeelte van de met dienstactiviteit gelijkgestelde perioden in de berekening van het pensioen – verdeling volgens reden van afwezigheid en per geslacht voor de periode  2009 - 2013 :

Jaar

Tijdskrediet /Loopbaanonderbreking

Disponibiliteit wegens ziekte

Andere

 

M

V

M

V

M

V

2013

91,25%

89,30%

0,88%

1,10%

7,87%

9,60%

2012

87,71%

92,24%

1,28%

1,24%

11,01%

6,52%

2011

88,94%

92,64%

1,11%

1,27%

9,95%

6,10%

2010

83,86%

91,09%

1,10%

1,15%

15,04%

7,76%

2009

85,50%

90,59%

1,70%

1,22%

12,80%

8,19%