de gezondheidszorg in Brussel
Hoofdstedelijk Gewest Brussels
ziekenhuis
gezondheidsverzorging
23/10/2014 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 27/11/2014) |
14/1/2015 | Antwoord |
Naar aanleiding van de hervormingsplannen van de minister met betrekking tot de financiering van de ziekenhuizen, kwamen de media en enkele experts met significante cijfers op de proppen. België telt veel te veel ziekenhuisbedden. Waar Denemarken, dat heel goed scoort op vlak van gezondheidszorg, over gemiddeld 3,5 ziekenhuisbedden per 1.000 inwoners beschikt, telt ons land er 6,6. Door dit overaanbod komen vele ziekenhuizen in financieel nauwe schoentjes. Bovendien dreigt het gebrek aan specialisering te zorgen voor een kwaliteitsverlies. Voor Brussels blijkt de situatie nog een pak erger - in de betekenis van overaanbod. Daar beschikt men over 7,9 bedden per inwoner.
Het Brusselse overaanbod leidt echter niet naar een betere gezondheidszorg voor de Brusselaars. Het lijkt wel in tegendeel. Vele Brusselaars stellen hun doktersbezoek uit, meestal om financiële redenen. Ze wachten tot het te erg wordt en gaan dan meteen naar spoedopvang. Een op de drie patiënten komt daardoor direct op de spoedgevallen terecht, zonder eerst langs de huisarts te gaan. Kortom een bijzonder duur en dito inefficiënt systeem.
Bevestigt u het cijfer van 7,9 ziekenhuisbedden per 1000 inwoners in Brussel? Hoe verklaart de minister dit (over)aanbod? Welke consequenties verbindt zij hieraan? Heeft de minister plannen om dit aantal af te bouwen?
Hoe beoordeelt de minister de toestand van de gezondheidszorg in de hoofdstad? Acht zij die effectief en efficiënt? Gaat zij akkoord dat de eerstelijns zorg in Brussel erg versnipperd en te weinig uitgebouwd is? Beaamt ze mijn opvatting dat dit erg nefast is, zowel voor de gezondheid van de Brusselaar als voor de uitgaven van het RIZIV? Ziet zij een mogelijkheid om het geld dat vrijkomt bij het afbouwen van het aantal ziekenhuisbedden te investeren in een betere uitbouw van de eerstelijnszorg in Brussel, bijv. door een flinke investering in het aantal huisartsen en het uitbouwen van veel meer wijkgezondheidscentra? Kortom, welke visie heeft de minister op de toekomst van de Brusselse gezondheidszorg? Bestaat er hierover overleg met de andere overheden en betrokken organisaties en instellingen?
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.
Het hoger aantal ziekenhuisbedden in Brussel kan grotendeels worden verklaard door de aanwezigheid op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van een groter aantal universitaire ziekenhuizen: 3 van de 7 universitaire ziekenhuizen zijn gelegen in Brussel, tegenover 3 in Vlaanderen en slechts 1 in Wallonië. Deze factor heeft ook tot gevolg dat Brussel een groot aantal patiënten aantrekt die afkomstig zijn uit de andere gewesten en die vaak doorverwezen zijn door andere ziekenhuizen. Daarnaast zijn er ook nog een aantal zeer gespecialiseerde ziekenhuizen die eveneens patiënten opvangen uit de andere gewesten, zoals bijvoorbeeld het kinderziekenhuis. Dit fenomeen is dus in hoge mate historisch en de supraregionale patiëntenrecrutering verklaart waarom het beddenaantal niet enkel in verhouding tot het inwonersaantal van het gewest mag gezien worden. .
Wat betreft de bezorgdheid omtrent de situatie in Brussel, willen wij er op wijzen dat het regeerakkoord verschillende pistes omvat die hieraan tegemoet komen en, met name, de wil om :
de niet-gerechtvaardigde opname in een spoeddienst van een ziekenhuis te ontmoedigen en de patiënt aan te sporen om eerst bij zijn huisarts langs te gaan of een beroep te doen op een wachtdienst die door huisartsen wordt georganiseerd.
voor de behandeling van moeilijke of zeldzame aandoeningen of in geval van zeer dure technologie of infrastructuur te evolueren naar gespecialiseerde ziekenhuiszorg, geconcentreerd in gespecialiseerde centra, ingebed in een klinisch netwerk tussen ziekenhuizen.
onnodige ziekenhuisopnames en onnodig lange ziekenhuisverblijven te beperken, om zo de nodige ruimte te creëren om, in overleg met de betrokken deelstaten en de sector, een substantieel deel van de ziekenhuisbedden om te zetten in al dan niet residentiële of transmurale opvang van patiënten.
de samenwerking te bevorderen tussen academische, gespecialiseerde en basisziekenhuizen in een klinisch netwerk, evenals de samenwerking tussen de ziekenhuizen en extramurale zorgverleners.
in samenwerking met de deelstaten, gezondheidsdoelstellingen uit te werken rond preventie, toegankelijkheid, aanbod en organisatie van de zorg, waarbij het mogelijk moet blijven om asymmetrische akkoorden af te sluiten tussen de federale overheid en de deelstaten.
In het kader van de hervorming van de
ziekenhuisfinanciering wordt er, ten slotte, ook gezocht naar
mogelijkheden tot efficiëntere aanwending van de middelen. Het
(te groot) aantal ziekenhuisbedden is slechts één van
de factoren die de toenemende precaire financiële situatie van
veel ziekenhuizen verklaart. Een grondige analyse van de oorzaken
zou ons vandaag echter te ver leiden.
Zo zou een afbouw van zgn.
“niet-verantwoorde“ ziekenhuisbedden niet direct leiden
tot een besparing (omdat de werkingskosten voor de onverantwoorde
bedden nu eenmaal niet gefinancierd worden). Op langere termijn
mogen we echter wel besparingen verwachten, wegens nood aan minder
ziekenhuisinfrastructuur in gevolge van bedsluitingen.
Daarnaast moet er op gewezen worden dat de verblijfsduur in de Belgische ziekenhuizen voor heel wat aandoeningen nog steeds langer is dan de verblijfsduur in veel andere landen. Ook hier zijn er wellicht nog opportuniteiten voor betere aanwending van de middelen. Deze pistes worden verder onderzocht in het kader van de hervorming van de ziekenhuisfinanciering.
Specialisatie van de ziekenhuisactoren, beperken van niet-gerechtvaardigde opnames in de spoeddienst, versterking van de eerste lijn staan dus wel degelijk op de agenda, in nauw overleg met de deelstaten.