Sociale fraude - Controles
zwartwerk
geldboete
administratieve sanctie
geografische spreiding
regionale verschillen
officiële statistiek
4/7/2012 | Verzending vraag |
30/11/2012 | Antwoord |
Ik verwijs onder meer naar het antwoord van de geachte staatssecretaris op de schriftelijke vraag nr. 46 van 19 april 2012 die hem in de Kamer van volksvertegenwoordigers werd gesteld.
In dat antwoord wordt een overzicht gegeven van het totaalbedrag aan administratieve geldboetes opgelegd door de Dienst administratieve geldboeten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg, opgesplitst per gewest. Uit dit overzicht (waarvan de optelsom overigens niet helemaal klopt) zou een grote discrepantie blijken tussen de gewesten. Vlaanderen zou goed zijn voor 69,7 % van de opgelegde boetes, Brussel voor 21,7 % en Wallonië slechts voor 8,5 %.
1) Kan de geachte staatssecretaris mij de correcte cijfers geven voor het jaar 2011, opgedeeld per gewest?
2) Om hoeveel dossiers gaat het voor wat deze bedragen betreft? Graag een opsplitsing per gewest en zo mogelijk per categorie.
3) Hoe verklaart hij de grote discrepantie tussen de gewesten en meer bepaald het lage bedrag voor wat Wallonië betreft?
Uit het antwoord blijkt eveneens dat de effectief geïnde bedragen een stuk lager liggen dan de opgelegde boetes. De geachte staatssecretaris geeft hiervoor evenwel geen opdeling per gewest:
4) Kan voor het jaar 2011 een dergelijke opdeling worden gegeven?
5) Wat is er de oorzaak van dat de geïnde bedragen een stuk lager liggen dan de opgelegde boetes?
1) en 2) Onderstaande tabel nr. 1 bevat de correcte cijfers van het totaalbedrag van de opgelegde geldboeten en van het aantal betrokken dossiers, per regio, voor 2011.
3) Het verschil tussen de regio's kan als volgt worden verklaard:
Wat betreft het totaal aantal processen-verbaal wegens overtreding van de sociale wetgeving tijdens de periode 2007-2011, heeft 50 % betrekking op werkgevers gevestigd in Vlaanderen, 22,7 % op werkgevers in Brussel en 23,6 % op werkgevers in Wallonië. De resterende 3,7 % slaat op buitenlandse werkgevers.
Wat betreft dezelfde processen-verbaal, heeft 30 % van de Franstalige dossiers tot nu toe aanleiding gegeven tot strafrechtelijke vervolgingen of dadingen, tegenover 18 % van de Nederlandstalige dossiers. Het gaat hier om voorlopige cijfers aangezien een deel van de processen-verbaal nog door de arbeidsauditeurs wordt onderzocht. Er kan alleszins worden vastgesteld dat er verhoudingsgewijs meer strafrechtelijke vervolgingen zijn aan Franstalige kant en meer administratieve vervolgingen aan Nederlandstalige kant.
In 2006 werden in het kader van een plan AA+ bij de Directie administratieve geldboeten twee bijkomende Nederlandstalige attachés in dienst genomen. Sedertdien bedraagt het aantal attachés 17 voltijdse equivalenten (VTE's): 12 VTE's aan Nederlandstalige kant en 5 VTE's aan Franstalige kant. Hierdoor kon de gemiddelde behandelingstermijn voor gans het land verminderd worden van 673 kalenderdagen in 2006 tot 535 in 2011, en dit ondanks het feit dat het aantal nieuwe dossiers sedert 2007 jaar na jaar is gestegen (met ongeveer 25 % in 2011) ten opzichte van 2006) en nog meer aan Franstalige dan aan Nederlandstalige kant. De kortere behandelingstermijn is ook volledig toe te schrijven aan de Nederlandstalige dossiers: van 726 dagen in 2006 naar 453 dagen in 2011. De behandelingstermijn is gestegen aan Franstalige kant: van 516 dagen in 2006 naar 854 dagen in 2011.
Om de globale behandelingstermijn, en inzonderheid de behandelingstermijn van de Franstalige dossiers, in te korten, heeft de Directie Administratieve Geldboetes voorgesteld om enerzijds de productiviteit binnen de dienst te verhogen en anderzijds een aantal extra personeelsleden aan te werven.
Ik ondersteun dit voorstel en zal tijdens de begrotingsopmaak voor 2013, samen met de bevoegde ministers, pleiten voor het vrijmaken van het nodige budget.
4) Onderstaande tabel nr. 2 vermeldt het totaalbedrag van de administratieve geldboeten ingevorderd in 2011, per regio. De in 2011 ingevorderde bedragen hebben gedeeltelijk betrekking op administratieve geldboeten opgelegd tijdens de vorige jaren: de wettelijke betalingstermijn is immers drie maanden en is nog langer in geval van (opschortend) beroep tegen de geldboete en indien een betalingsplan wordt toegestaan.
5) De jongste jaren werd ongeveer 70 % van het bedrag van de opgelegde administratieve geldboeten daadwerkelijk betaald aan de Directie administratieve geldboeten. Het resterend bedrag werd overdragen naar de Administratie niet-fiscale invordering van de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën voor een gedwongen invordering. Het precies bedrag dat door deze administratie in 2011 werd ingevorderd, is thans nog niet gekend.
Het verschil tussen de ingevorderde bedragen en de opgelegde geldboeten heeft voornamelijk te maken met het faillissement van de schuldenaar. Aangezien het niet gaat om een bevoorrechte schuldvordering, wordt een dividend bijna nooit toegekend in geval van faillissement.
Tabel nr. 1
Regio's |
Aantal dossiers |
Opgelegd bedrag |
Brussel |
285 |
498.739,25 |
Wallonië |
230 |
292.790,00 |
Vlaanderen |
1.880,00 |
2.164.791,91 |
Buitenland |
87 |
114.763,00 |
Totaal |
2.482,00 |
3.071.084,16 |
Tabel nr. 2
Regio's |
Geïnd bedrag |
Brussel |
426.827,30 |
Wallonië |
282.262,86 |
Vlaanderen |
2.215.241,62 |
Buitenland |
44.660,00 |
Totaal |
2.968.991,78 |