SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2013-2014 Zitting 2013-2014
________________
6 février 2014 6 februari 2014
________________
Question écrite n° 5-11076 Schriftelijke vraag nr. 5-11076

de Nele Lijnen (Open Vld)

van Nele Lijnen (Open Vld)

au ministre des Finances, chargé de la Fonction publique

aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken
________________
la déclaration par les chômeurs et les prépensionnés de la cotisation syndicale comme frais professionnels de aangifte door werklozen en bruggepensioneerden van vakbondsbijdragen als beroepskosten 
________________
déduction fiscale
impôt des personnes physiques
retraite anticipée
chômeur
indemnité et frais
syndicat
statistique officielle
belastingaftrek
belasting van natuurlijke personen
vervroegd pensioen
werkloze
vergoedingen en onkosten
vakbond
officiële statistiek
________ ________
6/2/2014Verzending vraag
14/3/2014Antwoord
6/2/2014Verzending vraag
14/3/2014Antwoord
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4370 Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4370
________ ________
Question n° 5-11076 du 6 février 2014 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-11076 d.d. 6 februari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Je renvoie à la Circulaire n° Ci.RH.243/497.236 du 10.07.1998. Les cotisations syndicales payées par des chômeurs et des prépensionnés peuvent être considérées comme des frais professionnels sur la base des dispositions de l'art. 49, CIR 92. Par conséquent, les cotisations syndicales payées durant une période de chômage ou de prépension sont directement déductibles des allocations de chômage ou de prépension perçues. Bien que, normalement, les chômeurs n'aient aucun droit à une déduction forfaitaire de frais, ils peuvent déclarer certains frais professionnels, notamment la cotisation syndicale payée durant la période de chômage ou de prépension. Le fisc admet en effet que cette cotisation est versée en vue du maintien d'une allocation, en l'occurrence l'allocation de chômage. La logique fiscale est étrange puisque le but devrait quand même être de rendre déductibles les frais occasionnés pour solliciter un emploi et non les frais consentis pour maintenir une allocation. Rien n'est moins vrai. Les frais consentis par un chômeur pour trouver un emploi sont en principe, selon l'administration fiscale, des dépenses personnelles et non des frais professionnels déductibles.

J'aimerais obtenir une réponse aux questions suivantes.

1) Le ministre peut-il indiquer, respectivement pour les trois dernières années, combien de chômeurs et de prépensionnés ont déclaré leur cotisation syndicale sur leur feuille d'impôts comme frais professionnels ? Peut-il indiquer le montant total sur une base annuelle ?

2) Peut-il indiquer, sur une base annuelle, à combien s'élève le montant total des frais professionnels déclarés par des chômeurs et des prépensionnés ?

3) Est-il possible d'indiquer l'impact de cette mesure sur le budget pour chacune des trois dernières années ? Comment les frais évoluent-ils chaque année pour le budget ? Le ministre peut-il fournir des détails et des chiffres ?

4) Le ministre peut-il indiquer combien de chômeurs paient une cotisation syndicale ?

5) Peut-il indiquer combien de prépensionnés paient une cotisation syndicale ?

6) Peut-il indiquer le montant moyen des cotisations syndicales déduit chaque année dans les frais professionnels ? Cette moyenne a-t-elle augmenté durant les trois dernières années ?

7) Peut-il indiquer comment on contrôle la déduction de ces cotisations syndicales en tant que frais professionnels ? Le fisc dispose-t-il d'une liste des membres ou les syndicats contrôlent-ils ces listes ? Le ministre peut-il indiquer de manière très détaillée comment a lieu le contrôle de cette déduction fiscale ?

8) Ne pense-t-il pas qu'il serait souhaitable de mentionner cette déduction de frais dans un poste séparé de la feuille d'impôts afin que l'on puisse contrôler de manière efficace dans quelle mesure le contribuable déduit à juste titre cette cotisation syndicale à la suite d'une période de chômage ou de prépension ?

9) Peut-il indiquer, respectivement pour les trois dernières années, combien de fois l'administration fiscale a refusé que des chômeurs et des prépensionnés déduisent la cotisation syndicale en la reprenant dans les frais professionnels ? Quel est le montant sur une base annuelle et à combien de contribuables a-t-on refusé cette déduction des frais professionnels ? Le ministre peut-il expliquer ces chiffres ?

 

Ik verwijs naar de Circulaire nr. Ci.RH.243/497.236 dd. 10.07.1998. De vakbondsbijdragen die werklozen en bruggepensioneerden betalen worden, op grond van art. 49 van het WIB als beroepskosten aangemerkt en bijgevolg zijn de tijdens de periode van werkloosheid of brugpensioen betaalde vakbondsbijdragen rechtreeks aftrekbaar van de ontvangen werkloosheidsuitkeringen of brugpensioenen. Hoewel werklozen normaliter geen recht hebben op een forfaitaire kostenaftrek, kunnen zij wel enkele van hun beroepsonkosten inbrengen waaronder dus de vakbondsbijdrage voor de periode van werkloosheid en respectievelijk brugpensioen. De fiscus neemt immers aan dat deze bijdrage gestort wordt met het oog op het behoud van een uitkering, in casu de werkloosheidsuitkering. Die fiscale logica komt bijzonder vreemd over, daar het toch de bedoeling zou moeten zijn de kosten gemaakt voor het solliciteren aftrekbaar te maken en niet de kosten gemaakt om een uitkering te behouden. Niets is minder waar. Kosten die een werkloze maakt om een baan te vinden, zijn volgens de belastingadministratie in principe persoonlijke uitgaven en vormen geen aftrekbare beroepskosten.

