SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
17 février 2012 17 februari 2012
________________
Question écrite n° 5-5671 Schriftelijke vraag nr. 5-5671

de Nele Lijnen (Open Vld)

van Nele Lijnen (Open Vld)

à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen
________________
Plan national de sécurité - Homophobie Nationaal Veiligheidsplan - Homofobie 
________________
sécurité publique
violence
minorité sexuelle
identité de genre
openbare veiligheid
geweld
seksuele minderheid
genderidentiteit
________ ________
17/2/2012Verzending vraag
26/10/2012Antwoord
17/2/2012Verzending vraag
26/10/2012Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-5672 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-5672
________ ________
Question n° 5-5671 du 17 février 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-5671 d.d. 17 februari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La ministre de la Justice et la ministre de l'Intérieur ont préparé un plan national de sécurité qui définit les priorités des services de police et du ministère public pour les quatre prochaines années. Après la lutte contre les vols à main armée, « la violence dans l'espace public, en particulier dans les transports en commun » constitue la deuxième priorité.

Dans le chapitre relatif à l'Égalité des Chances, l'accord de gouvernement fédéral précise que « le Gouvernement fera preuve de fermeté à l’égard des violences envers les holebi’s et transgenres. Il prendra à cette fin des initiatives coordonnées dans le cadre de la politique en matière d'égalité des chances, de sécurité et de justice, notamment pour encourager le dépôt et le traitement efficient de plaintes en cas d’agression, de manifestation de haine ou de discrimination ».

1) Quelle est précisément la place attribuée à la lutte contre la violence homophobe dans les priorités définies dans le plan national de sécurité ?

2) La lutte contre la violence homophobe fait-elle partie de la deuxième priorité, qui veut traiter « la violence dans l'espace public » ? Si oui, quelles initiatives concrètes la ministre prend-elle pour donner forme à la lutte contre la violence homophobe ? Si non, de quelle priorité la violence homophobe fait-elle partie ?

3) Quel est l'état d'avancement de l'exécution des mesures en la matière annoncées dans l'accord de gouvernement, plus précisément l'augmentation : (a) des dépôts de plainte chez les victimes de violence homophobe ? (b) de la manifestation de haine ? (c) des discriminations contre les holebi's et les transgenres ?

Quel est le calendrier concret pour l'exécution des mesures précitées ?

 

De minister van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken hebben een Nationaal Veiligheidsplan klaar waarin de prioriteiten voor de politiediensten en het openbaar ministerie voor de volgende vier jaar worden vastgelegd. Na de strijd tegen de gewapende diefstallen wordt "geweld in de publieke ruimte, in het bijzonder op het openbaar vervoer" de tweede prioriteit.

In het hoofdstuk over Gelijke Kansen bepaalt het federaal regeerakkoord dat "de regering zorgt voor een krachtdadige aanpak van geweld tegen holebi's en transgenders. Ze neemt daartoe gecoördineerde initiatieven in het kader van het gelijkekansenbeleid, het politionele en justitiële beleid, onder meer om de aangiftebereidheid bij slachtoffers van geweld, manifestaties van haat, discriminaties tegen holebi's en transgenders te verhogen".

1) Welke plaats in de prioriteiten die worden bepaald in het Nationaal Veiligheidsplan heeft de bestrijding van homofoob geweld precies gekregen?

2) Valt de bestrijding van homofoob geweld onder de tweede prioriteit, die 'geweld in de publieke ruimte' wil aanpakken? Zo ja, welke concrete initiatieven neemt de minister om de strijd tegen homofoob geweld vorm te geven? Zo neen, onder welke prioriteit valt de bestrijding van homofoob geweld dan wel?

3) Wat is de stand van zaken van de uitvoering van de in het regeerakkoord aangekondigde maatregelen ter zake, meer bepaald de verhoging van : (a) de aangiftebereidheid bij slachtoffers van homofoob geweld? (b) de manifestatie van haat? (c) discriminaties tegen holebi's en transgenders?

Wat is de concrete timing voor de uitvoering van bovengenoemde maatregelen?

 
Réponse reçue le 26 octobre 2012 : Antwoord ontvangen op 26 oktober 2012 :

1. Les priorités du PNS découlent d’une image policière nationale de la sécurité qui examine les phénomènes d’insécurité de manière objective, sur la base de différents critères relatifs notamment à l’ampleur (exemple nombre de faits) et à la gravité (exemple dommages physiques) des faits. Le résultat en est un cluster de phénomènes de criminalité qui peuvent être classés au rang de priorité et qui nécessiteront une attention toute particulière au cours des années à venir. Il est donc erroné d’affirmer que les priorités du PNS sont également classées entre elles par ordre d’importance : elles ont toutes la même priorité et la même importance pour l’avenir. L’approche de la violence contre les holebis et les transgenres n’est donc pas mentionnée comme telle dans le plan national de sécurité, mais elle fait par contre l’objet d’une politique très ciblée qui englobe différentes actions dans plusieurs domaines, lesquelles vont d’ailleurs bien au-delà de l’approche policière.

