Geïnterneerden - Wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis - Lacunes
psychiatrische inrichting
sociale integratie
beroep in de gezondheidszorg
opname in psychiatrische kliniek
sociaal verweer
24/12/2012 | Verzending vraag |
21/6/2013 | Herkwalificatie |
Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-3769
Deze vraag is een herhaling van schriftelijke vraag 5-4217 inzake geïnterneerden en instellingen voor geïnterneerden, maar heeft tot doel meer uitleg te verkrijgen, meer bepaald omtrent de lacunes in de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis.
Heeft de geachte minister de lacunes in de wet van 21 april 2007 reeds kunnen bestuderen en is ze bereid deze op te vullen? Concreet bedoel ik dan:
1) De betrokkenheid van de zorgverstrekkers, in casu de artsen en nog meer specifiek de huisarts / psychiater / psycholoog van de betrokken geïnterneerde?
2) Gaat de geachte minister akkoord dat het forensisch psychiatrisch OZ minimalistisch is ingevuld (dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld Nederland)?
3) Gaat zij akkoord dat het al fout gaat in de benaming van de SURB? Internering is toch geen straf?
4) Hoe zit het met het gradueel re-integreren in de maatschappij van de geïnterneerde?