Graag kreeg ik dan ook een antwoord op de volgende vragen:

1) Kan de minister aangeven, respectievelijk voor de laatste drie jaren, hoeveel belastingplichtige werklozen en respectievelijk bruggepensioneerden hun vakbondsbijdrage op hun belastingaangifte hebben ingebracht als beroepskosten en dit als totaalbedrag op jaarbasis?

2) Kan hij aangeven hoeveel het totale kostenplaatje bedraagt van de door werklozen en bruggepensioneerden ingebrachte beroepskosten en dit op jaarbasis?

3) Kan de concrete impact van deze maatregel voor de begroting worden weergegeven en dit op jaarbasis voor de laatste drie jaar? Hoe evolueren de kosten voor de begroting op jaarbasis? Kan dit uitvoerig en cijfermatig worden toegelicht?

4) Kan de minister aangeven hoeveel werklozen een vakbondsbijdrage betalen?

5) Kan hij aangeven hoeveel bruggepensioneerden een vakbondsbijdrage betalen?

6) Kan hij aangeven hoeveel de gemiddelde aftrek op jaarbasis bedraagt van de vakbondsbijdrage op de beroepskosten? Is er sprake van een toename wat betreft de laatste drie jaar van dit gemiddeld bedrag?

7) Kan hij aangeven hoe de controle verloopt op de aftrek van deze vakbondsbijdrage als beroepskosten? Beschikt de fiscus over een ledenlijst of controleren de vakbonden deze listings? Kan de geachte minister zeer gedetailleerd aangeven hoe de controle op deze aftrekpost verloopt?

8) Meent hij niet dat het aangewezen is om deze kostenaftrek op te nemen in de belastingsbrief als een aparte post opdat men efficiënt kan controleren in hoeverre de belastingplichtige terecht een beroep doet op de aftrek van deze vakbondsbijdrage ten gevolge van werkloosheid en of brugpensioen?

9) Kan hij aangeven, respectievelijk voor de laatste drie jaren, hoeveel keer de fiscale administratie de door de belastingplichtige werklozen en de bruggepensioneerden ingebrachte aftrek van de vakbondsbijdrage op hun beroepskosten heeft verworpen? Hoeveel bedraagt dit op jaarbasis en bij hoeveel belastingplichtigen werd deze aftrek van de beroepskosten verworpen? Graag toelichting bij deze cijfers.

 
Réponse reçue le 14 mars 2014 : Antwoord ontvangen op 14 maart 2014 :

Lorsqu’ils remplissent leur déclaration à l'impôt des personnes physiques, les chômeurs et les prépensionnés déduisent immédiatement leurs frais professionnels réels de leurs allocations de chômage et de leurs prépensions. Aucune rubrique distincte dans la déclaration à l'impôt des personnes physiques n’est donc prévue pour mentionner séparément ces frais professionnels.

Ceci ne vaut d'ailleurs pas seulement pour les chômeurs et les prépensionnés. Pour différentes autres catégories de revenus (les allocations de maladie et d'invalidité, les pensions et autres revenus de remplacement), il n’existe pas non plus de telle rubrique dans la déclaration.

Si ce devait être le cas, cela aurait pour conséquence que la déclaration actuelle à l'impôt des personnes physiques deviendrait encore plus complexe, ce qui ne cadre pas avec l'objectif permanent tendant à une simplification administrative.

De ce qui précède, il ressort qu’à défaut de données statistiques, il n’est pas possible d’estimer un impact budgétaire des frais visés par l’honorable membre.

Cette position de mon administration a aussi déjà été formulée dans des réponses à des questions parlementaires antérieures. Il est renvoyé aux réponses en la matière déjà fournies aux questions suivantes :

- Question n° 696 de M. Guy D’haeseleer du 14 mars 2005 (Questions et réponses, Chambre, 2004-2005, n° 88, p. 15451-15453);

- Question orale n° 5003 de M. Jean Cornil du 29 avril 2008 (Chambre, CRIV 52 COM 213, p. 3-5).

- Question n° 5-100, du 1er septembre 2010, posée par M. Alexander De Croo, Sénateur.

Bij het invullen van hun aangifte in de personenbelasting brengen de werklozen en de bruggepensioneerden hun reële beroepskosten onmiddellijk in mindering van hun werkloosheidsuitkeringen en brugpensioenen. Er is dus in geen afzonderlijke rubriek voorzien in de aangifte van de personenbelasting om deze beroepskosten afzonderlijk te vermelden.

Dit geldt trouwens niet enkel voor de werklozen en bruggepensioneerden. Ook voor verschillende andere categorieën van inkomsten (ziekte- en invaliditeitsuitkeringen, pensioenen en andere vervangingsinkomsten) komt een dergelijke rubriek niet in de aangifte voor.

Als dit wel het geval zou zijn, zou dit tot gevolg hebben dat de huidige aangifte in de personenbelasting nog complexer wordt, wat niet strookt met het permanente streven naar administratieve vereenvoudiging.

Uit wat voorafgaat blijkt dat, bij gebrek aan statistische gegevens, het niet mogelijk is een budgettaire impact van de door het geachte lid bedoelde kosten in te schatten.

Dit standpunt van mijn administratie werd ook reeds uiteengezet in antwoorden op eerdere parlementaire vragen. Er wordt verwezen naar de in deze materie reeds eerder verstrekte antwoorden op de volgende vragen:

- de vraag nr. 696 van de heer Guy D’haeseleer van 14 maart 2005 (Vragen en Antwoorden, Kamer, 2004-2005, nr. 88, p. 15451-15453);

- de mondelinge vraag nr. 5003 van de heer Jean Cornil van 29 april 2008 (Kamer, CRIV 52 COM 213, p. 3-5).

- De vraag nr. 5-100, dd. 1 september 2010, gesteld door de heer Alexander De Croo, Senator.