SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
15 février 2013 15 februari 2013
________________
Question écrite n° 5-8162 Schriftelijke vraag nr. 5-8162

de Nele Lijnen (Open Vld)

van Nele Lijnen (Open Vld)

à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen
________________
Traite des êtres humains - Trafic de mineurs durant la période 2007-2010 Mensenhandel - Handel in minderjarigen in de periode 2007-2010 
________________
traite des êtres humains
statistique officielle
mensenhandel
officiële statistiek
________ ________
15/2/2013Verzending vraag
19/9/2013Antwoord
15/2/2013Verzending vraag
19/9/2013Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8163
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8164
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8165
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8166
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8163
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8164
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8165
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8166
________ ________
Question n° 5-8162 du 15 février 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-8162 d.d. 15 februari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Selon le premier rapport global que l'Office des Nations Unies contre la drogue et le crime (UNODC) consacre à la traite des êtres humains, des enfants ont été vendus dans huit pays d'Europe occidentale et centrale, dont la Belgique.

Ces enfants ont été livrés à la mendicité ou incités à la délinquance.

Le rapport fonde ses conclusions sur des données provenant de 37 pays d'Europe et d'Asie centrale. L'information relative à l'exploitation des victimes de la traite se base sur 27 100 cas documentés. La proportion des victimes achetées pour être livrées à la mendicité avoisinait 2 %.

On connaît des cas, surtout dans les Balkans, mais aussi en Belgique, aux Pays-Bas, en Italie et en Norvège, où on s'est servi d'enfants, non seulement pour mendier, mais aussi pour commettre des actes délictueux. Le rapport fait également état d'exemples, en Belgique et en Roumanie, d'enfants victimes de la traite qui se sont retrouvés dans la pornographie. Dans ce cadre, on a même vendu des bébés en Moldavie, en Ukraine, en Azerbaïdjan et en Bulgarie; au Portugal, des adoptions illégales ont eu lieu. Par ailleurs, le trafic d'organes ne doit pas être sous-estimé en Europe, même s'il ne représente que 0,1 % du total de la traite. Par rapport à d'autres parties du monde, l'exploitation est davantage sexuelle et moins économique en Europe et en Asie centrale.

C'est la première fois qu'on présente un rapport sur ce thème, et il faut constater que les résultats sont plutôt effarants, notamment en ce qui concerne notre pays.

Dans ce contexte, voici mes questions à la ministre :

1) Est-elle au courant de ce rapport ? A-t-elle déjà pu le consulter ?

2) Sait-elle que, parmi les pays où des enfants sont vendus, on compte le nôtre ? Dispose-t-on de chiffres relatifs au nombre d'enfants vendus, respectivement pour ces trois dernières années ?

3) Quelle est la position de la ministre face aux conclusions du rapport ?

4) Est-elle prête à prendre des mesures concrètes contre cette forme de trafic d'être humains qui se rencontre aussi dans notre pays, et le fera-t-elle ? Quelles mesures va-t-elle prendre et peut-elle m'en préciser le calendrier ?

 

Uit het allereerste Globaal Rapport over mensenhandel van het United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC) blijkt dat in acht West- en Centraal-Europese landen, waaronder ook België, tussen 2007 en 2010 kinderen werden verhandeld.

Die kinderen kwamen in de bedelarij terecht of werden ingezet voor kleine criminaliteit.

Het rapport baseert zijn conclusies op gegevens uit 37 Europese en Centraal-Aziatische landen. De informatie over de wijze waarop slachtoffers van mensenhandel werden uitgebuit, is gebaseerd op 27.100 gedocumenteerde gevallen. Het aantal slachtoffers dat werd verhandeld om in de bedelarij terecht te komen bedroeg ongeveer twee procent.

Vooral in de Balkan, maar ook in België, Nederland, Italië en Noorwegen zijn gevallen bekend waarbij verhandelde kinderen niet alleen in de bedelarij werden ingezet, maar ook voor kleine criminaliteit werden gebruikt. Het rapport meldt verder dat ook gevallen van kinderhandel bekend zijn in België en Roemenië, waarbij slachtoffers in de pornografie terechtkwamen. In Moldavië, Oekraïne, Azerbeidzjan en Bulgarije werden in dat verband zelfs baby's verkocht, in Portugal zijn gevallen bekend van illegale adoptie. Ook orgaanhandel moet niet worden onderschat in Europa, al blijkt dat slechts uit 0,1 procent van de mensenhandel. In Europa en Centraal-Azië worden meer slachtoffers seksueel dan economisch uitgebuit in vergelijking met andere regio's.

Het is voor de eerste maal dat dergelijk rapport wordt voorgesteld en we moeten toch vaststellen dat de resultaten eerder onthutsend zijn, zeker wat ook ons land betreft.

Ik heb daarom de volgende vragen aan de minister:

1) Is ze op de hoogte van dit rapport? Heeft ze dit rapport reeds kunnen inkijken?

2) Is ze op de hoogte van het feit dat ons land behoort tot een van de landen waar kinderen worden verhandeld? Zijn cijfers voorhanden over het aantal verhandelde kinderen en dit respectievelijk voor de jongste drie jaar?

3) Wat is het standpunt van de minister omtrent de conclusies van dit rapport?

4) Is ze bereid en zal ze concrete maatregelen nemen tegen deze vorm van mensenhandel, die ook in ons land voorkomt? Welke maatregelen zal ze nemen en kan ze mij meer informatie geven omtrent de timing?

 
Réponse reçue le 19 septembre 2013 : Antwoord ontvangen op 19 september 2013 :

Cette question parlementaire ne relève pas de mes compétences mais bien de celles de mes collègues, la ministre de la Justice et la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration et à l'Intégration sociale, à qui vous avez également posé ces questions.

Deze parlementaire vraag valt niet onder mijn bevoegdheid, maar onder de bevoegdheden van mijn collega’s, de minister van Justitie en de Staatssecretaris voor Asiel en Migratie en Maatschappelijke Integratie, aan wie u de vragen tevens gesteld heeft.