|
|
Belgisch ontwikkelingsagentschap (BTC) - Opleiding - BTC-Infocyclus - Overzicht - Return - Doorstroming
Enabel (Belgisch Ontwikkelingsagentschap)
opleiding
Noord-Zuidbetrekking
| 3/10/2013 | Verzending vraag |
| 30/10/2013 | Antwoord |
Het Belgische ontwikkelingsagentschap BTC ondersteunt en omkadert ontwikkelingsprogramma's in opdracht van de Belgische Staat en andere opdrachtgevers. BTC is een naamloze vennootschap van publiek recht met sociaal oogmerk, opgericht bij de wet van 21 december 1998.
Haar enige aandeelhouder is de Belgische Staat, die in de algemene vergadering wordt vertegenwoordigd door de minister van ontwikkelingssamenwerking. De relaties tussen de Belgische staat en BTC zijn vastgelegd in een beheerscontract.
De BTC-Infocyclus is een opleiding die een overzicht biedt van de internationale samenwerking en de Noord-Zuid-problematiek en is bestemd voor iedereen die in de ontwikkelingssamenwerking werkt of aan de slag wil gaan. Jaarlijks telt deze infocyclus 1000 deelnemers. Deelnemers betalen slechts 100 euro inschrijvingsgeld (vanaf september 175 euro). Volgens BTC bedraagt de opleg door BTC 1500 euro per deelnemer. Met andere woorden, een totale kostprijs van 1.500.000 kostprijs per jaar voor 1000 deelnemers.
Hierover heb ik de volgende vragen.
1) Is een return voor de sector van de ontwikkelingssamenwerking bekend?
2) Hoeveel deelnemers stromen door naar de sector van de ontwikkelingssamenwerking?
3) Graag kreeg ik een opdeling van het aantal doorgestroomde werknemers in de sector, opgesplitst per pijler en per type project binnen de Noord- Zuidwerking?
1. Als algemene inleiding is het belangrijk om te benadrukken dat doelstelling van de Infocyclus niet ligt in het vinden van werk.
De infocyclus is een project “ontwikkelingseducatie” met als belangrijkste doelstelling het sensibiliseren en het vormen van mensen met een algemene interesse in de sector van ontwikkelingssamenwerking. Als “return voor de sector” wordt dan beschouwd dat mensen zich bewust worden van een aantal mondiale problemen èn dat ze beseffen dat ook zij iets aan bepaalde problemen kunnen doen (niet noodzakelijk door in de sector te gaan werken maar het kan ook door middel van vrijwilligerswerk, anders consumeren, debatteren met andere burgers, enzovoort). Het meten van deze return is niet evident omdat het gegeven ‘engagement’ nu eenmaal moeilijk te meten valt.
Tijdens het examen worden deelnemers bevraagd over de opgedane kennis, hun kritisch inzicht in de aangeboden materie en hun reflectie over mogelijke vormen van engagement. Het slaagpercentage op de examens is behoorlijk hoog (gemiddeld 94 %) wat kan aantonen dat het volgen van de infocyclus een zekere positieve impact heeft op deze drie bevraagde domeinen.
Het antwoord op dè impact-vraag : “In hoeverre is de kwaliteit van de ontwikkelingssamenwerking (in het Noorden en in het Zuiden) verbeterd door de vorming van cursisten tijdens de Infocyclus ?” is minder makkelijk te vinden.
Het recruteringspercentage door instellingen in ontwikkelingssamenwerking zegt wel iets over de kwaliteit van de alumni, en het is plausibel dat zij op meer dan gemiddelde wijze een rol vervullen in de ontwikkelingssamenwerking. Dit recruteringspercentage is iets meer dan 15 % van de respondenten (gerecruteerd voor een loopbaan in ontwikkelingswerk of voor vrijwilligerswerk).
De redenering zou ook kunnen worden omgedraaid: bijna 18 % heeft, na deelname aan Infocyclus, geoordeeld dat zij niet in het Zuiden, of helemaal niet, voor ontwikkelingssamenwerking willen werken. Ook dit is, in omgekeerde zin, een zegen voor de sector daar het een risico verkleint, en draagt dus bij aan haar kwaliteit.
2. en 3. Hieronder volgen een aantal cijfergegevens op basis van de meest recente bevraging van ex-deelnemers die plaats vond in oktober-november 2012.
Bij deze bevraging ontvingen alle deelnemers van 2009, 2010 en 2011 een uitnodiging om deel te nemen aan een online-enquête. Er was een goede respons van 19,2 % (600 op 3 150).
69,7 % van de respondenten was al actief in de sector vóór deelname aan de infocyclus en dit als vrijwilliger, als werknemer of als werkgever, zie de tabel hieronder.
Uit de bevraging blijkt dat één van de belangrijkste motivaties om deel te nemen aan de infocyclus het vinden van een job is in de sector (22 %), dit komt voor “nieuwe contacten leggen” (15 %).
Van de deelnemers zonder voorafgaande ervaring is 45.2 % actief gaan zoeken naar een baan of naar vrijwilligerswerk in de sector, en 15,3 % heeft dat ook gevonden. Het is waarschijnlijk de beperkte absorptiecapaciteit van de sector die ervoor zorgt dat niet meer personen er een plaats vonden.
|
Tabel: De manier waarop de infocyclus heeft aangezet tot een loopbaan in OS |
(%) |
|
Ik had reeds een loopbaan in ontwikkelingssamenwerking en de infocyclus heeft me bevestigd in deze keuze |
9.9 |
|
Ik ben actief beginnen zoeken naar een loopbaan in ontwikkelingssamenwerking en ik heb dit ook gevonden |
10.2 |
|
Ik ben actief beginnen zoeken naar een loopbaan in ontwikkelingssamenwerking, maar heb dit niet gevonden |
28.3 |
|
Ik ben actief beginnen zoeken naar vrijwilligerswerk in ontwikkelingssamenwerking en ik heb dit ook gevonden |
5.1 |
|
Ik ben actief beginnen zoeken naar vrijwilligerswerk in ontwikkelingssamenwerking, maar ik heb dit niet gevonden |
1.6 |
|
Het heeft me doen inzien dat ik geen loopbaan in ontwikkelingssamenwerking in het zuiden wil, maar wel op een andere manier ontwikkelingsactiviteiten wil uitvoeren (privé-sector, ontwikkelingsactiviteiten in het noorden, vrijwilligerswerk,...) |
14.1 |
|
Het heeft me doen inzien dat ik niet actief (noch als werknemer, noch als vrijwilliger) wil zijn in ontwikkelingssamenwerking |
3.7 |
|
Geen van bovenstaande |
27.0 |
|
Other (please specify) |
|