2. La violence homophobe constitue un phénomène complexe et son approche requiert la contribution de différents partenaires et régions. Il existe de nombreuses initiatives pouvant être recensées. C’est pourquoi nous allons reprendre également cette question dans la Note-cadre de Sécurité intégrale. Je vais inviter les acteurs concernés dans une concertation avec ma collègue de la Justice, la ministre Turtelboom.  

Tout comme pour tout délit, il est important que les victimes de violence homophobe fassent une déclaration. Cette déclaration nous permet d’avoir une meilleure perception du phénomène et d’y répondre de manière adéquate. En concertation avec le Service public fédéral (SPF) Justice, nous devons vérifier comment améliorer l’enregistrement des délits homophobes.

Afin de favoriser une société sûre et respectueuse (prévention de la radicalisation violente), on examine l’opportunité d’intégrer la violence homophobe dans ce cadre.

La possibilité de débat et l’acceptation de l’homosexualité et du transgenre doivent être favorisées, notamment par l’organisation de campagnes de sensibilisation en collaboration avec les associations de défense des droits des homosexuels et transgenres au sein et en dehors de l’enseignement. En particulier, il faut accorder de l’attention à certains groupes cibles, comme les jeunes hommes. L’importance de la sensibilisation est renforcée par les faibles chiffres de déclaration en matière de violence contre les homosexuels (ceci vaut également pour les autres délits). 

3. Tout comme je l’ai déjà mentionné dans la réponse ci-dessus, j’encourage les victimes de violence et de manifestation de haine en raison de leur orientation sexuelle ou de leur identité de genre à toujours faire une déclaration à la police et au Centre d’Egalité des Chances et Lutte contre le Racisme.

1. De prioriteiten van het NVP vloeien voort uit een nationaal politioneel veiligheidsbeeld dat onveiligheidfenomenen op een objectieve manier weegt op basis van diverse criteria met betrekking tot onder meer omvang (bv. aantal feiten) en ernst (bijvoorbeeld fysieke schade). Het resultaat ervan is een cluster criminaliteitsfenomenen welke als prioriteit kunnen naar voor geschoven worden en die de komende jaren extra aandacht vergen. Het is dus verkeerd te stellen dat de prioriteiten uit het NVP ook onderling zijn gerangschikt naar belang: ze zijn alle even prioritair en belangrijk voor de toekomst. De aanpak van geweld tegen holebi's en transgenders staat niet als dusdanig vermeld in het nationaal veiligheidsplan, maar maakt daarentegen het voorwerp uit van een zeer specifiek gericht beleid met uiteenlopende acties op verschillende domeinen, die trouwens veel ruimer gaan dan de politionele aanpak. 

2. Homofoob geweld is een complex fenomeen en de aanpak vergt de input van diverse partners en regio’s. Er bestaan al heel wat initiatieven die in kaart gebracht kunnen worden. Daarom zullen we dit ook opnemen binnen de Kadernota Integrale Veiligheid. Ik zal de betrokken actoren uitnodigen in een overleg met mijn collega van Justitie, minister Turtelboom.  

Het is, zoals voor elk misdrijf, belangrijk dat de slachtoffers van homofoob geweld aangifte doen. Dit laat ons toe om het fenomeen beter in kaart te brengen en de gepaste antwoorden te bieden. In overleg met de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie moeten we nagaan hoe de registratie van homofobe misdrijven verbeterd kan worden.

In het kader van veilig en respectvol samenleven (preventie van gewelddadige radicalisering) wordt onderzocht of het opportuun is om homofoob geweld hierin op te nemen.

De bespreekbaarheid en aanvaarding van holebiseksualiteit en transgenderisme dienen bevorderd te worden. Dit kan onder meer door sensibiliseringscampagnes in samenwerking met holebi- en transgender verenigingen, binnen en buiten het onderwijs. In het bijzonder dient er aandacht te gaan naar bepaalde doelgroepen, zoals jonge mannen. Het belang van sensibilisering wordt extra ondersteund door de lage aangiftecijfers voor anti-holebiseksueel geweld (geldt ook voor andere misdrijven). 

3. Zoals ik in het bovenstaande antwoord reeds vermeldde, moedig ik slachtoffers van geweld en uitingen van haat omwille van geaardheid of genderidentiteit om steeds aangifte te doen bij de politie en melding bij het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding.