SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
27 septembre 2013 27 september 2013
________________
Question écrite n° 5-9945 Schriftelijke vraag nr. 5-9945

de Nele Lijnen (Open Vld)

van Nele Lijnen (Open Vld)

à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen
________________
Cybercrime - GPS des services d'ordre - Piratage Cybercrime - GPS ordediensten - Hacken 
________________
criminalité informatique
police
navigation par satellite
téléphone mobile
cryptographie
communication mobile
computercriminaliteit
politie
satellietnavigatie
mobiele telefoon
codering van informatie
mobiele communicatie
________ ________
27/9/2013Verzending vraag
10/12/2013Antwoord
27/9/2013Verzending vraag
10/12/2013Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-9946 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-9946
________ ________
Question n° 5-9945 du 27 septembre 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-9945 d.d. 27 september 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les médias internationaux ont signalé dernièrement que des braconniers astucieux d'Afrique se sont servis des cybertechniques modernes pour organiser leurs activités. Ils ont piraté la banque de données des autorités publiques pour prendre connaissance des coordonnées des animaux intégrés dans cette banque de données. La technique qu'ils ont utilisée n'est en soi guère pertinente pour notre pays mais les implications de ce principe peuvent elles bel et bien être extrapolées. En effet, la plupart des appareils mobiles permettent aujourd'hui une liaison avec un GPS.

Je souhaiterais poser les questions suivantes à la ministre.

1) Si les services d'ordre se déplacent à l'aide d'un signal GPS, introduisent-ils les coordonnées de manière isolée ou bien existe-t-il une forme de communication entre le GPS et la centrale locale sur ces coordonnées ?

2) La ministre juge-t-elle possible que des criminels aient par exemple accès aux coordonnées GPS des services d'ordre et en profitent comme d'un avantage stratégique ?

3) Les signaux GPS de nos services d'ordre sont-ils protégés (par exemple par cryptage) ou bien pensez-vous qu'il soit possible que des cybercriminels aient accès à ces informations ? Pouvez-vous détailler votre réponse ?

4) Disposez-vous d'indices montrant que ce type de cybercrime a peut-être déjà été commis ? Si oui, pouvez-vous expliquer ?

5) Disposez-vous de statistiques sur le nombre de voitures de police qui sont équipées d'un GPS et pouvez-vous les communiquer ?

 

Onlangs werd in de internationale media gemeld dat vernuftige stropers in Afrika gebruik maken van moderne cybertechnieken om hun activiteiten te organiseren. De stropers hackten de overheidsdatabase om de coördinaten te weten te komen van dieren die verbonden waren met deze database. Hun techniek is in zich weinig relevant voor ons land, maar de implicaties van dit principe zijn wel extrapoleerbaar. Tegenwoordig is immers op de meeste mobiele toestellen een gps-verbinding mogelijk.

Graag had ik volgende vragen gesteld aan de minister:

1) Indien de ordediensten zich verplaatsen met een gps-signaal, voeren zij deze coördinaten geïsoleerd in of is er bijvoorbeeld een vorm van communicatie tussen het gps-toestel en de lokale centrale over die coördinaten?

2) Acht de minister het mogelijk dat criminelen bijvoorbeeld toegang kunnen krijgen tot de gps-coördinaten van de ordediensten en dit als een strategisch voordeel zullen gebruiken?

3) Worden de gps-signalen van onze ordediensten beschermd (bv. door encryptie), of acht u het mogelijk dat cybercriminelen toegang krijgen tot deze informatie? Kan u toelichten?

4) Heeft u aanwijzingen dat deze potentiële vorm van cybercrime reeds gebeurd is? Indien ja, kan u toelichten?

5) Heeft u cijfers over het aantal politiewagens die uitgerust zijn met een gps en kan u deze meedelen?

 
Réponse reçue le 10 décembre 2013 : Antwoord ontvangen op 10 december 2013 :

Question 1. 

En général, les coordonnées des appareils GPS dans les voitures de police sont introduites de façon isolées.  

Questions 2 à 5. 

Toutefois, depuis une dizaine d’années, l’ASBL ASTRID met un système de «fleet logger» à disposition des zones de police. Plusieurs zones sont équipées du système, mais je ne dispose pas de données centralisées à ce sujet.  

Ce système est sécurisé.

Je n’ai pas connaissance d’intrusions de la part de criminels. 

Pour votre information, je puis vous communiquer que ce système répond à plusieurs attentes: 

  • Il a pour but d’organiser la sécurité des équipes sur le terrain depuis la centrale locale (localisation rapide par la centrale locale en cas de détresse). 

  • Il offre aussi une aide à la gestion opérationnelle, en offrant une vue sur les routes des patrouilles et sur la présence de ces patrouilles dans un secteur déterminé à des moments bien précis. 

  • C’est également un outil de contrôle qui permet aux responsables policiers de constater que les directives internes sont  respectées: début, fin, durée de la patrouille, itinéraires prescrits, etc. 

D’autres aspects peuvent également être vérifiés : la vitesse du véhicule, accélérations et décélérations brusques, l’usage du feu bleu et du bitonal.

Vraag 1. 

In het algemeen worden de coördinaten van de GPS-toestellen in de politievoertuigen geïsoleerd ingevoerd. 

Vragen 2 tot 5. 

Sinds een tiental jaar stelt de nv ASTRID weliswaar een systeem van “fleet logger” ter beschikking van de politiezones. Verschillende zones zijn uitgerust met het systeem, maar ik beschik niet over gecentraliseerde gegevens in dit verband. 

Dit systeem is beveiligd.

Ik heb geen weet van intrusies vanwege criminelen. 

Voor uw informatie kan ik u meedelen dat dit systeem beantwoordt aan verschillende verwachtingen: 

  • Het heeft tot doel de veiligheid van ploegen op het terrein te verzekeren vanuit de lokale centrale (snelle lokalisatie in geval van nood). 

  • Het biedt tevens een hulp aan het operationele beheer, door een zicht te bieden op de routes van de patrouilles et op de aanwezigheid van patrouilles in een bepaalde sector op een bepaald ogenblik. 

  • Het is tevens een controle-instrument dat de politieverantwoordelijken toelaat vast te stellen dat de interne richtlijnen worden nageleefd aanvang, einde, duur van de patrouilles, voorgeschreven volgwegen, enz.  

Andere aspecten kunnen eveneens worden nagegaan : de snelheid van het voertuig, het bruusk versnellen en afremmen, het gebruik van het blauwe zwaailicht en het speciale geluidstoestel.